ECLI:NL:RBSGR:2012:BX3342
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- R.J. Paris
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vordering tot afname van DNA-materiaal in kort geding met betrekking tot opsporingsonderzoek Etenaken
In deze zaak, die voor de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage werd behandeld, stond de vordering van eiser centraal om te voorkomen dat er DNA-materiaal van hem zou worden afgenomen in het kader van het opsporingsonderzoek Etenaken. Eiser werd vervolgd door de officier van justitie te Middelburg voor het telen en verkopen van hennep en deelname aan een criminele organisatie. De voorzieningenrechter heeft op 1 augustus 2012 uitspraak gedaan in kort geding, waarbij de vordering van eiser werd afgewezen.
Eiser stelde dat gedaagde, het Openbaar Ministerie, onrechtmatig handelde door te eisen dat hij zijn medewerking verleende aan de afname van DNA-materiaal. Hij betoogde dat er geen bruikbaar DNA-materiaal was gevonden dat aan hem kon worden gekoppeld, en dat er dus geen onderzoeksbelang bestond. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat gedaagde voldoende had aangetoond dat er sprake was van een onderzoeksbelang, aangezien er diverse DNA-sporen waren veiliggesteld die nog geen match hadden opgeleverd.
De rechter benadrukte dat de officier van justitie een ruime beleidsvrijheid heeft bij de toepassing van artikel 151b van het Wetboek van Strafvordering, wat betekent dat de rechter slechts een marginale toetsingsbevoegdheid heeft over de rechtmatigheid van het handelen van gedaagde. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vordering van eiser niet kon worden toegewezen, omdat hij niet had aangetoond dat er geen bruikbaar DNA-materiaal was gevonden. Eiser werd bovendien veroordeeld in de kosten van het geding, die op € 1.391,-- werden begroot, inclusief griffierecht en salaris advocaat.