ECLI:NL:RBSGR:2011:BU5672
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in verband met ongewenstverklaring van een Libische vreemdeling
In deze zaak heeft een Libische vreemdeling bezwaar gemaakt tegen zijn ongewenstverklaring, omdat hij in Nederland wil blijven om zijn strafzittingen met betrekking tot de Schipholbrand bij te wonen. De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 6 oktober 2011 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder op 14 september 2009 bezwaar gemaakt tegen het besluit van 8 september 2009, waarbij hij als ongewenst vreemdeling was verklaard. Dit bezwaar werd op 5 maart 2010 ongegrond verklaard door de Minister voor Immigratie en Asiel, waarna de vreemdeling beroep heeft ingesteld.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk is, voor zover het betreft de regiezitting van 10 oktober 2011. De rechtbank overweegt dat het verzoek om voorlopige voorziening moet blijven binnen het bereik van het bestreden besluit, dat de rechtmatigheid van de ongewenstverklaring betreft. De vreemdeling heeft niet aannemelijk gemaakt dat zijn aanwezigheid in Nederland noodzakelijk is voor het voeren van lopende procedures inzake de Schipholbrand.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen en verklaart het verzoek om de regiezitting niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door mr. R.J. van Lochem en is in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2011.