Sector civiel recht - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: 412124 / KG ZA 12-101
Vonnis in kort geding van 29 januari 2012
1. [eiseres sub 1],
2. [eiser sub 2],
3. [eiser sub 3],
4. [eiser sub 4],
wonende te [plaats] en [plaats],
eisers,
advocaat mr. M.A.R. Schuckink Kool te ’s-Gravenhage,
het publiekrechtelijk orgaan de Gemeente ’s-Gravenhage,
zetelende te ’s-Gravenhage,
gedaagde,
advocaat mr. E.J. Daalder te ’s-Gravenhage.
Eisers hebben gedaagde op 29 januari 2012 doen dagvaarden om op 29 januari 2012 om 20.00 uur te verschijnen ter zitting van de voorzieningenrechter van deze rechtbank. De zaak is op die datum behandeld en er is op dezelfde datum een mondeling vonnis gewezen. Het onderstaande vormt daarvan de uitwerking.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 29 januari 2012 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1. Eisers houden vanaf 15 oktober 2011 een manifestatie op het Malieveld te ’s Gravenhage, onder de naam Occupy Den Haag. Zij hebben daar een permanent kampement geplaatst.
2.2. Het kenmerkende karakter van de Occupy manifestatie is het permanent bezet houden van voor het publiek toegankelijke plaatsen.
2.3. Voor het kunnen houden van een manifestatie is vereist dat eisers een voorafgaande kennisgeving aan de gemeenteraad sturen. Deze kennisgeving dient (in dit geval) wekelijks te worden verstrekt.
2.4. Op 29 januari 2012 heeft de politie, op aanwijzing van de burgemeester, in de ochtend aan eisers meegedeeld dat om 17.00 uur diezelfde dag het kampement opgebroken moest zijn en dat zij pas om 8.00 uur de volgende ochtend weer verder konden gaan met hun manifestatie. De reden voor deze aanwijzing was dat de gezondheid van de manifestanten in gevaar komt nu de nachten te koud zijn om buiten te overnachten. Deze aanwijzing is gegrond op het protocol Haagse Winterregeling 2011/2012 (hierna: de Winterregeling).
2.5. De Winterregeling wordt van kracht als het vijf dagen aaneengesloten nul graden of lager is, of als er een weersverwachting is die niet hieraan voldoet, maar die ook ontoelaatbare gezondheidsrisico’s voor daklozen met zich brengt, bijvoorbeeld door een combinatie van lage temperatuur, harde wind met regen en/of sneeuw. De coördinatie van deze regeling is ondergebracht bij het Centraal Coördinatie Punt (CCP) van de GGD. Het CCP neemt na overleg met de Strategische Partners (Kessler stichting, Leger des Heils, politie en beleid MZV/OCW) en de andere grote steden (Amsterdam, Rotterdam en Utrecht) de beslissing over het laten ingaan van de Winterregeling.
2.6. De weersverwachting voor de komende dagen is dat de (nacht)temperatuur beneden de nul graden zal blijven.
3.1. Eisers vorderen – zakelijk weergegeven – gedaagde te verbieden tot ontruiming van het kampement op het Malieveld te ’s-Gravenhage over te gaan.
3.2. Daartoe voeren eisers het volgende aan.
Gedaagde handelt onrechtmatig jegens eisers door de aanwijzing, als bedoeld in artikel 6 Wet openbare manifestaties (Wom), te misbruiken. Gedaagde handelt in strijd met het subsidiariteits- en het proportionaliteitsbeginsel. De aanwijzing gaat de bevoegdheid van voormeld artikel te buiten. Het recht op manifestaties kan alleen op grond van de in artikel 5 Wom genoemde gronden worden beperkt. De belangen die de burgemeester claimt te behartigen vereisen niet een dergelijk vergaande maatregel.
3.3. Gedaagde voert gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
4. De beoordeling van het geschil
4.1. Gedaagde heeft als verweer aangevoerd dat zij ten behoeve van de gezondheid van de manifestanten ervoor heeft gekozen om de Winterregeling ook op hen van toepassing te laten zijn. De Winterregeling is gebaseerd op een medisch oordeel van de GGD, inhoudende dat het thans onverantwoord is om buiten te slapen. Gedaagde heeft de mogelijkheid om aanwijzingen te geven teneinde een manifestatie ordelijk te laten verlopen. Hierbij heeft gedaagde in aanmerking genomen dat de manifestatie al vanaf 15 oktober 2011 voortduurt. Dat het kamp moet worden opgebroken is omdat het nu eenmaal niet onbeheerd kan achterblijven.
4.2. Vooropgesteld wordt dat de burgemeester op grond van artikel 6 Wom de bevoegdheid heeft om tijdens een manifestatie aanwijzingen te geven die moeten worden opgevolgd. Voor zover die aanwijzingen beperkingen meebrengen in de manifestatie zijn die aanwijzingen alleen mogelijk indien dat geschiedt in het kader van de bescherming van de gezondheid van de manifestanten, in het belang van het verkeer of ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Bij de beoordeling of een van de hiervoor genoemde beperkingsgronden van toepassing is, heeft de burgemeester een ruime beleidsvrijheid, hetgeen meebrengt dat de voorzieningenrechter in kort geding deze beslissing in beginsel slechts marginaal kan toetsen.
4.3. Vaststaat dat de burgemeester de aanwijzing, waarmee hij in feite de manifestatie in tijdsduur beperkt, heeft gegrond op de bescherming van de gezondheid van de manifestanten. De aanwijzing is gebaseerd op een medisch oordeel van het CCP van de GGD dat tot doel heeft ervoor te zorgen dat in de huidige weersomstandigheden niemand buiten op straat hoeft te slapen, omdat zulks niet goed is voor de gezondheid. Gelet hierop en in aanmerking genomen de beleidsvrijheid die de burgemeester heeft, heeft hij in redelijkheid de aanwijzing kunnen geven dat er niet in het kampement mag worden geslapen. Gezien echter het karakter van de manifestatie, het permanent bezet houden van een voor het publiek toegankelijke plaats door middel van het opzetten van een kampement, is de voorzieningenrechter van oordeel dat de aanwijzing, zoals thans geformuleerd, disproportioneel is ten aanzien van het gebod om het kampement dagelijks op te breken. Nu het kampement echter niet onbeheerd kan worden achtergelaten, zoals gedaagde terecht heeft aangevoerd, zal een beperkte bewaking van twee personen worden toegestaan die daar in de nachtelijke uren aanwezig mogen zijn. Dit heeft tot gevolg dat het karakter van de manifestatie gehandhaafd blijft. Ook de opgelegde beperking in tijd van de manifestatie – het verbod om tussen 17.00 uur en 8.00 uur aldaar te zijn – acht de voorzieningenrechter niet in verhouding staan tot het te bereiken doel waarvoor de aanwijzing is gegeven. Het doel is immers niet ’s nachts buiten slapen en dat kan ook op een minder vergaande manier worden bereikt. De nachtrust begint over het algemeen niet al 17.00 uur, zodat aansluiting zal worden gezocht bij het meer gangbare tijdstip van 22.00 uur. Hiermee wordt het doel van de aanwijzing bereikt en biedt het de manifestanten nog voldoende gelegenheid om daar eventueel na werktijd te verblijven.
4.4. Het bovenstaande leidt tot de slotsom dat de vordering van eisers op de hierna te vermelden wijze toewijsbaar is.
4.5. Gedaagde zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
- verbiedt gedaagde om tot ontruiming van het kampement op het Malieveld te ’s Gravenhage over te gaan, met dien verstande dat tussen 22.00 uur ’s avonds en 8.00 uur de volgende ochtend niemand in het kampement aanwezig mag zijn, behoudens twee bewakers die aldaar niet mogen slapen;
- veroordeelt gedaagde in de proceskosten tot op dit vonnis in totaal begroot op € 979,81, waarvan:
a. € 889,-- te voldoen aan eisers (€ 816,-- aan salaris advocaat en € 73,-- aan griffierecht);
b. € 90,81, inclusief BTW, wegens explootkosten, aan de griffier van de rechtbank door overmaking op rekeningnummer [nummer] ten name van MvJ. Arrondissement Den Haag 537, onder vermelding van "proceskostenveroordeling'' en het zaak- en rolnummer;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2012.