ECLI:NL:RBSGR:2012:BV9218
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Greeuw
- Rechtspraak.nl
Bewaring en terugkeerbesluit in vreemdelingenrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 5 maart 2012 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling. De eiser, van Nigeriaanse nationaliteit, was op 10 februari 2012 in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). De rechtbank oordeelde dat de ophouding van de eiser niet als vrijheidsontneming met het oog op terugkeer kan worden aangemerkt, omdat deze was gericht op het onderzoek naar de identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie van de vreemdeling. De rechtbank volgde de eiser niet in zijn stelling dat er een terugkeerbesluit vereist was voor de ophouding op grond van artikel 50, tweede en derde lid, Vw. De rechtbank stelde vast dat artikel 6 van de Terugkeerrichtlijn enkel bepaalt dat een terugkeerbesluit moet worden uitgevaardigd, maar geen termijn hiervoor voorschrijft. De rechtbank concludeerde dat de bewaring van de eiser niet onrechtmatig was, ook niet omdat hij niet was gehoord in het kader van artikel 50 Vw. De rechtbank verwierp de argumenten van de eiser en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat de rechtbank de opheffing van de maatregel van bewaring niet bevelen.