ECLI:NL:RBSGR:2012:BW1185
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.M.J. Mooijer
- A.J. Dondorp
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige voortzetting van de maatregel in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 1 maart 2012 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Somalische man, had beroep ingesteld tegen de voortzetting van de maatregel op basis van artikel 6 van de Vreemdelingenwet. De rechtbank oordeelde dat de voortzetting van deze maatregel in strijd was met het beleid zoals beschreven in hoofdstuk C12/2.3 van de Vreemdelingencirculaire 2000. In de beschikking op de asielaanvraag werd namelijk een vertrektermijn van vier weken genoemd, wat de rechtbank als onrechtmatig beschouwde. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en beval de opheffing van de bewaring met ingang van de uitspraakdatum. Tevens werd de Staat der Nederlanden veroordeeld tot schadevergoeding van €640 aan eiser, en tot vergoeding van de proceskosten van €874 aan de griffier. De rechtbank wees erop dat de maatregel onrechtmatig was geworden op 22 februari 2012, de dag na de asielbeschikking. De stelling van verweerder dat er sprake was van een ambtelijke misslag werd door de rechtbank verworpen. De rechtbank benadrukte dat de inhoud van de beschikking leidend is en dat de voortzetting van de maatregel niet kon worden gerechtvaardigd. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met een termijn van één week voor het indienen van het beroepschrift, dat aan bepaalde vereisten moet voldoen.