ECLI:NL:RBSGR:2011:BV2992

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
16 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 11/33231
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluitmoratorium voor asielzoekers uit Ivoorkust en niet tijdig beslissen door de minister voor Immigratie en Asiel

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 16 november 2011, ging het om een beroep van eiser tegen het uitblijven van een beslissing op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. Eiser had op 11 augustus 2010 een aanvraag ingediend, maar de minister voor Immigratie en Asiel had een besluitmoratorium ingesteld voor asielzoekers uit Ivoorkust, wat de beslistermijn verlengde. Volgens artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 diende de minister uiterlijk op 11 februari 2011 te beslissen, maar door het moratorium werd deze termijn verlengd tot 12 februari 2012. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn nog niet was verstreken en dat er dus geen sprake was van een niet-tijdige beslissing. Hierdoor verklaarde de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk.

De rechtbank maakte gebruik van haar bevoegdheid om zonder zitting uitspraak te doen, omdat het onderzoek niet verder hoefde te worden voortgezet. De rechtbank benadrukte dat de beslissing van de minister om een moratorium in te stellen rechtmatig was en dat de termijn voor het nemen van een beslissing op de aanvraag van eiser nog liep. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. C.M. Nollen, in aanwezigheid van griffier M.B.G. Cox-Vorage, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Eiser had de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak verzet te doen tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ’S-GRAVENHAGE
Zittingplaats Roermond
Sector bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 11 / 33231
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 november 2011 in de zaak tussen
[eiser], eiser
(gemachtigde: mr. A.A.W.A. Vissers),
en
de minister voor Immigratie en Asiel, verweerder.
Procesverloop
Op 11 augustus 2010 heeft eiser een aanvraag ingediend tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de zin van artikel 28 van
de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
Tegen het uitblijven van een beslissing op de aanvraag heeft eiser op 14 oktober 2011 beroep ingesteld.
Overwegingen
1. Ingevolge artikel 8:54 van de Awb kan de rechtbank, totdat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, het onderzoek sluiten indien voortzetting van het onderzoek niet nodig is omdat zij kennelijk onbevoegd is, dan wel het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
2. De rechtbank zal in dit geval van die bevoegdheid gebruik maken en zonder zitting uitspraak doen.
3. Op grond van artikel 42, eerste lid, van de Vw 2000 diende verweerder in beginsel op uiterlijk 11 februari 2011 op de aanvraag van eiser te beslissen. Verweerder heeft echter voor asielzoekers uit Ivoorkust, zoals eiser, een besluitmoratorium ingesteld (nummer 5688651/11) voor de duur van een half jaar. Het besluit is op 31 maart 2011 in werking getreden. Het besluitmoratorium is daarna niet verlengd. Ingevolge artikel 1 van het besluitmoratorium wordt de beslistermijn uit artikel 42 van de Vw 2000 verlengd met een jaar. Dit betekent in het geval van eiser, anders dan deze rechtbank (nevenzittingsplaats ’s Hertogenbosch) in haar uitspraak van 6 juni 2011 overwoog, dat verweerder op uiterlijk 12 februari 2012 op de aanvraag van eiser dient te beslissen.
4. Aangezien die beslistermijn nog niet is verstreken, is van het niet tijdig nemen van een beslissing nog geen sprake. De rechtbank verklaart het beroep dan ook niet ontvankelijk.
5. Op grond van het bovenstaande wordt met toepassing van het bepaalde in artikel 8:54, eerste lid, van de Awb beslist als volgt.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Nollen, rechter, in aanwezigheid van
M.B.G. Cox-Vorage, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
16 november 2011.
w.g. M.B.G. Cox-Vorage,
griffier w.g. mr. C.M. Nollen,
rechter
Voor eensluidend afschrift:
de griffier,
Afschrift verzonden aan partijen op: 16 november 2011.
MC
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na dagtekening van de verzending van het afschrift van de uitspraak verzet doen bij de rechtbank.