ECLI:NL:RBSGR:2012:BW0285
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- E. Kouwenhoven
- M.D.J. van Reenen-Stroebel
- B. Dedden
- Rechtspraak.nl
Weigering van de omzetting van een BBT-aanstelling naar een FPS-aanstelling en de gevolgen voor het ontslag van de eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 12 maart 2012 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de weigering van de omzetting van een BBT-aanstelling naar een FPS-aanstelling van eiser, die sinds 19 november 2007 bij de Koninklijke Marine was aangesteld. Eiser had verzocht om met ingang van 19 november 2011 in aanmerking te komen voor een FPS-aanstelling, maar zijn verzoek werd afgewezen. De rechtbank overwoog dat de gronden van het bezwaar van eiser enkel gericht waren tegen de weigering om de BBT-aanstelling om te zetten in een FPS-aanstelling, en dat verweerder geen aanleiding had om het bezwaar ook als gericht tegen het ontslagbesluit aan te merken. Het ontslagbesluit, dat op 19 juli 2011 was medegedeeld, was inmiddels in rechte onaantastbaar geworden, waardoor eiser geen belang meer had bij de procedure. De rechtbank concludeerde dat gegrondverklaring van het beroep niet zou leiden tot het ongedaan maken van het ontslagbesluit, en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, en de proceskosten werden niet vergoed omdat daar geen aanleiding voor was. Eiser had geen rechtsmiddelen aangewend tegen het eerdere ontslagbesluit, waardoor de rechtbank oordeelde dat hij geen belang meer had bij de beoordeling van het bestreden besluit.