Op 12 september 2012 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die administratieve plaatsing vroeg vanwege medische redenen. Verzoeker, die lijdt aan een vergevorderde HIV-infectie, huidkanker en chronische nierinsufficiëntie, had eerder uitstel van vertrek gekregen op grond van de Vreemdelingenwet. Verweerder, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), had de aanvraag van verzoeker om administratieve plaatsing in zijn woning afgewezen. Dit besluit werd genomen ondanks een medische verklaring die de ernst van verzoekers situatie onderstreepte.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het van belang was dat verzoeker in zijn woning kon blijven, gezien zijn medische situatie. De rechter schorste het bestreden besluit van 24 juli 2012 en bepaalde dat verweerder de woonkosten van verzoeker moest vergoeden, te beginnen vanaf 5 juni 2012. De rechter stelde vast dat de huurkosten van verzoeker in juni 2012 € 559,79 bedroegen en dat deze in de daaropvolgende maanden € 570,17 zouden zijn. Daarnaast diende verweerder ook de kosten voor water en energie te vergoeden.
De voorzieningenrechter wees het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe en veroordeelde verweerder in de proceskosten van het geding tot een bedrag van € 874, te betalen aan de griffier van de rechtbank. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.