ECLI:NL:RBSGR:2011:BU5879
Rechtbank 's-Gravenhage
- Wraking
- A. van der Meer
- H. Wolthuis
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek wegens gebrek aan objectieve aanwijzingen voor partijdigheid
In deze beschikking van de Rechtbank 's-Gravenhage, gedateerd 21 april 2011, is het wrakingsverzoek van verzoeker afgewezen. Verzoeker had de wraking ingediend tegen kantonrechter [de rechter], omdat hij meende dat deze niet onpartijdig was. De wrakingskamer heeft de procedure beoordeeld aan de hand van het proces-verbaal van wraking van 23 maart 2011, de correspondentie tussen verzoeker en de rechter, en de mondelinge behandeling op 20 april 2011. Verzoeker stelde dat de houding van de kantonrechter hem niet aanstond en dat deze hem niet wilde helpen door de zaak aan te houden in afwachting van een oordeel van de Raad van State in een andere zaak.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleveren. De door verzoeker aangevoerde feiten en omstandigheden werden door de rechtbank niet als uitzonderlijk beschouwd. De rechtbank concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter. De stellingen van verzoeker waren niet onderbouwd en niet specifiek gericht op de persoon van de rechter.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten het verzoek tot wraking af te wijzen en het proces in de hoofdzaak voort te zetten in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.