ECLI:NL:RBSGR:2012:8214
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening exploitatievergunning horeca-inrichting op basis van Wet Bibob
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage op 23 april 2012 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van [X] B.V. tegen de Burgemeester van Den Haag. Het verzoek volgde op de afwijzing van de aanvraag voor een exploitatievergunning op 27 februari 2012, gebaseerd op de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob). De burgemeester had de vergunning geweigerd omdat er ernstig gevaar bestond dat de vergunning zou worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten. Dit oordeel was gebaseerd op een advies van het Bureau Bibob, dat concludeerde dat er een zakelijk samenwerkingsverband bestond tussen [persoon A] en [persoon B], die eerder betrokken was bij strafbare feiten zoals mensensmokkel.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. De rechter oordeelde dat de feiten en omstandigheden, waaronder de eerdere strafbare feiten van [persoon B] en de betrokkenheid van [persoon A] bij de exploitatie van de horeca-inrichting, voldoende grond vormden voor de conclusie dat er een ernstig gevaar bestond. De voorzieningenrechter benadrukte dat het oordeel van de voorzieningenrechter voorlopig van aard is en niet bindend voor de bodemprocedure.
Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de rechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er kan geen hoger beroep tegen worden ingesteld.