ECLI:NL:RBSGR:2012:BW8731

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
12 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
412187 - FA RK 12-710
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om alimentatie in het kader van familierechtelijke procedure

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 12 juni 2012 uitspraak gedaan in een verzoek om alimentatie dat door de vrouw was ingediend. De civiele procedure was gestart door de man die de vrouw had gedagvaard voor een geldvordering. De vrouw heeft in deze procedure een eis in reconventie gedaan, waarbij zij verzocht om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige zoon. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek om alimentatie niet voldoende was onderbouwd door de vrouw. Ondanks het tijdsverloop in de zaak heeft de vrouw op geen enkel moment haar stellingen onderbouwd, wat heeft geleid tot de afwijzing van haar verzoek. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de vrouw niet gerechtigd was om namens de jong-meerderjarige een vordering in te stellen, omdat er geen machtiging was verstrekt. De rechtbank heeft de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek om een bijdrage ten behoeve van de jong-meerderjarige en heeft het verzoek voor het overige afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven door mr. D.R. van der Meer, bijgestaan door mr. I.M. Talstra - Touwen als griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector familie- en jeugdrecht
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 12-710
Zaaknummer: 412187
Datum beschikking: 12 juni 2012
Alimentatie
Beschikking op de op 20 augustus 2010 ingediende vordering bij conclusie van antwoord van:
[de vrouw],
de vrouw,
wonende te [woonplaats vrouw],
advocaat: mr. R.W. van den Hoek te Leiden.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[de man ],
de man,
wonende te [woonplaats man],
advocaat: mr. --.
Procedure
Op 6 juli 2010 heeft de man de vrouw gedagvaard om voor de civiele rechter van de rechtbank te 's-Gravenhage te verschijnen terzake een geldvordering van de man op de vrouw. Bij conclusie van antwoord heeft de vrouw in deze procedure een eis in reconventie gedaan, betreffende betaling door de man van alimentatie ten behoeve van hun beider zoon [de jong-meerderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats].
De civiele procedure is beëindigd middels een vonnis d.d. [datum vonnis] 2011, waarbij - voor zover hier van belang - de vordering in reconventie van de vrouw als een verzoek om alimentatie is verstaan. Dit verzoek is verwezen naar de sector familie- en jeugdrecht om als verzoekschriftprocedure te worden afgedaan conform artikel 69 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
De rechtbank beschikt in deze zaak over de navolgende stukken:
- de dagvaarding d.d. 6 juli 2010 met producties;
- het faxbericht d.d. 20 augustus 2010 met bijlagen van de zijde van de vrouw;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie van 25 augustus 2010 met producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte wijziging/vermeerdering eis;
- het proces-verbaal van comparitie van 12 januari 2011 met de daarin genoemde stukken;
- het vonnis van deze rechtbank d.d. [datum vonnis] 2011;
- het faxbericht d.d. 11 januari 2012 van de zijde van de vrouw.
Op 15 mei 2012 is de zaak ter terechtzitting behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vrouw met haar advocaat, alsmede de man.
Verzoek en verweer
De vrouw heeft verzocht te bepalen dat:
- de man als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van voormelde minderjarige dient te voldoen een bedrag van € 9.750,- voor de periode van 1 juni 2007 tot en met 31 augustus 2010;
- de man een bedrag van € 250,- per maand dient te voldoen in de kosten van verzorging en opvoeding van de jong-meerderjarige voormeld tot het moment dat hij de 21-jarige leeftijd bereikt ([geboortedatum jong-meerderjarige] 2012);
- een en ander met compensatie van de proceskosten.
De man heeft verweer gevoerd welk verweer hierna voor zover nodig zal worden besproken.
Beoordeling
De rechtbank overweegt als volgt.
Alimentatie
Uit de processtukken blijkt het navolgende. Bij eis van reconventie heeft de vrouw gesteld dat partijen zijn overeengekomen dat de man zou bijdragen aan de kosten van de kinderen. Zij heeft voorts gesteld dat een bijdrage van € 250,- per maand vanaf 1 juni 2007 redelijk en terecht is, uitgaande van het gezamenlijke netto inkomen van partijen en hun draagkracht ten tijde van de echtscheiding.
De man heeft bij conclusie van antwoord in reconventie de door de vrouw gestelde afspraak betwist, alsmede de behoefte van de minderjarige, het netto gezinsinkomen dat hiervoor nodig zou zijn en hij heeft betwist draagkracht te hebben voor de verzochte kinderbijdrage.
De rechtbank stelt vast dat door de vrouw, voor of na betwisting van haar stellingen door de man, op geen enkel moment in de procedure enige onderbouwing is gegeven hoewel daarvoor, gelet op het tijdsverloop in de zaak, ruim voldoende tijd is geweest. De rechtbank is op grond hiervoor van oordeel dat noch de behoefte van de minderjarige aan een bijdrage is komen vast te staan, noch dat de man draagkracht heeft (gehad) om een kinderbijdrage te voldoen. Het verzoek van de vrouw dient om deze reden integraal te worden afgewezen.
Voorts stelt de rechtbank vast dat de vrouw eveneens een bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie heeft verzocht met ingang van 1 september 2010, nadat de minderjarige jong-meerderjarig was geworden. Daargelaten dat ook deze vordering, na betwisting hiervan door de man, op geen enkele wijze is onderbouwd, stelt de rechtbank vast dat de vrouw niet gerechtigd is om namens de jong-meerderjarige deze vordering in te stellen nu niet is gebleken van een machtiging hiertoe. De vrouw zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard voor dit deel van haar verzoek.
Proceskosten
Gelet op het feit dat partijen ex-echtgenoten zijn en het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, ziet de rechtbank aanleiding de proceskosten te compenseren als hierna vermeld.
Beslissing
De rechtbank:
verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in haar verzoek om een bijdrage ten behoeve van de jong-meerderjarige;
wijst het verzoek van de vrouw voor het overige af;
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. D.R. van der Meer, bijgestaan door mr. I.M. Talstra - Touwen als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2012.