ECLI:NL:RBSGR:2012:BV9414
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- A. van ’t Laar
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijfsvergunning voor au pair
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 13 maart 2012 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, een Turkse staatsburger, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op grond van artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000. Deze aanvraag werd afgewezen door verweerder, omdat verzoeker niet beschikte over een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening om zijn uitzetting te voorkomen totdat op het bezwaar was beslist.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verweerder in zijn besluit niet is ingegaan op het beroep van verzoeker op artikel 13 van Besluit nr. 1/80 en het arrest van het Hof van Justitie van 24 januari 2008 (Payir e.a.). Verzoeker betoogde dat de omstandigheid dat hij als au pair is toegelaten, niet betekent dat hij niet de hoedanigheid van werknemer bezit en niet tot de legale arbeidmarkt van de lidstaat behoort. De gemachtigde van verweerder heeft ter zitting verklaard dat verzoeker, afgezien van het mvv-vereiste, aan alle voorwaarden voor verlening van een verblijfsvergunning voldoet.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het besluit van verweerder kennelijk onrechtmatig was, omdat het niet voldeed aan de vereisten van zorgvuldigheid en de hoorplicht. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, wat betekent dat de uitzetting van verzoeker achterwege blijft totdat op het bezwaar is beslist. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan verzoeker. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.