ECLI:NL:RBSGR:2012:BV7164

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
28 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 12/519 BESLU
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperkingen opgelegd aan demonstratie Occupy Den Haag en voorlopige voorziening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage op 28 februari 2012 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot beperkingen die door de burgemeester van Den Haag zijn opgelegd aan de demonstratie van Occupy Den Haag op het Malieveld. De burgemeester had besloten dat het niet was toegestaan om op het manifestatieterrein bepaalde bouwsels of voorwerpen te plaatsen die gericht zijn op een bestendig verblijf, zoals tenten en gaskachels. De voorzieningenrechter heeft de opgelegde beperkingen voor een deel geschorst, met name voor het gebruik van een gasstel en gaskachels buiten, windbrekers ter bescherming van tenten en diverse kleine tenten ter vervanging van kapotte exemplaren. De voorzieningenrechter oordeelde dat deze beperkingen een inbreuk vormden op het recht op manifestatie en dat de verzoekers, die zich als belanghebbenden presenteerden, een legitiem belang hadden bij het voortzetten van hun demonstratie. De voorzieningenrechter benadrukte dat de burgemeester weliswaar bevoegd is om beperkingen op te leggen, maar dat deze niet onredelijk mogen zijn en in verhouding moeten staan tot de belangen van de demonstranten. De uitspraak is gedaan in het kader van artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en is van voorlopige aard, wat betekent dat het oordeel niet bindend is voor de bodemprocedure die mogelijk volgt. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat de burgemeester in redelijkheid niet kon besluiten om beperkingen op te leggen voor windbrekers, aangezien deze tot de basisvoorzieningen voor de demonstratie kunnen worden gerekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en tegen deze beslissing kan geen hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

VOORZIENINGENRECHTER VAN DE RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 12/519 BESLU
uitspraak ingevolge artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op het verzoek om een voorlopige voorziening van
[verzoeker sub 1],
[verzoeker sub 2],
[verzoeker sub 3],
[verzoeker sub 4] en
het Samenwerkingsverband Occupy Den Haag,
verzoekers
(gemachtigde: mr. M.A.R. Schuckink Kool en mr. J. Hemelaar),
tegen
de burgemeester van Den Haag, verweerder
(gemachtigde: mr. J. Bootsma).
Procesverloop
Bij e-mailbericht van 15 december 2011 heeft [verzoeker sub 4], voor en namens Occupy Den Haag, bij verweerder onder meer een kennisgeving van een (voortzetting van de sinds
15 oktober 2011 lopende) manifestatie op het Malieveld te Den Haag ingediend met een opsomming van zaken die onderdeel (dienen te) vormen van deze demonstratie.
Bij besluit van 21 december 2011 heeft verweerder besloten tot het opleggen van beperkingen aan voornoemde demonstratie.
Bij brief van 20 januari 2012 hebben [verzoeker sub 1], [verzoeker sub 2], [verzoeker sub 3] en het samenwerkingsverband Occupy Den Haag bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Tevens hebben zij bij brief van 20 januari 2012 de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Bij brief van 27 januari 2012 heeft [verzoeker sub 4] zich aangesloten bij voornoemd bezwaar. Tevens heeft [verzoeker sub 4] zich bij brief van 27 januari 2012 aangesloten bij voornoemd verzoek om een voorlopige voorziening.
Het verzoek is op 20 februari 2012 ter zitting behandeld.
Verzoekers [verzoeker sub 1], [verzoeker sub 2] en [verzoeker sub 4] zijn mede als vertegenwoordigers van het Samenwerkingsverband Occupy Den Haag, in persoon verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden. Verzoeker [verzoeker sub 3] is niet verschenen.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Voorts zijn van de zijde van verweerder verschenen [A], [B] en [C].
Overwegingen
1 Ingevolge artikel 8:81 van de Awb kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Voor zover deze toetsing meebrengt dat het geschil in de bodemprocedure wordt beoordeeld, heeft het oordeel van de voorzieningenrechter daaromtrent een voorlopig karakter en is dat niet bindend voor de beslissing in die procedure.
2 In artikel 9, eerste lid, van de Grondwet wordt het recht tot vergadering en betoging erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
In artikel 9, tweede lid, van de Grondwet is bepaald dat de wet regels kan stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.
Ingevolge artikel 2 van de Wet Openbare Manifestaties (hierna: WOM) kunnen de bij of krachtens de bepalingen uit deze paragraaf aan overheidsorganen gegeven bevoegdheden tot beperking van het recht tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging en het recht tot vergadering en betoging, slechts worden aangewend ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.
Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de WOM kan de burgemeester naar aanleiding van een kennisgeving voorschriften en beperkingen stellen of een verbod geven.
Ingevolge artikel 5, tweede lid, aanhef en onder c, van de WOM kan een verbod slechts worden gegeven indien een van de in artikel 2 genoemde belangen dat vordert.
3.1 Met de kennisgeving van 15 december 2011 zijn de volgende zaken, met bijbehorende toelichting, aangemeld voor de demonstratie op het Malieveld:
- 4 tenten van 4 x 7 m;
- 1 tent van 20 x 30 m;
- een gasstel en gaskachels voor in de gemeenschappelijke tenten ten behoeve van de
gezondheid van de deelnemers en bezoekers;
- windbrekers ter bescherming van de tenten tegen de harde wind op de open locatie;
- 1 EHBO-wagen omdat de EHBO-tent kapot is gewaaid en het winterweer de
continuïteit van de EHBO bedreigt;
- 1 composteertoilet;
- 4 grote spandoeken van ongeveer 5 x 1 m voor rondom het Malieveld; en
- diverse kleine tenten; voornamelijk ter vervanging van kapot gewaaide tenten.
3.2 Bij besluit van 21 december 2011 heeft verweerder besloten tot het opleggen van beperkingen aan voornoemde demonstratie. De beperking houdt in dat het niet is toegestaan om op het manifestatieterrein de in de kennisgeving aangemelde bouwsels of voorwerpen te plaatsen die kennelijk primair gericht zijn op het faciliteren van een bestendig verblijf voor onbepaalde tijd. Het gaat hierbij om zaken zoals tenten, bouwketen of andere bouwsels met gebruikmaking van gastoestellen en/of gaskachels e.d. waarop andere wet- en regelgeving, zoals bouwregelgeving, bestemmingsplannen en/of de APV van toepassing is. Ook is het niet toegestaan om buiten het manifestatieterrein spandoeken of reclamemateriaal te plaatsen of te bevestigen. Spandoeken die onderdeel uitmaken van een manifestatie mogen door de deelnemers op het manifestatieterrein worden gebruikt.
4 Verzoekers stellen zich op het standpunt dat de beperkingen van verweerder een inperking betekenen van het recht op manifestatie. Dit belemmert de voortgang van de manifestatie, maakt de manifestatie minder aantrekkelijk en maakt het voor verzoekers moeilijker hun doelen na te streven.
5 Verweerder heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat het Samenwerkingsverband Occupy Den Haag (hierna: het Samenwerkingsverband) geen rechtspersoon is en dat het de vraag is of het Samenwerkingsverband als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb kan worden aangemerkt. Verweerder heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat de in de kennisgeving van 15 december 2011 genoemde zaken niet noodzakelijk zijn gebleken voor de voortgang van de manifestatie. De gewenste uitbreidingen hebben niet zoveel te maken met het kenbaar maken van opvattingen.
Aan de beperking dat geen gebruik mag worden gemaakt van de in de kennisgeving opgenomen gastoestellen en/of gaskachels is ten grondslag gelegd dat ter bescherming van degenen die op het terrein verblijven, de met dergelijke toestellen en open vuur samenhangende brandveiligheidsrisico’s maken dat gebruik daarvan in tenten niet verantwoord is. Het gebruik van gastoestellen en/of gaskachels in tenten leidt tot brandgevaar en het risico op koolmonoxidevergiftiging en het gebruik van gasgestookte verwarmingstoestellen in tenten tot brand- en ontploffingsgevaar. In de tweede plaats is aan de beperking ten grondslag gelegd dat de uitbreiding van de op het terrein aanwezige voorwerpen en bouwsels, in het bijzonder kooktoestellen en gasflessen en dergelijke, niet is geoorloofd omdat dit een eventueel noodzakelijk politieoptreden tijdens de manifestatie zou kunnen belemmeren.
6.1 De voorzieningenrechter overweegt ter zake van de vraag of het Samenwerkingsverband kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb als volgt. Uitgaande van de bedoeling van de wetgever, zoals deze blijkt uit de tekst en de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb, is de hoedanigheid van belanghebbende niet voorbehouden aan natuurlijke en rechtspersonen. Het maken van bezwaar en instellen van beroep is daarnaast opengesteld voor entiteiten niet zijnde natuurlijke of rechtspersonen, mits sprake is van een rechtstreeks en voldoende belang bij het besluit (zie ook de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 september 1997, LJN ZF2912).
Uit de zich onder de gedingstukken bevindende aankondiging betoging Occupy Den Haag van 15 oktober 2011 blijkt dat Occupy Den Haag de naam is van de betoging. Het doel van de betoging is vrede, in de breedste zin van het woord. Vanuit de betoging worden debatten georganiseerd door een publiek forum, waar ieder op welk tijdstip dan ook terecht kan om te discussiëren en geïnformeerd te worden. Een belangrijk aspect van de betoging is het aanhoudende karakter ervan, vanuit het oogpunt van solidariteit met andere betogingen die op verschillende plekken in de wereld plaatsvinden. Deze andere betogingen gaan 24 uur per dag door en bieden elkaar op elk moment steun evenals een mogelijkheid tot discussie. Een einddatum is nog niet vastgesteld. De voorzieningenrechter overweegt dat de deelnemers aan de betoging zich als eenheid presenteren en manifesteren en met elkaar het Samenwerkingsverband vormen. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan het Samenwerkingsverband worden aangemerkt als een entiteit in de hiervoor bedoelde zin en wordt derhalve als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb aangemerkt.
Het bezwaar tegen het bestreden besluit en het verzoek om een voorlopige voorziening is voorts ingediend door de overige verzoekers, op eigen naam en titel, als aanhangers van de betoging. Niet in geschil is dat deze verzoekers ook als belanghebbende zijn aan te merken.
6.2.1 Verweerder heeft het Malieveld te Den Haag aangewezen als een terrein waar manifestaties mogen plaatsvinden. Verzoekers houden sinds 15 oktober 2011 een manifestatie op het Malieveld met een kampement, onder de naam Occupy Den Haag. Verweerder heeft (de aanhangers van) de betoging bij uitzondering toegestaan om te overnachten in het Occupykamp op het Malieveld omdat de betogers zeer hechtten aan het continue karakter van de manifestatie.
6.2.2 De voorzieningenrechter overweegt dat verweerder op grond van artikel 5, eerste lid, van de WOM een discretionaire bevoegdheid heeft tot het stellen van beperkingen aan de demonstratie. Het bestreden besluit dient derhalve marginaal te worden getoetst.
De voorzieningenrechter overweegt dat, voor zover partijen hiernaar hebben verwezen, het voornemen van verweerder van 17 februari 2012 om de manifestatie van Occupy op het Malieveld vanaf 29 februari 2012 niet meer toe te staan, in deze procedure niet ter beoordeling voorligt.
6.2.3 In de Memorie van Toelichting bij artikel 2 van de WOM (TK, vergaderjaar 1985-1986, 19 427, nr. 3) is vermeld dat de belangen genoemd in artikel 2 dezelfde zijn als die genoemd in de artikelen 6, tweede lid, en 9, tweede lid, van de Grondwet.
De gegeven beperkingsbevoegdheden voor manifestaties op openbare plaatsen zijn ruimer dan die voor manifestaties op niet-openbare plaatsen. De inhoud van onder meer het begrip ‘bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden’ wordt tot op zekere hoogte beïnvloed door de context waarbinnen dit begrip moet worden toegepast. De aard van (verwachte) ongewenste gedragingen en de plaats waar de manifestatie wordt gehouden kunnen van betekenis zijn.
6.2.4 De opgelegde beperkingen zijn voor een deel gegrond op de bescherming van de gezondheid van de manifestanten. Voor het overige zijn de beperkingen met name ingegeven door de wijze waarop het kampement wordt gebruikt en de bestrijding dan wel voorkoming van wanordelijkheden, waartoe verweerder heeft verwezen naar de constatering van de politie dat in een aanzienlijk deel van de tenten niet wordt geslapen, het toevoegen van objecten om het kampement een meer permanent karakter te laten krijgen en de voorgevallen incidenten.
6.2.5 De voorzieningenrechter overweegt dat bij aanvang van de manifestatie bekend is gemaakt wat het karakter van de manifestatie is, namelijk het permanent bezet houden van een voor het publiek toegankelijke plaats door middel van het opzetten van een kampement. Aan een manifestatie met een dergelijk karakter is inherent dat enkele basisvoorzieningen nodig zijn om in het kampement te kunnen verblijven. Beperkingen op dit punt kunnen het karakter van deze manifestatie raken. Hieruit volgt echter niet dat al hetgeen verzoekers menen nodig te hebben zou moeten worden toegestaan.
6.2.6 In het bestreden besluit is vermeld dat Occupy tijdens het zienswijzegesprek heeft medegedeeld dat men de grootste tent nog niet wil opzetten, maar deze wel paraat wil hebben. De noodzaak van deze grote tent, met het oog op de manifestatie, is door verzoekers niet onderbouwd. Dit geldt evenzeer voor de 4 kleinere tenten. Derhalve valt niet in te zien wat de grote tent van 20 x 30 m en de 4 tenten van 4 x 7 m bijdragen aan het doel van het kampement en dat een verbod om deze tenten toe te voegen aan het kampement het recht op vergadering en betoging zal beperken.
6.2.7 De brandweer heeft op verzoek van verweerder op 6 februari 2012 een advies uitgebracht over het gebruik van op gas of andere brandstof werkende verwarmingstoestellen dan wel open vuur in tenten. Uit dit advies blijkt dat brandgevaar kan worden veroorzaakt, vorming van koolmonoxide kan plaatsvinden en ontploffingsgevaar aanwezig kan zijn. Hiermee is afdoende onderbouwd dat bij gebruik van dergelijke toestellen in tenten de gezondheid van de manifestanten in gevaar kan komen. Verweerder heeft, voor zover het gebruik van deze zaken in tenten aan de orde is, in redelijkheid een beperking kunnen stellen ter bescherming van de gezondheid van de manifestanten.
De voorzieningenrechter overweegt dat enige verwarming of een enkel kooktoestel, niet zijnde het gebruik van open vuur en gebruik buiten de tenten, tot de basisvoorzieningen kan worden gerekend, mits deze voorzieningen voldoen aan de daaraan te stellen veiligheidseisen. Het opleggen van een beperking op dit punt beïnvloedt het karakter van de manifestatie. Verzoekers hebben het standpunt ingenomen dat indien deze basisvoorzieningen wel zouden zijn toegestaan, het niet denkbeeldig is dat het aantal deelnemers aan de manifestatie groter zou zijn geweest. Het winterweer heeft hierbij een rol gespeeld. Verweerder heeft dit standpunt niet betwist. De voorzieningenrechter is vooralsnog van oordeel dat gebruik van dergelijke voorzieningen buiten de tenten zou moeten worden toegestaan, voor zover dit niet in strijd is te achten met andere regelgeving.
6.2.8 De voorzieningenrechter overweegt dat verweerder niet in redelijkheid heeft kunnen besluiten om beperkingen te stellen ter zake van de windbrekers. Bescherming van het kampement met windbrekers tegen de harde wind, in ieder geval tijdens de wintermaanden, kan worden gerekend tot de basisvoorzieningen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat gebruik van deze voorziening, mits niet in strijd met andere regelgeving, zou moeten worden toegestaan.
6.2.9 Verzoekers menen dat een wagen nodig is ter vervanging van de EHBO-tent. De voorzieningenrechter overweegt dat de noodzaak van een wagen, in plaats van een andere tent, als EHBO-voorziening niet is onderbouwd. Niet valt in te zien dat een verbod om een wagen toe te voegen het recht op vergadering en betoging zal beperken.
6.2.10 De voorzieningenrechter overweegt dat een toiletvoorziening tot de basisvoorzieningen kan worden gerekend. Tijdens het zienswijzegesprek was het plan voor het composteertoilet nog niet uitgewerkt. Zolang dit niet is gedaan kan verweerder dit niet beoordelen met het oog op andere regelgeving. Verweerder heeft derhalve in redelijkheid een beperking kunnen geven op dit punt.
6.2.11 De beperking ter zake van de spandoeken voor rondom het Malieveld is niet
betwist. Derhalve staat dit aspect niet ter beoordeling.
6.2.12 De voorzieningenrechter overweegt dat het opleggen van een beperking ter zake van de vervanging van diverse kapotte tenten met tenten van gelijke omvang het karakter van deze betoging raakt. Hiermee wordt immers de omvang van de manifestatie verminderd. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze vervanging van tenten zou moeten worden toegestaan.
6.3 Voor zover verweerder meent dat bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden
reden is om een beperking op te leggen voor de in geding zijnde zaken, wijst de voorzieningenrechter er op dat de manifestatie wordt gehouden op een daartoe aangewezen terrein en dat verweerder ook overigens over voldoende middelen en instrumenten beschikt om de openbare orde te handhaven.
6.4 Er bestaat derhalve aanleiding om voorlopige voorziening toe te wijzen, in die zin dat de opgelegde beperkingen ter zake:
- een gasstel en gaskachels voor gebruik buiten;
- windbrekers ter bescherming van de tenten tegen de harde wind op de open locatie;
- diverse kleine tenten; voornamelijk ter vervanging van kapot gewaaide tenten.
dienen te worden geschorst tot 6 weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar.
6.5 Verweerder wordt met toepassing van artikel 8:75, eerste lid, van de Awb veroordeeld in de kosten die verzoeker in verband met de behandeling van het verzoek redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op voet van het bepaalde in het Besluit proceskostenbestuursrecht vastgesteld op € 874,- (1 punt voor het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 437,-).
Beslissing
De voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage
1 wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe, in die zin dat de opgelegde beperkingen ter zake:
- een gasstel en gaskachels voor gebruik buiten;
- windbrekers ter bescherming van de tenten tegen de harde wind op de open locatie;
- diverse kleine tenten; voornamelijk ter vervanging van kapot gewaaide tenten.
dienen te worden geschorst tot 6 weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
2 veroordeelt verweerder in de proceskosten ad € 874,- welke kosten verweerder aan verzoeker dient te vergoeden;
3 bepaalt dat verweerder het door verzoeker betaalde griffierecht van € 152,- vergoedt.
De uitspraak is gedaan door mr. K. Schaffels, rechter, in aanwezigheid van
A.J. Faasse-van Rossum, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
28 februari 2012.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.