ECLI:NL:RBSGR:2011:BV2870
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en aftrek van voorbelasting bij de exploitatie van een motorjacht
In deze zaak gaat het om de vraag of eiseres, een onderneming die zich bezighoudt met het ontwerpen en bouwen van pleziervaartuigen, recht heeft op aftrek van voorbelasting in verband met de aankoop van een luxe motorjacht. Eiseres, waarvan A BV de enige aandeelhouder is, heeft in 2009 een belang van 33 1/3 procent verworven in B BV. In 2007 heeft A BV met B BV een overeenkomst gesloten voor de bouw van een motorjacht, waarvan de rechten en verplichtingen later zijn overgedragen aan eiseres. Het jacht is in april 2008 opgeleverd en de bouwkosten bedroegen € 555.471, inclusief € 86.688 omzetbelasting. Eiseres heeft deze omzetbelasting als voorbelasting in aftrek gebracht, maar de Belastingdienst heeft een naheffingsaanslag opgelegd, omdat zij van mening was dat de aftrek niet terecht was.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de aftrek van voorbelasting terecht is, omdat eiseres ten tijde van de aftrek het voornemen had om het jacht zelfstandig economisch te exploiteren. Eiseres heeft het jacht ter beschikking gesteld aan B BV voor promotiedoeleinden en heeft het nooit voor privédoeleinden gebruikt. De rechtbank concludeert dat eiseres met de exploitatie van het jacht daadwerkelijk economische activiteiten heeft ontplooid, waardoor de naheffingsaanslag ten onrechte is opgelegd.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een integrale proceskostenvergoeding, omdat verweerder niet tegen beter weten in heeft gehandeld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de naheffingsaanslag vernietigd en verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten.