ECLI:NL:RBSGR:2012:BW0695
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schadebepaling in deelgeschilprocedure letselschade
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 22 maart 2012 uitspraak gedaan in een deelgeschilprocedure tussen [verzoeker] en Nationale Nederlanden N.V. [verzoeker] had verzocht om de hoogte van de schade te bepalen, specifiek het verlies van arbeidsvermogen en de derving van oudedagsvoorziening, op grond van artikel 1019z van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het verzoek werd ingediend naar aanleiding van een bedrijfsongeval dat [verzoeker] op 23 maart 1996 had opgelopen, waarbij hij letsel had opgelopen door een defecte machine. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aansprakelijkheid van Nationale Nederlanden voor de schade erkend was, maar dat er een geschil bestond over de hoogte van de schadeposten.
De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat het verzoek niet geschikt was voor behandeling in een deelgeschilprocedure. Dit was gebaseerd op de noodzaak van nadere bewijslevering en deskundigenadvies, wat zou leiden tot een onredelijke kosten- en tijdsbelasting in verhouding tot het belang van de vordering. De rechtbank oordeelde dat de bijdrage van de verzochte beslissing aan de totstandkoming van een minnelijke regeling niet opwoog tegen de kosten en het tijdsverloop van de procedure. Daarom werd het verzoek afgewezen, evenals de kosten van de procedure.
De beslissing benadrukt de rol van de deelgeschilprocedure in letselschadezaken en de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van de kosten en baten van juridische procedures. De rechtbank heeft de partijen erop gewezen dat de bewijslast voor de omvang van de schade bij [verzoeker] ligt, en dat tegenstrijdige deskundigenrapporten een complicerende factor vormen in de beoordeling van de schade.