ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8275
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren van vrijheidsontneming van Guinese vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 17 februari 2012 uitspraak gedaan in een beroep van een Guinese vreemdeling tegen het voortduren van zijn vrijheidsontneming. De eiser, geboren op 18 oktober 1993, had op 7 december 2011 een aanvraag tot afgifte van een laissez passer ingediend bij de autoriteiten van Guinee. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag nog steeds in onderzoek is en dat er op 3 januari 2012 een rappel is verstuurd naar de Guinese autoriteiten. Tijdens een vertrekgesprek op 20 januari 2012 werd duidelijk dat de presentatie van de eiser bij de Guinese autoriteiten was verzet van 31 mei 2012 naar 26 april 2012.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank overwoog dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering ontbrak en dat verweerder voldoende voortvarend handelde door regelmatig vertrekgesprekken te voeren en te rappelleren naar de lopende aanvraag. De rechtbank concludeerde dat het oponthoud niet aan verweerder te verwijten viel, aangezien de vertraging te maken had met de afhankelijkheid van de Guinese autoriteiten en dat eiser zelf ook contact had kunnen opnemen om de presentatie te bespoedigen.
De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep open tegen deze beslissing. De zaak valt onder het bestuursrecht en het vreemdelingenrecht, met zaaknummer AWB 12 / 3465. De beslissing is genomen door rechter B.J. Zippelius, in aanwezigheid van griffier M.M.A. Akkers.