Sector civiel recht - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: 413707 / KG ZA 12-187
Vonnis in kort geding van 2 maart 2012
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. A.S. Douma te Rijswijk,
de stichting
Christelijke Woonstichting Vidomes,
gevestigd te Delft,
gedaagde,
advocaat mr. E. de Ruiter te Rotterdam.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als '[eiseres]' en 'Vidomes'.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 27 februari 2012 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
1.1. Sinds 1985 huurt [eiseres] van Vidomes de woning gelegen aan de [adres] (hierna: 'de woning'). De zoon van [eiseres] woont sinds 2008 bij haar in huis.
1.2. Bij dagvaarding van 3 januari 2012 heeft Vidomes [eiseres] gedagvaard in kort geding bij de kantonrechter van deze rechtbank, waarbij zij ontruiming van de woning van [eiseres] heeft gevorderd. Daaraan heeft zij ten grondslag gelegd dat de zoon van [eiseres] voor overlast zorgt in het wooncomplex. In het vonnis van 3 februari 2012 van de kantonrechter (hierna: 'het vonnis') staat onder meer vermeld:
"3.5. Dit zo zijnde komt de kantonrechter tot het oordeel dat [eiseres], door na te laten maatregelen te nemen ter voorkoming dan wel bestrijding van de door [eiseres] veroorzaakte overlast, is tekortgeschoten in haar verplichtingen zich te gedragen als goed huurder (7:213 BW) alsmede in haar verplichtingen voortvloeiend uit artikel 11 sub d van de huurovereenkomst. Ter zitting is van de zijde van Vidomes desgevraagd verklaard dat zij, indien de vordering tot ontruiming wordt toegewezen, zich zal inspannen om voor [eiseres] een andere, passende woning te vinden, waarbij zij haar goede relaties met andere woningbouwverenigingen zal inzetten. Gelet hierop ziet de kantonrechter in de door [eiseres] aangevoerde persoonlijke omstandigheden gelegen in haar ziekte, geen aanleiding de vordering in weerwil van de ernstige overlastsituatie af te wijzen.
(...)
De kantonrechter bij wege van voorlopige voorziening:
- veroordeelt [eiseres] de woning gelegen aan de [adres] te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken, voorzover deze zaken niet het eigendom van Vidomes zijn, en deze onder afgifte van alle sleutels ter vrije beschikking van Vidomes te stellen;
(...)
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad."
1.3. Op 14 februari 2012 is het vonnis betekend aan [eiseres], waarbij de ontruiming is aangezegd tegen 8 maart 2012.
1.4. Op 15 februari 2012 heeft [eiseres] een document, genoemd "Considerans", ondertekend, waarin onder meer staat vermeld:
"Ter zitting is door Vidomes verklaard dat zij zich zal inspannen om voor mevrouw [eiseres] een andere passende woning te vinden. Om die reden biedt Vidomes mevrouw [eiseres] deze woning aan.
(...)
Partijen komen overeen als volgt:
Mevrouw [eiseres] zal geen enkele overlast dan wel hinder, in welke vorm dan ook, aan omwonenden veroorzaken.
Mevrouw [eiseres] zal haar zoon, de heer [zoon], niet toelaten in haar woning dan wel in het wooncomplex. Door ondertekening van deze considerans verklaart mevrouw [eiseres] conform deze afspraak te handelen.
Deze considerans maakt deel uit van de huurovereenkomst.
Indien mevrouw [eiseres] zich niet houdt aan bovengenoemde bepalingen, de huurovereenkomst of de algemene huurvoorwaarden zal Vidomes zonder nadere ingebrekestelling de huurovereenkomst laten beëindigen."
2.1. [eiseres] vordert - zakelijk weergegeven - Vidomes te verbieden om hangende het door [eiseres] in te stellen hoger beroep het vonnis ten uitvoer te leggen, op straffe van een dwangsom.
2.2. Daartoe voert [eiseres] het volgende aan. [eiseres] heeft haar raadsman opdracht verstrekt om spoedappel in te stellen tegen het vonnis. Vidomes is echter niet bereid om de uitspraak in hoger beroep af te wachten. [eiseres] heeft bij een onjuiste voorstelling van zaken op 15 februari 2012 een vaststellingsovereenkomst met Vidomes getekend, inhoudende dat zij zich zal conformeren aan de uitspraak van de kantonrechter. [eiseres] vernietigt die overeenkomst dan ook.
De kantonrechter is ten onrechte tot integrale toewijzing van de vorderingen van Vidomes gekomen. De overlastgevende gebeurtenissen, indien deze zich al hebben voorgedaan, kunnen niet worden toegerekend aan [eiseres], laat staan dat deze haar uithuiszetting rechtvaardigen. De kantonrechter heeft nagelaten de gevorderde ontruiming een voorwaardelijke te maken, in die zin dat aan het vonnis geen rechten hadden kunnen worden ontleend indien de zoon van [eiseres] de woning binnen een door de rechter te bepalen termijn had verlaten. Dit levert een juridische misslag op.
Bij [eiseres] is in 2010 darmkanker geconstateerd. Vier weken geleden is zij met spoed opgenomen op de intensive care vanwege hernieuwde darmproblemen. [eiseres] is nu weer thuis, maar haar herstel verloopt minder voorspoedig dan verwacht. Zij is dan ook niet in staat om voor 8 maart aanstaande aan het vonnis te voldoen. Zij kan dat zowel fysiek als mentaal niet aan. Als de executie van het vonnis zal worden voortgezet, zal aan de zijde van [eiseres] een noodtoestand ontstaan, die volstrekt niet in verhouding staat tot de belangen van Vidomes.
2.3. Vidomes voert gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
3. De beoordeling van het geschil
3.1. Vidomes heeft ter zitting verklaard dat het document van 15 februari 2012 enkel de voorwaarden behelst waaronder een nieuwe huurovereenkomst met [eiseres] zou worden aangegaan indien [eiseres] een andere woning zou accepteren. Die verklaring sluit aan bij de in het document gebruikte bewoordingen. Nu Vidomes zich niet op deze akte heeft beroepen, kan in het midden blijven of [eiseres] door de ondertekening ervan in het vonnis heeft berust.
3.2. In een executiegeschil als het onderhavige is uitgangspunt de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van de partij, aan wie de vordering bij - zoals hier - uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis is toegewezen. Slechts indien de executant geen in redelijkheid te respecteren belang bij executie heeft kan tenuitvoerlegging van het vonnis verboden worden. Hiervan kan sprake zijn indien het te executeren vonnis op een juridische of feitelijke misslag berust of indien na het vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten een noodtoestand doen ontstaan voor de eisende partij, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet aanvaardbaar is, alsook indien executant onder de gegeven omstandigheden misbruik van bevoegdheid maakt.
3.3. De voorzieningenrechter is van oordeel dat [eiseres] geen feiten of juridische misvattingen heeft aangevoerd die van dien aard zijn dat hieruit zonder redelijke twijfel kan worden geconcludeerd dat het vonnis in kwestie een evidente misslag bevat. Dat de kantonrechter ook een voorwaardelijke veroordeling tot ontruiming van de woning had kunnen uitspreken, wil nog niet zeggen dat de onvoorwaardelijke toewijzing van de vordering van Vidomes als een juridische misslag kwalificeert.
3.4. Van een noodtoestand op grond van na het vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten is evenmin sprake. De omstandigheid van haar ziekte is immers op zich al meegewogen door de kantonrechter, zoals blijkt uit het laatste deel van overweging 3.5 van het vonnis. Aan toewijzing van het gevorderde stond die omstandigheid niet in de weg, zo blijkt uit het middelste deel van overweging 3.5 van het vonnis, aangezien Vidomes had toegezegd zich in te spannen om voor [eiseres] een andere, passende woning te vinden. Vidomes heeft ter zitting van 27 februari 2012 erkend dat zij tot op heden geen concreet aanbod aan [eiseres] heeft gedaan. Aannemelijk is dat de gezondheidstoestand van [eiseres] na de uitspraakdatum van het vonnis nog niet is verbeterd. Onder deze omstandigheden is de voorzieningenrechter van oordeel dat Vidomes misbruik maakt van bevoegdheid indien zij bij deze stand van zaken overgaat tot executie van het vonnis. In een en ander wordt aanleiding gevonden de vordering in zoverre toe te wijzen dat Vidomes zal worden verboden thans tot executie van het vonnis over te gaan. Eerst zal zij aan de op haar rustende inspanningsverplichting gestalte moeten geven door aan [eiseres] een vervangende, passende woonruimte aan te bieden. Partijen hebben in dit kader reeds gesproken over de woonwensen van [eiseres], zodat Vidomes daarmee naar vermogen rekening kan houden. De executiebevoegdheid van Vidomes zal herleven indien [eiseres] dat aanbod daarna niet binnen een week heeft geaccepteerd.
3.5. Nu Vidomes ter zitting heeft verklaard dat zij haar eerdere toezegging gestand wil doen, acht de voorzieningenrechter de oplegging van een dwangsom niet noodzakelijk.
3.6. In de omstandigheid dat partijen over en weer deels in het ongelijk zijn gesteld, wordt aanleiding gevonden te bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
- verbiedt Vidomes het vonnis van 3 februari 2012 ten uitvoer te leggen zolang zij geen passend aanbod voor een vervangende woning aan [eiseres] heeft gedaan en [eiseres] vervolgens niet gedurende een week de gelegenheid heeft gehad dat aanbod te accepteren;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A. Koppen en in het openbaar uitgesproken op 2 maart 2012.