ECLI:NL:RBSGR:2011:BV0354
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Recht op vergoeding van buitengewone kosten na verlening asielvergunning met terugwerkende kracht
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 16 december 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een Kameroense asielzoeker, en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Eiser had een verblijfsvergunning asiel gekregen met terugwerkende kracht tot 1 april 2008, maar had in de periode daarvoor, op 12 november 2009, kosten gemaakt voor medische behandeling ter waarde van € 866,50. Het COA had de aanvraag van eiser voor vergoeding van deze kosten afgewezen, omdat hij op het moment van het maken van de kosten niet in de opvang verbleef en geen recht meer had op verstrekkingen op grond van de Regeling verstrekkingen aan asielzoekers (Rva).
De rechtbank oordeelde dat het verlenen van de verblijfsvergunning met terugwerkende kracht ook recht geeft op opvang en vergoeding van buitengewone kosten met terugwerkende kracht. De rechtbank verwierp het standpunt van het COA dat eiser geen recht had op vergoeding omdat hij niet in de opvang verbleef op het moment van de kosten. De rechtbank stelde vast dat eiser in de veronderstelling verkeerde dat hij geen recht had op opvang en dat hij niet kon worden verweten dat hij de opvang had verlaten.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit van het COA en droeg het COA op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op de aanvraag van eiser, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd het COA veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1092,50. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen vier weken hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.