ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8402
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake het verbod op de manifestatie Occupy Den Haag
Op 9 maart 2012 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een zaak betreffende de manifestatie Occupy Den Haag. Verzoekers, bestaande uit verschillende individuen en het Samenwerkingsverband Occupy Den Haag, hadden een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening tegen een besluit van de burgemeester van Den Haag, die op 22 februari 2012 had besloten de manifestatie te verbieden en het kampement op het Malieveld uiterlijk op 28 februari 2012 schoon op te leveren. De burgemeester stelde dat het permanente karakter van het kampement het recht op betoging te buiten ging en dat er incidenten waren die een verbod rechtvaardigden.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat verzoekers bereid waren om tijdelijk naar een andere locatie, de Koekamp, te verhuizen indien dat nodig was in verband met de City Pier City-Loop (CPC) die op 11 maart 2012 zou plaatsvinden. De voorzieningenrechter overwoog dat de burgemeester niet voldoende had aangetoond dat de manifestatie niet meer het karakter van een betoging had en dat er geen dringende redenen waren om de manifestatie te beëindigen. De voorzieningenrechter besloot dat het verzoek om een voorlopige voorziening gedeeltelijk werd toegewezen, in die zin dat het besluit van de burgemeester, dat de manifestatie na de CPC-Loop niet mocht worden voortgezet, werd geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester in de proceskosten moest worden veroordeeld en dat het door verzoekers betaalde griffierecht moest worden vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van het recht op vergadering en betoging, zoals vastgelegd in de Grondwet, en de voorwaarden waaronder dit recht kan worden beperkt. De voorzieningenrechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling dat de manifestatie een gevaar voor de openbare orde vormde en dat de verzoekers recht hadden om hun betoging voort te zetten, mits zij zich aan de geldende regels hielden.