ECLI:NL:RBSGR:2012:30491

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
12 september 2012
Publicatiedatum
21 februari 2014
Zaaknummer
AWB 12-23545
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening voor asielzoeker met medische redenen

Op 12 september 2012 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die administratieve plaatsing vroeg vanwege medische redenen. Verzoeker, die lijdt aan een vergevorderde HIV-infectie, huidkanker en chronische nierinsufficiëntie, had eerder uitstel van vertrek gekregen op grond van de Vreemdelingenwet. Verweerder, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), had de aanvraag van verzoeker om administratieve plaatsing in zijn woning afgewezen. Dit besluit werd genomen ondanks een medische verklaring die de ernst van verzoekers situatie onderstreepte.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het van belang was dat verzoeker in zijn woning kon blijven, gezien zijn medische situatie. De rechter schorste het bestreden besluit van 24 juli 2012 en bepaalde dat verweerder de woonkosten van verzoeker moest vergoeden, te beginnen vanaf 5 juni 2012. De rechter stelde vast dat de huurkosten van verzoeker in juni 2012 € 559,79 bedroegen en dat deze in de daaropvolgende maanden € 570,17 zouden zijn. Daarnaast diende verweerder ook de kosten voor water en energie te vergoeden.

De voorzieningenrechter wees het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe en veroordeelde verweerder in de proceskosten van het geding tot een bedrag van € 874, te betalen aan de griffier van de rechtbank. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 12/23545

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter op12 september 2012 in de zaak tussen

[verzoeker],

wonende te[woonplaats],
verzoeker,
gemachtigde mr. J. Klaas,
en

het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers,

verweerder.

Zitting hebben:

mr. B.E. Mildner, voorzieningenrechter,
mr. M.J. Niersman, griffier.
Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is niet verschenen.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe;
  • schorst het bestreden besluit van 24 juli 2012;
  • bepaalt dat verweerder gedurende de administratieve plaatsing op grond van de Rva 2005 maandelijks de hierna in rechtsoverweging 8 vastgestelde woonkosten van verzoeker met ingang van 5 juni 2012 zal vergoeden;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van het geding tot een bedrag van € 874, te betalen aan de griffier van de rechtbank.

Overwegingen

1.
Verzoeker, geboren op [geboortedatum], heeft de [land] nationaliteit. Hij verblijft vanaf 2002 in Nederland. Verzoeker heeft een vergevorderde HIV-infectie, en lijdt aan huidkanker en chronische nierinsufficiëntie.
2.
Met ingang van 31 januari 2012 is aan verzoeker op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet (Vw) 2000 tot en met 31 januari 2013 uitstel van vertrek verleend om medische redenen. Hiermee heeft verzoeker gedurende die periode rechtmatig verblijf in de zin van artikel 8, aanhef en sub j, van de Vw 2000.
3.
Bij besluit van 27 maart 2012 heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om administratieve plaatsing in zijn woning met toepassing van Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005) afgewezen. Vervolgens heeft verzoeker een verklaring van 11 april 2012 van zijn behandelend internist-infectioloog en psychiater overgelegd, waaruit blijkt dat sprake is van een nieuwe depressieve stoornis met suïcidaliteit, als gevolg van het besluit dat verzoeker in [plaats] dient te verblijven. Gezien de ernst van de psychiatrische ziekte van verzoeker is volgens zijn behandelaars het risico op suïcide reëel. Bij besluit van 5 juni 2012 heeft verweerder het besluit van 27 maart 2012 weer ingetrokken. Verweerder heeft de administratieve plaatsing vanaf die datum in zijn administratie verwerkt en heeft daarmee de administratieve plaatsing toegestaan. Sindsdien ontvangt verzoeker een maandelijkse bijdrage van het Wereldhuis (€ 225) en wekelijks leefgeld op grond van de Rva 2005 van verweerder (€ 56).
4.
Bij besluit van 24 juli 2012 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om vergoeding van woonkosten afgewezen. Verweerder heeft hiertoe onder verwijzing naar de artikelen 9 en 17 van de Rva 2005 overwogen dat verweerder de mogelijkheid heeft om buitengewone kosten te vergoeden. Dat zijn noodzakelijke kosten die vanwege hun aard of hoogte in redelijkheid niet geacht kunnen worden door de asielzoeker zelf te worden betaald. Volgens verweerder dient het dan te gaan om een incidenteel, acuut medisch geval dat zonder vergoeding van de kosten door verweerder als schrijnend wordt aangemerkt. Het structureel verstrekken van een woonvergoeding valt daar volgens verweerder niet onder.
5.
Verzoeker heeft beroep ingediend tegen dit besluit en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend bij de rechtbank.
6.
Verzoeker heeft aangevoerd dat hij van het leefgeld van verweerder en de bijdrage van het Wereldhuis zijn huur niet kan betalen. Zijn verhuurder is een civiele procedure tot ontruiming begonnen en hij kan, gelet op zijn medische situatie, niet op straat overleven. Verzoeker meent dan ook dat verweerder zijn woonkosten moet vergoeden.
7.
Nu verweerder onder toepassing van de Rva 2005 tot de administratieve plaatsing is overgegaan nadat verzoeker de medische verklaring van 11 april 2012 van zijn behandelend internist-infectioloog en psychiater heeft overgelegd, gaat de voorzieningenrechter er vanuit dat verweerder de administratieve plaatsing om medische redenen heeft toegestaan. Gezien de medische situatie van verzoeker is het van belang dat hij in zijn woning kan blijven. Nu verzoeker met ingang van 5 juni 2012 onder de Rva 2005 valt, ligt het naar het oordeel van de voorzieningenrechter op de weg van verweerder om dat verblijf (door middel van het vergoeden van de woonkosten) vanaf die datum mogelijk te maken totdat de rechtbank uitspraak heeft gedaan op het beroep tegen het bestreden besluit van 24 juli 2012 tot afwijzing van het verzoek om vergoeding van woonkosten (geregistreerd onder zaaknummer AWB 12/23544).
8.
Gelet op het voorgaande wordt het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook toegewezen. De voorzieningenrechter stelt vast dat verzoekers huurkosten in de maand juni 2012 € 559,79 bedragen en in de maanden na juni 2012 € 570,17. Verzoekers kosten voor Waternet bedragen € 16,66 per maand en die voor NUON € 80,27 per maand. De voorzieningenrechter zal bepalen dat verweerder met ingang van 5 juni 2012 deze woonkosten aan verzoeker dient te vergoeden.
9.
Verweerder zal de forfaitaire proceskosten (1 punt voor het verzoekschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, waarde per punt € 437,-, wegingsfactor 1) aan verzoeker moeten vergoeden.
Waarvan proces-verbaal,
de griffier
de voorzieningenrechter

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.
Afschrift verzonden op:
D: C
VK
Coll: JV