ECLI:NL:RBSGR:2012:BX5776

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
27 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/757408-12
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Brute roofoverval met geweld in woning met gebruik van vuurwapen en bedreiging

Op 27 augustus 2012 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een zaak waarin de verdachte samen met twee mededaders werd beschuldigd van een gewelddadige roofoverval op de aangever in diens woning op 10 februari 2012. De overval vond plaats terwijl de 14 maanden oude dochter van de aangever zich in de kamer bevond. De daders toonden een vuurwapen, bonden de handen en voeten van de aangever vast, en gebruikten geweld om sieraden en tatoeageapparatuur van hem te stelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overval met veel geweld is gepleegd, waarbij de aangever werd geslagen en geschopt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte werd verplicht om € 3.000,- te betalen aan de aangever voor immateriële schade. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de impact op de aangever en zijn gezin zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/757408-12
Datum uitspraak: 27 augustus 2012
Tegenspraak
(Promis)
De rechtbank 's-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats],
adres: [adres],
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Alphen aan den Rijn te Alphen aan den Rijn.
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 30 mei 2012 en 13 augustus 2012.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. P.A. Willemse en van hetgeen door de raadsvrouw van verdachte mr. M.P. Friperson, advocaat te 's-Gravenhage, en door verdachte naar voren is gebracht.
Ter zitting is een schriftelijke verklaring van het slachtoffer voorgelezen.
2. De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 10 februari 2012 te [plaats], in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen (een) tattoeageappara(a)t(en) met toebehoren en/of een portemonnee met inhoud en/of een mobiele telefoon (merk Nokia, kleur zwart) en/of sleutels en/of sieraden en/of een laptop (sony) en/of een fotocamera (Nikon), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het:
- richten van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [aangever] en/of (daarbij) dreigend toevoegen van de woorden: "meewerken anders schiet ik je neer en/of Als jeniet luistert dan blijft de Kleine alleen over en/of jij kunt doen wat je wilt, maar hier zit een demper op, dus niemand hoort het en/of Waar is het geld?", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- in een wurggreep houden van die [aangever] en/of (daarbij) dreigend toevoegen van de woorden: "meewerken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- slaan met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in het gezicht, althans op het hoofd, van die [aangever] en/of
- vastbinden van armen en benen van die [aangever] en/of
- trekken van een tas over het hoofd van die [aangever] en/of
- (vervolgens) schoppen tegen het hoofd van die [aangever] en/of
- losrukken van sieraden van nek en/of vingers van die [aangever] en/of
- wegnemen van een portemonnee van die [aangever];
en/of
hij op of omstreeks 10 februari 2012 te [plaats], in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever] heeft gedwongen tot de afgifte van (een) tattoeageappara(a)t(en) met toebehoren en/of een portemonnee met inhoud en/of een mobiele telefoon (merk Nokia, kleur zwart) en/of sleutels en/of sieraden en/of een laptop (sony) en/of een fotocamera (Nikon), in elk geval
van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het:
- richten van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [aangever] en/of (daarbij) dreigend toevoegen van de woorden: "meewerken anders schiet ik je neer en/of Als jeniet luistert dan blijft de Kleine alleen over en/of jij kunt doen wat je wilt, maar hier zit een demper op, dus niemand hoort het en/of Waar is het geld?", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- in een wurggreep houden van die [aangever] en/of (daarbij) dreigend toevoegen van de woorden: "meewerken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- slaan met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in het gezicht, althans op het hoofd, van die [aangever] en/of
- vastbinden van armen en benen van die [aangever] en/of
- trekken van een tas over het hoofd van die [aangever] en/of
- (vervolgens) schoppen tegen het hoofd van die [aangever] en/of
- losrukken van sieraden van nek en/of vingers van die [aangever]
- wegnemen van een portemonnee van die [aangever];
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
3. Bewijsoverwegingen
3.1 Inleiding
De verdenking komt er (kort en zakelijk weergegeven) op neer dat verdachte zich op 10 februari 2012 te [plaats] heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van een gewelddadige roofoverval op [aangever], waarbij onder meer tatoeageapparaten en sieraden zijn weggenomen.
3.2 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft - conform haar ter terechtzitting overhandigde schriftelijke requisitoir - gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het hem onder eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit.
3.3 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank - conform haar terechtzitting overhandigde schriftelijke pleitnota - verzocht verdachte vrij te spreken van het hem ten laste gelegde feit. Zij heeft daartoe in de kern het volgende aangevoerd:
- Verdachte past niet volledig in het algemene signalement dat door de aangever is opgegeven.
- De herkenning van verdachte door de aangever kan niet worden gebruikt voor het bewijs.
- Het kan niet meer worden vastgesteld op welk tijdstip de verdachten precies bij de flat aan de [adres verdachte] zijn aangekomen;
- Er is geen technisch bewijs dat verdachte in de woning is geweest.
- Er is geen relatie tussen verdachte en medeverdachte [verdachte 3].
Voorts heeft de raadsvrouw een alternatief scenario aangedragen dat in haar visie niet strijdig is met de bewijsmiddelen.
3.4 De beoordeling van de tenlastelegging1
Ter terechtzitting van 13 augustus 2012 zijn gelijktijdig, maar niet gevoegd, met de zaak van verdachte [verdachte] de zaken van twee medeverdachten, te weten [verdachte 2] en [verdachte 3], behandeld.
De rechtbank stelt op basis van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast met betrekking tot deze drie verdachten.
3.4.1 Aangifte en nadere verklaringen [aangever]
De heer [aangever] heeft in zijn aangifte verklaard dat hij zich op 10 februari 2012 in zijn woning aan de [adres] bevond. Omstreeks 11.15 uur werd hij op zijn mobiele telefoon gebeld door een onbekend nummer. De persoon vroeg of hij langs kon komen om een voeding te kopen. Rond 13.15 of 13.30 uur werd aangever gebeld door een persoon die volgens aangever hetzelfde klonk als de persoon die hem daarvoor had gebeld. De persoon zei dat hij er bijna was en vroeg om het huisnummer van aangever. Nadat was aangebeld, deed aangever de voordeur open. Zijn dochter van ongeveer 14 maanden lag in een box in de woonkamer. Aangever zag twee Antilliaanse jongens naar boven komen lopen. Een jongen met een mutsje vroeg of hij naar de wc mocht. De andere jongen bleef in de woonkamer. Vervolgens kwam de jongen van de wc terug en aangever zag dat hij een vuurwapen in zijn rechterhand had. Hij zag dat de jongen het vuurwapen op hem richtte. De jongen zei: "Meewerken anders schiet ik je neer." Aangever pakte het vuurwapen beet, maar de jongen kon het vuurwapen doorgeven aan de andere jongen. Aangever ging toen op die andere jongen af en probeerde het vuurwapen van hem af te pakken. De andere jongen pakte hem in een wurggreep. De man met de muts en het vuurwapen liep richting de box waar de dochter van aangever in lag. Toen staakte aangever zijn verzet. Aangever kreeg meerdere klappen met het vuurwapen in zijn gezicht. Aangever voelde een hevige pijn en zag dat zijn handen onder het bloed zaten.
Vervolgens werd hij vastgebonden met een wit touw. Eerst zijn handen en toen deden ze zijn broek uit en werden zijn benen vastgebonden. Toen die persoon dat deed, trok hij de mobiele telefoon (merk Nokia), portemonnee en sleutels uit de zak van aangever. In de portemonnee zaten onder meer een bankpasje, een ADO clubkaart en een ID-kaart.
Daarna kreeg aangever een plastic wit tasje over zijn hoofd getrokken en kreeg hij twee schoppen tegen zijn hoofd.
Aangever hoorde dat ze zijn tatoeagespullen in een tas aan het gooien waren. Toen hoorde hij een gefluit. Later bleek dat er een derde persoon bij was. Vervolgens gingen ze alle kamers doorzoeken en namen ze goud af. Aangever had twee gouden kettingen om en vier ringen om zijn vingers zitten. Deze hebben ze met veel geweld van hem afgetrokken.
Vervolgens hoorde aangever dat ze zijn horloge en zijn armband hadden gepakt. Hij had deze spullen op zijn nachtkastje liggen. Later bleek dat ze de laptop (merk Sony) en camera (merk Nikon) van de vrouw van verdachte ook hadden meegenomen.
Aangever heeft met betrekking tot het vuurwapen verklaard dat het een zilverkleurig vuurwapen betrof. Het was geen revolver. Wel zat er een zilverkleurige demper op. Volgens aangever leek het op een politiewapen, maar dan met een iets kortere loop.2
Aangever heeft tijdens een nader verhoor verklaard dat de demper ongeveer 12 centimeter lang was en het pistool tussen de 15 en 20 centimeter. De demper en het pistool waren matgrijs.3
Toen de personen weg waren, is aangever opgestaan en naar het woonkamerraam gelopen. Hij zag drie personen lopen. Hij zag dat ze zeker zeven witte tassen en een Hoogvliettas bij zich droegen. Ook zag hij dat ze vier zwarte koffers bij zich hadden. Deze koffers waren ook van aangever. Het waren koffertjes waar hij tatoeagesetjes in bewaarde. De koffers zijn niet groter dan anderhalve schoenendoos.4
De verbalisanten die na de melding van aangever [aangever] ter plaatse kwamen, hebben in zijn woning een wit gekleurd touw en een wit kleurige tas met enkele bloedspetters aangetroffen.5
Een verbalisant heeft op 11 februari 2012 foto's gemaakt van het letsel van [aangever] en gerelateerd dat hij zag dat er een rode striem zat bij zijn rechter enkel. Tevens zag de verbalisant duidelijke schaafsporen op en rond de middelste knokkel van de linkerhand van [aangever]. Voorts zag de verbalisant dat onder het rechteroog van [aangever] een flinke wond en een verdikking zaten.6
De rechtbank concludeert op grond van het vorenstaande dat de overval heeft plaatsgevonden met het door aangever beschreven geweld.
Aangever heeft de volgende signalementen opgegeven van de daders:
De jongen die het vuurwapen op aangever richtte:
Antilliaanse man, 25 jaar oud, 1.76 m, kort gemillimeterd haar, donker van kleur. Hij was niet echt donker, maar ook niet licht. Zij gezicht had een ei-vorm, aangever bedoelt ovaal. Hij had geen dikke lippen. Hij had een normale neus. Zijn ogen waren lichtbruin. Hij was niet geschoren, maar had ook geen baard. Zijn snor was iets langer. Hij had een gouden tand. Aangever gelooft wel twee, maar weet dat niet meer zeker. Die zaten naast zijn twee voortanden. Hij had een normaal postuur. Aangever heeft niet gezien of hij een tatoeage had.
De jongen had een donkere muts op en een donkere driekwart jas met capuchon aan. Hij droeg een donkere broek. Daaronder droeg hij hoge bergschoenen, crèmekleurig.7 De schoenen waren vergelijkbaar met het model van het merk [merk].8
Aangever schat de andere jongen, ook een Antilliaanse man, 24-25 jaar oud. Hij was iets kleiner dan de hiervoor beschreven jongen. Hij had dunne dreadlocks tot aan zijn schouders. Hij had echt een donkere huid. Hij had iets dikkere lippen dan de eerste. Ook zijn neus was dikker. Hij had donkere ogen. Hij had een vierkante glimmend zwarte bril op. Hij had [tatoeages] in zijn nek, aan de linkerkant. Het waren tatoeages. Zijn gezicht was rechthoekig en hij had een dikkere kin, althans die viel aangever op. Aangever denkt dat hij geen gouden tanden in zijn mond had.
De jongen droeg een korte zwarte glimmende jas model Nickelson, met horizontale verdikkingen. Hij droeg een strakkere broek en sportschoenen die licht van kleur waren.
Deze jongen kreeg het wapen van die andere jongen toegegooid. Hij hield dat wapen op aangever gericht en zei dat als aangever niet zou luisteren die kleine alleen zou achterblijven. Ook zei hij: "Jij kunt doen wat je wilt, maar hier zit een demper op, dus niemand hoort het."9
Over de tatoeage heeft aangever nader verklaard dat het [tatoeages] waren. De [tatoeages] waren vermoedelijk [tatoeages]. Van de [tatoeages] waren de contouren zichtbaar, maar wel aangedikt.10 Voorts heeft aangever verklaard dat de [tatoeages] in een [vorm] zaten en heeft hij hiervan een tekening gemaakt.11
Aangever heeft de derde persoon niet gezien.12 Aangever heeft verklaard dat hij hoorde dat de derde persoon met de andere mannen in het Papiaments sprak. Hij sprak tegen aangever wel in het Nederlands.13
3.4.2 Historische verkeersgegevens / verdenking [verdachte]
Uit de historische verkeersgegevens van het mobiele telefoonnummer van aangever is gebleken dat hij op 10 februari 2012, omstreeks 13.20 uur, gedurende 16 seconden, is gebeld door het mobiele telefoonnummer [nummer 1].
Hierbij maakte het telefoonnummer van aangever gebruik van de zendmast [adres].14
Uit de historische verkeersgegevens van [nummer 1] is gebleken dat dit nummer op vrijdag 10 februari 2012 twee keer heeft gebeld met het telefoonnummer dat in gebruik is bij aangever.
Tevens bleek uit de historische verkeersgegevens dat het telefoonnummer [nummer 1] om 11.43 (ten tijde van het eerste telefoontje) een zendmast aanstraalde aan de [straat] te [woonplaats verdachte] en dat deze om 13.20 uur (ten tijde van het tweede telefoontje) een zendmast aanstraalde aan de [straat] te [woonplaats aangever].
Opvallend was eveneens dat vanaf het moment van de overval het telefoonnummer niet meer gebruikt is om te bellen dan wel sms-berichten te versturen en nog slechts sporadisch een zendmast aanstraalde. Voor het eerst was dit weer het geval op 10 februari 2012 omstreeks 21.04 uur, de telefoon straalde toen een zendmast op de [straat] te [plaats].15
Na onderzoek in de open bron Google Maps is gebleken dat de [straat] te [woonplaats aangever] op 1.000 meter afstand is gelegen van de plaats delict [adres] te [woonplaats aangever].16
Op 11 februari 2012 is een bevel tot spoedtap afgegeven op het telefoonnummer [nummer 1]. Uit deze spoedtap kwam naar voren dat de gebruiker van het telefoonnummer vermoedelijk als uitzendkracht voor [uitzendbureau] werkzaam is. Tevens kwam in een sms uit de spoedtap naar voren dat de gebruiker [voornaam verdachte] wordt genoemd. Na onderzoek in de computersystemen van [uitzendbureau] bleek de gebruiker van het telefoonnummer [verdachte], geboren [geboortedatum] 1981, te betreffen.17
Uit onderzoek in het bedrijfsprocessensysteem van de politie is gebleken dat [verdachte] op 16 februari 2012 is aangehouden ter zake van het plegen van een winkeldiefstal in [winkel] in [woonplaats verdachte]. [verdachte] werd aangehouden samen met een man genaamd [verdachte 2], geboren [geboortedatum] 1985. Voorts bleek dat in de insluitingsfouillering van [verdachte] een autosleutel werd aangetroffen welke was te koppelen aan een huurauto van de firma [autoverhuurbedrijf] te [plaats]. Het betrof een bruine Volkwagen Golf Variant, met kenteken [kenteken]. Na een vordering tot uitlevering van gegevens is gebleken dat deze auto op 8 februari 2012 was gehuurd door [verdachte] en dat de auto op 18 februari 2012 weer is ingeleverd bij het autoverhuurbedrijf.18
Het autoverhuurbedrijf [autoverhuurbedrijf] heeft camerabeelden ter beschikking gesteld aan de politie. De verbalisant die de camerabeelden heeft uitgekeken, heeft gerelateerd dat op de beelden van 8 februari 2012, vanaf omstreeks 12.36 uur is te zien dat de verdachten [verdachte] en [verdachte 2] het autoverhuurbedrijf betreden en zich melden aan de afhaalbalie. Vervolgens verlaten beide verdachten het autoverhuurbedrijf met medeneming van de gehuurde personenauto Volkswagen Golf Variant, kleur bruin en voorzien van kenteken [kenteken].
Op de beelden van 18 februari 2012, vanaf omstreeks 12.18 uur, is te zien dat verdachte [verdachte] het perceel weer betreedt en de gehuurde bruine Volkswagen komt inleveren.19
Tijdens de doorzoeking van de verblijfplaats van verdachte [verdachte 2], de [adres verdachte 2], is een factuur inzake verhuurovereenkomst van [autoverhuurbedrijf], op naam van dhr. [verdachte], betreffende een VW Golf met kenteken [kenteken], aangetroffen.20
De rechtbank concludeert gelet op het vorenstaande dat de verdachten [verdachte] en [verdachte 2] meermalen samen gebruik hebben gemaakt van de voormelde bruine Volkswagen Golf.
3.4.3 Camerabeelden [adres verdachte] / verdenking [verdachte 2] en [verdachte 3]
Uit het bedrijfsprocessensysteem van de politie is gebleken dat het verblijfadres van [verdachte] [adres verdachte] was.21
Door een verbalisant zijn de camerabeelden van de beveiligingscamera's van de flat aan de [adres verdachte] te [woonplaats] bekeken.
De verbalisant heeft gerelateerd dat op de beelden van 10 februari 2012, vanaf 12.02 uur, is te zien dat de lift wordt geopend en dat er drie ogenschijnlijk Antilliaanse mannen achter elkaar de lift in stappen. Vervolgens is te zien dat alle drie de mannen de centrale hal uitlopen en rechtsaf slaan, het parkeerterrein op.
De verdachte 3 draagt een paarse baseballcap en een bril met zwart montuur. Ook is te zien dat hij een bruine bodywarmer aan heeft met op de rugzijde een wit merkembleem. De verbalisant heeft de verdachte 2 herkend als de man die samen met verdachte [verdachte] op 16 februari 2012 is aangehouden in de [winkel] te [woonplaats verdachte]. De verbalisant heeft de verdachte onder meer herkend aan de bijzondere tatoeages in zijn gelaat. Het betrof de man genaamd [verdachte 2]. Voorts heeft de verbalisant de verdachte 1 aan zijn specifieke smalle gelaat herkend als verdachte [verdachte].
De verbalisant heeft gerelateerd dat op de beelden van 10 februari 2012, vanaf 12.05 uur, is te zien dat vanaf het parkeerterrein voor de bewuste flat een bruine Volkswagen Golf Variant wegrijdt.22
De rechtbank is - mede op grond van hetgeen hiervoor, onder 3.4.2, is overwogen - van oordeel dat het niet anders kan dan dat dit de bruine Volkswagen Golf Variant betrof die is gehuurd door de verdachten [verdachte] en [verdachte 2].
De verbalisant heeft voorts gerelateerd dat op de beelden van 10 februari 2012, vanaf 13.52 uur, is te zien dat over het bewuste parkeerterrein een zelfde soort bruine Volkswagen Golf Variant aan komt rijden. Te zien is dat het voertuig wordt geparkeerd en dat er drie mannen uitstappen.
De verbalisant heeft gerelateerd dat op de beelden van 10 februari 2012, vanaf 13.55 uur, is te zien dat de verdachte 2 ([verdachte 2]) en de verdachte 3 de centrale toegangshal inlopen. Beide verdachten dragen een aantal grote boodschappentassen en zwarte koffertjes en nemen de lift naar boven. De verdachte 3 draagt nu geen baseballcap en bril meer, maar wel dezelfde bruine bodywarmer met op de rugzijde het witte merkembleem. Ook is te zien dat de verdachte 3 op zijn rechterwang [tatoeages] heeft staan.
De verbalisant heeft gerelateerd dat op de beelden van 10 februari 2012, vanaf 13.59 uur, is te zien dat de verdachte 1 ([verdachte]) aan komt lopen over het parkeerterrein van de flat, de centrale hal in loopt en met de lift naar boven gaat. 23
De verbalisant heeft ten slotte gerelateerd dat de zwarte koffertjes die de verdachten 2 en 3 de lift in meenemen soortgelijk zijn aan de koffertjes die zijn weggenomen gedurende de overval in perceel [adres aangever]. 24
Uit nader onderzoek aan de opnameapparatuur is gebleken dat het tijdstip getoond op de camerabeelden niet overeenkwam met de daadwerkelijke tijd. De getoonde tijd liep 13 minuten achter de daadwerkelijke tijd.25
Verdachte [verdachte 2] heeft verklaard dat hij verdachte [verdachte] heeft geholpen de tassen en koffertjes mee naar boven te nemen.26
3.4.4 Herkenningen verdachten
Naar aanleiding van de door aangever opgegeven signalementen werd informatie geplaatst op de BRI-Operationeel, met de vraag of collega's aansloegen op de opgegeven signalementen. Op 16 februari 2012 werd naar aanleiding van het signalement van de aangever dat een van de verdachten een tatoeage aan de rechterkant van zijn nek had in de vorm van [tatoeages] door verbalisant [verbalisant 1] de naam doorgegeven van [verdachte 3], geboren op [geboortedatum] 1989. Op een politiefoto van [verdachte 3] is waar te nemen dat hij op de rechterkant van zijn gezicht [tatoeages] heeft getatoeëerd [vorm]. Verbalisant [verbalisant 2] heeft gerelateerd dat hij grote overeenkomsten ziet tussen [verdachte 3] en de verdachte persoon in de lift. De verbalisant ziet grote overeenkomsten in de tatoeage op de rechterzijde van het gelaat en in de vorm van het gelaat, neus en mond, waardoor hij met grote zekerheid kan verklaren dat de verdachte in de lift [verdachte 3] betrof.27
Verbalisant [verbalisant 3] heeft van het onderzoeksteam drie foto's ontvangen en vervolgens een zoekslag gemaakt in het programma FotoConfrontatieModule. Tijdens het bekijken van personen die voldeden aan de kenmerken ´negroïde man met als haardracht korte dreadlocks en op zijn rechter jukbeen een tatoeage van [vorm tatoeages]´ zag hij dat één persoon erg veel overeenkomsten had met de verdachte die stond afgebeeld op de foto´s. De persoon betrof [verdachte 3].28
Aan verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 4], werkzaam als 'buurtagent Antillianen' van de Regiopolitie [regio], is gevraagd of zij de personen, welke op enkele fotografische afbeeldingen (van de camerabeelden van de [adres verdachte] te [woonplaats verdachte]) stonden weergegeven, herkenden. Zij hebben op één van de foto's de hen ambtshalve bekende [verdachte 3], geboren op [geboortedatum] 1989, herkend. [verdachte 3] is voor de verbalisanten zeer herkenbaar omdat hij aan de rechterzijde van zijn gelaat [vorm tatoeages] heeft. Op een andere foto hebben zij de hen ambtshalve bekende [verdachte 2] herkend. [verdachte 2] is voor de verbalisanten zeer herkenbaar omdat hij in het gelaat een aantal tatoeages heeft, waaronder op de linkerzijde een tatoeage die lijkt op [vorm tatoeages]. Ook heeft hij aan de rechterzijde van zijn gelaat een [vorm tatoeage] getatoeëerd staan.29
Ten aanzien van verdachte [verdachte] bevinden zich in het dossier voorts nog de volgende bevindingen omtrent het signalement.
- Het signalement dat aangever [aangever] heeft opgegeven van dader 1 lijkt volgens een verbalisant in grote lijnen op het signalement van verdachte [verdachte] naar aanleiding van de camerabeelden in [adres verdachte].30
- Tijdens de doorzoeking in de verblijfplaats van verdachte [verdachte], aan [adres], is een donkerkleurige glimmende jas met capuchon en met witte letters het getal '54' op de borst, van het merk Nickelson, in beslag genomen. Tevens is een tweekleurige sjaal in grijs en blauw in beslag genomen. Deze jas en sjaal heeft verdachte [verdachte] gedragen vlak na de overval. Dit is vastgesteld op camerabeelden in de lift van de [adres verdachte].31 Verdachte heeft verklaard dat deze jas en sjaal van hem zijn.32
- Tijdens de doorzoeking van de fouillering van [verdachte] is een paar half hoge laarzen van het merk [merk] aangetroffen. Aangever [aangever] heeft verklaard dat één van de daders een paar beige schoenen gelijkend op [merk] schoenen aan had.33
- Aangever heeft, nadat hem foto's van verdachte [verdachte] waren getoond, verklaard dat hij hem herkende als de jongen die zich voordeed als degene die op 10 februari 2012 wat wilde kopen bij hem in de woning. Toen hij in zijn woning was, wilde deze jongen naar de wc. Nadat hij van de wc afkwam, bedreigde hij aangever met een pistool. Aangever heeft verklaard dat hij er 100% zeker van is dat het deze jongen was. Dit kwam mede door foto 118 waar hij de muts draagt. De kleding die hij daar draagt, kwam overeen met de verklaring die aangever hierover heeft afgelegd. Hij droeg een donkere muts en een donkere jas.34
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de herkenning door aangever [aangever] van verdachte [verdachte] van een foto niet mag worden gebruikt, omdat niet is voldaan aan de eisen voor een (meervoudige) fotoconfrontatie. De rechtbank stelt voorop dat met het tonen van foto's onder alle omstandigheden zeer zorgvuldig dient te worden omgegaan. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de officier van justitie genoegzaam toegelicht dat, gegeven de opgegeven signalementen met kenmerkende tatoeages, een meervoudige fotoconfrontatie redelijkerwijs niet tot de mogelijkheden behoorde. Het enkele tonen van één foto aan [aangever] levert dus geen schending van zorgvuldigheidsregels op. Nu verder gesteld noch gebleken is dat die fotoconfrontatie ook overigens onzorgvuldig zou zijn verlopen, kan de herkenning van [verdachte] door aangever worden gebezigd voor het bewijs. Die herkenning is ook duidelijk: [aangever] heeft verdachte direct bij de eerste keer dat hem de foto's werden getoond herkend en hij heeft zijn herkenning uitvoerig toegelicht en onderbouwd.
Ten aanzien van verdachte [verdachte 3] bevinden zich in het dossier voorts nog de volgende herkenningen.
- Het signalement dat aangever [aangever] heeft opgegeven van dader 2, lijkt volgens een verbalisant in grote lijnen op het signalement van verdachte [verdachte 3] naar aanleiding van de camerabeelden in [adres verdachte].35
- De verbalisanten die verdachte [verdachte 3] na zijn aanhouding hebben verhoord, hebben gerelateerd dat zij hem direct herkenden als de verdachte op de beelden, afkomstig uit de lift van [adres verdachte]. Zij herkenden hem aan zijn haardracht, de opvallende lange rastastrengen in zijn nek en de kortere rasta's bovenop zijn hoofd. Tevens herkenden zij hem aan de [vorm tatoeages], die hij op zijn rechterwang droeg. Deze afbeeldingen kwamen exact overeen met de hen ambtshalve bekende politiefoto die van verdachte [verdachte 3] voorhanden was. Tevens herkenden zij hem aan zijn gezicht.36
- Tijdens de doorzoeking in de verblijfplaats van verdachte [verdachte 3] aan [adres verdachte 3] werd onder andere een baseball cap in beslag genomen met het logo van het Amerikaanse sportteam de 'Hornets'. Op meerdere screenshots van de camerabeelden van het flatgebouw [adres verdachte] is te zien dat één van de verdachten, zeer waarschijnlijk de verdachte [verdachte 3], een bepaald soort en type baseball cap draagt. Na onderzoek in de open bron Google is gebleken dat het zeer waarschijnlijk een baseball cap met daarop afgebeeld het logo van het Amerikaanse sportteam de 'Hornets' betreft. De inbeslaggenomen baseball cap vertoont na vergelijk met de uitgekeken camerabeelden een zeer grote overeenkomst met de baseball cap die is gedragen door zeer waarschijnlijk de verdachte [verdachte 3].37
- Op de screenshots van de lift van de [adres verdachte] is de verdachte [verdachte 3] eerst te zien met een paarse pet. Op de screenshots is te zien dat de jongen met de paarse pet en de jongen zonder paarse pet, maar met dezelfde jas en haardracht, een felgekleurd armbandje draagt. In de fouillering van verdachte [verdachte 3] is een rood plastic armbandje aangetroffen. Een verbalisant heeft gerelateerd dat het rode armbandje uit de fouillering sterk lijkt op het armbandje dat de persoon op de foto's draagt. Beiden zijn vermoedelijk plastic armbandjes, dit is op te maken uit de strakke lijnen van het armbandje. Ambtshalve is de verbalisant bekend dat kleuren op beelden soms iets afwijken, vaak door verlichting of door duisternis. Op de beelden in de lift is te zien dat het armbandje roodachtig van kleur is.38
- Aan de getuige [getuige 1], de vriendin van verdachte [verdachte 3], is een screenshot van de camerabeelden van de flat aan de [adres verdachte] getoond (opmerking rechtbank: waarop de verdachte met de [vorm tatoeages] in zijn gezicht is afgebeeld). De getuige heeft verklaard dat zij op deze afbeelding verdachte herkende. Zij herkende hem aan de [vorm tatoeages] op zijn gezicht, aan zijn haar en aan zijn gezicht. Tevens is aan deze getuige een ander screenhot van de camerabeelden van de flat aan [adres verdachte] getoond (opmerking rechtbank: tijdstip 12.02, hierop zijn de verdachte met het paarse petje, de verdachte met de Nickelson jas en de verdachte met de muts afgebeeld). De getuige heeft verklaard dat zij de verdachte [verdachte 3] zag met de paarse pet.39
- Aan de getuigen [getuigen 2 & 3], de ouders van de vriendin van verdachte [verdachte 3], zijn zes afdrukken van camerabeelden van de flat aan [adres verdachte] getoond (opmerking rechtbank: het betreft zowel afbeeldingen waarop de verdachte met de [vorm tatoeages] in zijn gezicht is afgebeeld als afbeeldingen waar de verdachte met het petje op is afgebeeld). Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij op alle zes de afdrukken de vriend van zijn dochter, [verdachte 3] ([verdachte 3]), herkende. Tevens verklaarde hij na het zien van afdrukken A5 en A6 dat [verdachte 3] vaker een bril draagt en hem ook zo herkent. Hij verklaarde [verdachte 3] te herkennen aan zijn bouw en zijn gezicht. Getuige [getuige 2] verklaarde na het zien van de afdrukken dat zij op de afdrukken de vriend van haar dochter herkende, genaamd [verdachte 3].40
- Verdachte [verdachte 3] heeft met betrekking tot de tatoeage in zijn gelaat verklaard dat hij niemand kent die hetzelfde heeft als hij: [vorm tatoeages]. Ook heeft hij een [tatoeage].41
- Aangever heeft, nadat hem foto's van verdachte [verdachte 3] waren getoond, verklaard dat hij de persoon in de gehele donkere kleding die op de foto's 117, 119 en 120 staat herkende wat betreft zijn gezichtvorm als de persoon die in zijn woning is geweest om hem te overvallen. De vorm van zijn kin vooral op foto 117 herkende hij als de tweede persoon die de overval heeft gepleegd. Deze persoon droeg echter een bril. Verdachte heeft verklaard te zien dat deze persoon [vorm tatoeages] in zijn gezicht heeft staan en dat hij dat alleen niet herkende, omdat in zijn gedachten deze persoon de [vorm tatoeages] in zijn nek had staan. Aangever heeft voorts verklaard dat hij de persoon op foto 120, zoals hij daar staat en zijn blik is, onmiddellijk herkende als de persoon die de overval heeft gepleegd.42
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij meerdere gouden tanden heeft.43
Ter terechtzitting van 13 augustus 2012 zijn de camerabeelden van de flat aan [adres verdachte] bekeken. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de beelden van de personen die telkens als de verdachten zijn herkend helder en duidelijk. Voorts heeft de rechtbank ter terechtzitting de verdachte waargenomen en vastgesteld dat hij in grote mate voldoet aan het signalement van de persoon die op de desbetreffende camerabeelden te zien is.44
De rechtbank concludeert, gelet op voormelde herkenningen, dat de verdachten [verdachte], [verdachte 2] en [verdachte 3] de personen zijn die zijn waar te nemen op de camerabeelden van de flat aan [adres verdachte], zowel op de tijdstippen voorafgaande aan de overval, als op de tijdstippen na de overval op [aangever].
3.4.5 Doorzoeking woningen [verdachte] + [verdachte 3] + [verdachte 2]
Op het verblijfadres van verdachte [verdachte],[adres], heeft een doorzoeking plaatsgevonden. Hierbij zijn onder meer de volgende goederen in beslag genomen.
- Samsung Galaxy Apollo mobiele telefoon (zwart).
- Hoogvliet boodschappentas met 27 inktflesjes van diverse kleuren.
- Hoogvliet boodschappentas met 34 stuks tatoeagemachines.
- Oranje roze groen gekleurde boodschappen tas met 35 stuks tatoeagemachines, waarvan 1 boksbeugel.
- Zwart paarse reiskoffer met 59 stuks tatoeagemachines, waarvan 3 in zilveren doosjes.
- Zwart koffertje met tatoeageattributen, waaronder een blauwe voeding.
- Doorzichtige plastic lade met 24 inktflesjes in diverse kleuren.45
Aan verdachte [verdachte] is een foto met tatoeageattributen getoond. Hij heeft verklaard dat hij de spullen herkende. Voorts heeft hij verklaard dat hij alle tatoeagespullen in de woning van (zijn vriendin) [vriendin ] heeft gebracht.46
Bij onderzoek in de inbeslaggenomen blauwe Hoogvliet boodschappentassen heeft een verbalisant een bonnetje van de Hema, vestiging [vestiging], aangetroffen. Op het bonnetje was te zien dat daar op 8 februari 2012 babykleding was gekocht. Het bedrag was afgerekend met een Maestrokaart van de ABN Amro bank. De verbalisant heeft telefonisch contact gezocht met aangever [aangever] en gevraagd of hij blauwe Hoogvliet tassen heeft. [aangever] heeft verklaard dat hij er twee heeft gehad. Voorts heeft [aangever] verklaard dat zijn vrouw laatst babykleding heeft gekocht bij de Hema in [vestiging] en de kleding heeft afgerekend met haar bankpas van ABN Amro.47 Getuige [getuige 4], de vrouw van [aangever], heeft zelf nader verklaard dat haar bankpasje pasnummer [nummer] heeft en geldig was tot en met 31 januari 2016. Een verbalisant heeft gerelateerd dat blijkens het bonnetje van de Hema was betaald met een pasje eindigend op [cijfer] dat geldig was tot 31 januari 2016.48
Bij onderzoek in de mobiele telefoon van het merk Samsung Galaxy Apollo werd op de geheugenkaart een aantal foto's aangetroffen. Op deze foto's zag de verbalisant drie witte honden, tevens een blanke vrouw met donker haar en een baby. Aangever [aangever] is geconfronteerd met die Samsung Galaxy. Hij heeft verklaard dat het zijn telefoontoestel was en dat hij zijn vrouw en kind op de foto's herkende.49
Op het verblijfadres van verdachte [verdachte 2], [adres], heeft een doorzoeking plaatsgevonden.
Hierbij zijn onder meer de volgende goederen in beslag genomen.
- Trolley met diverse tatoeageattributen, zoals inkt, naalden, machientjes en voorbeeldboeken.
- Bediening en pedaal voor tatoeageapparatuur.50
Voorts werd op het verblijfadres van verdachte [verdachte 2] een zwart metalen vuurwapen in beslag genomen.51 Een materiedeskundige wapens, munitie en explosieven heeft dit vuurwapen onderzocht. Hij heeft gerelateerd dat het een gaspistool betrof, van het merk [merk], model [model], kaliber 9 mm P.A.K. Het vuurwapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie. Het vuurwapen was doorgeladen, dat wil zeggen er zat een patroonmagazijn met één CS patroon in het pistool en één knalpatroon in de kamer. Het CS gaspatroon was van het merk [merk], kaliber 9 mm. Het knalpatroon was van het merk [merk], kaliber 9 mm. De munitie is munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie.52
Op het verblijfadres van verdachte [verdachte 3], [adres], heeft ook een doorzoeking plaatsgevonden. Hierbij werd in een boekenkast een paars petje aangetroffen met de opening naar boven. De verbalisant die het petje oppakte, zag in het petje een relatief klein model vuurwapen, een pistool, zwart van kleur. Verder zag de verbalisant dat naast het vuurwapen een zilver- of metaalkleurige geluidsdemper lag. Het pistool bevatte drie scherpe patronen.53
Een materiedeskundige wapens, munitie en explosieven heeft dit vuurwapen onderzocht. Hij heeft gerelateerd dat het een omgebouwd alarmpistool betrof, van de fabrikant [fabrikant]. en het merk [merk], model .[model], kaliber oorspronkelijk 8 mm knal, omgebouwd naar 6.35 mm. Het wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 categorie II, sub 1 van de Wet wapens en munitie. De geluiddemper was bestemd voor kaliber 6.35 en is een voorwerp in de zin van artikel 2 lid 1 categorie I sub 3 van de Wet wapens en munitie.54
3.4.6 Vergelijking goederen
Aangever heeft aan de politie een aantal uitdraaien overhandigd met daarop foto's van de goederen die tijdens de diefstal zijn weggenomen. Op deze uitdraaien zijn foto's te zien, zoals op Marktplaats weergegeven, van tatoeagemachines, onderdelen en inkt. Door aangever is met pen aangegeven welke machines uniek zijn.55 Aangever heeft voorts nog verklaard dat op een aantal tatoeagemachines letters en woorden gegraveerd stonden. Dat was uniek, niemand in de tatoeagebranche heeft deze machines. Aangever heeft verklaard dat het ging om '[kenmerk 1]' en '[kenmerk 2]'. Ook heeft aangever tekeningen voor de politie gemaakt van specifieke frames.56
Naar aanleiding van de aangetroffen goederen op het adres van verdachte [verdachte] heeft een verbalisant op 2 maart 2012 telefonisch contact gezocht met aangever [aangever] en hem gevraagd of hij specifieke details kon geven omtrent zijn tatoeagemachines. [aangever] heeft verklaard dat op een aantal tatoeagemachines letters en woorden zijn gegraveerd. Op een aantal machines staat '[kenmerk 1]' en op een aantal machines staat '[kenmerk 2]' gegraveerd. Dat is er handmatig opgezet en is een uniek kenmerk. De verbalisant heeft gezien dat op een aantal tatoeagemachines de woorden en letters '[kenmerk 1]' en '[kenmerk 2]' gegraveerd stonden.57
Op 3 maart 2012 is aan [aangever] een aantal tatoeagemachines getoond. [aangever] heeft verklaard dat hij 100% zeker weet dat deze van hem zijn. Van de twee machines waar '[kenmerk 2]' op is gegraveerd, is [aangever] de enige die ze kan importeren. Hij koopt ze rechtstreeks in China. Geen enkele groothandel in Nederland heeft dit merk. Het graveerwerk is uniek. De bouwer graveert ze zelf.
De andere tatoeagemachines waar '[kenmerk 1]' op staat, is door de bouwer van de machine zelf er op gegraveerd. Het is een soort handtekening. Elke handtekening is uniek. '[kenmerk 1]' koopt [aangever] rechtstreeks uit Frankrijk. In Nederland zit geen groothandel die deze merken verkoopt. [aangever] heeft verklaard dat dit twee unieke machines zijn. [aangever] had er ook een met een klokje aan de zijkant van hetzelfde merk. Het frame is zwart en het klokje crèmekleurig. Daar staan cijfers op, maar geen wijzers. De spoel is donkerkleurig.
Voorts heeft [aangever] verklaard dat er een tatoeagemachine bij zit die lijkt op een soort demon, althans het hoofd ervan. De kleur van het frame is een beetje donkergrijs / zwart, de kop is geel koperkleurig en aan de onderzijde van de horens zie je dat ze gesoldeerd zijn. De spoelen zijn zwart met rood.
Tevens heeft [aangever] verklaard dat hij een frame had dat lijkt op een kogellager. De balletjes in de cirkel liggen los in het frame en zijn met de vinger te bewegen. Daarop zitten twee gesoldeerde schroeven. De spoelen zijn zwart met rood. [aangever] heeft een tekening gemaakt van deze twee frames, welke als bijlage aan het dossier is gevoegd.
Over de inkt die bij hem is weggenomen, heeft [aangever] verklaard dat er flesjes bij zaten met verschillende kleuren inkt. [aangever] denkt zo'n 25 kleuren. Het merk is '[merk]'. In de kleine flesjes zitten de kleuren, die zijn 30 milliliter of 29,3 netto. Van iedere kleur had aangever drie of vier flesjes. In de grotere flessen (circa zeven stuks) zit snow white OPAQUE, dat is 2 OZ, circa 59,4 milliliter. In de grootste flessen zitten 355 milliliter. Dat waren circa zes flessen. De naam die daarop staat is SULUAPE BLACK SAMOAN TRIBAL TATAU ink. En twee doosjes met een schedel erop. Daarin zitten zes flesjes van 1 OZ. Op de doosjes staat BOB TYRELL BLACK AND GREY.
[aangever] heeft verklaard dat hij ook tatoeagemachines had die in een klein wit doosje zaten. Het zijn standaard tatoeagemachines en ze zijn nieuw. Er zit nog een plastic zakje omheen. Ook moet er een doorzichtig bakje zijn met daarin onderdelen van de tatoeagemachines. Verder moet er een doorzichtig zakje in zitten met daarin stelschroeven met witte dobbelstenen eraan.58
Op 7 maart 2012 zijn aan [aangever] foto's getoond van een aantal goederen dat in beslag is genomen.59 [aangever] heeft ten aanzien van de foto's 2 en 3 verklaard dat dit een [machine] is. Tijdens de overval had hij er nog één liggen. Hij is de enige in Nederland die ze levert. Ze zijn wel te bestellen via E-Bay, maar dan alleen in grote aantallen. De kleuren en frames zijn echter nooit hetzelfde. [aangever] herkende de machine op de foto als een machine van hem. Hij herkende de machine aan de ronde kop waar '[woord]' op staat, aan de spoelen waar een goudkleurige ruit op staat en aan de messing stelschroef.
[aangever] heeft ten aanzien van de foto's 4 en 5 verklaard dat dit een [liner] liner is. [aangever] verkoopt deze in Nederland en LEV. Op het moment van de overval had [aangever] er één thuis.
Ten aanzien van de foto's 8 en 9 heeft [aangever] verklaard dat dit [merk] is. Deze machines zijn E-Bay te koop. Er is geen tussenpersoon in Nederland die ze verkoopt.60 [aangever] heeft de aankoopbon via Pay Pall van deze machine aan de politie toegezonden.61
Ten aanzien van foto 10 heeft [aangever] verklaard dat dit een onderdelendoos is die bij hem is weggenomen. Er zitten een soort van stalen bladveren in van het merk [merk]. Er zitten witte dobbelstenen in die op zwarte stelschroeven zitten.
Ten aanzien van foto 12 heeft [aangever] verklaard dat de grote fles op de foto niet van hem is. De kleine potjes verf zijn van hem en tijdens de overval meegenomen uit zijn woning. Iedereen kan de flesjes bestellen bij Intenze, er zitten echter kleuren tussen die alleen [aangever] verkoopt, zoals [kleuren].62 [aangever] heeft de aankoopbewijzen en de bestellingen hiervan aan de politie toegezonden.63
Ten aanzien van foto 20 heeft [aangever] verklaard dat dit een [merk] is. [aangever] is de enige die ze verkoopt in Nederland en hij heeft er nog geen één verkocht.64 [aangever] heeft een aankoopbon van deze machine aan de politie toegezonden.65
Een verbalisant heeft naar aanleiding van de hiervoor vermelde verklaring van [aangever] de tatoeagemachines en het toebehoren benoemd waarvan is gebleken dat zij direct zijn te herleiden tot de overval. Het betreft de volgende goederen.
- Tatoeagemachine waarop '[kenmerk 1]' staat vermeld, met zwart frame, zilverkleurig klokje en wel cijfers, maar geen wijzers.
- Tatoeagemachine met donkergrijs/ zwart frame van demon, de kop is geel koperkleurig en de horens zijn vast gesoldeerd aan het frame.
- Tatoeagemachine met frame kogellager, balletjes frame, twee gesoldeerde schroeven en twee spoelen rood zwart.
- Inktflesjes van het merk [merk], Snow white Opaque, net 2 fl OZ, 59,4 ml.66
De rechtbank concludeert gelet op hetgeen hiervoor, onder 3.4.5 en 3.4.6, is vastgesteld over de in de woningen van [verdachte] en [verdachte 2] aangetroffen goederen, dat het hier gaat om uit de woning van [aangever] weggenomen goederen.
3.4.7 ARS paal- en cameragegevens en zendmast
Van de bruine Volkswagen Golf met het kenteken [kenteken] zijn de zogenoemde ARS paal- en cameragegevens opgevraagd. Hieruit is gebleken dat de auto zich op 10 februari 2012 voorafgaande aan de overval (die rond 13.30 uur plaatsvond) op de volgende tijdstippen bij de volgende ARS palen/camera's bevond:
- 2.12 uur: paal/camera op de N206 nabij Zoeterwoude Dorp;
- 2.30 uur: paal/camera op de N470 tussen Berkel en Rodenrijs en [woonplaats verdachte];
- 2.37 uur: paal/camera op de N471 nabij Schiebroek;
- 12.31 uur: paal/camera op de Mercuriusweg richting Rijswijkseweg te 's-Gravenhage;
- 12.33 uur: paal/camera op de Neherkade richting Slachthuisstraat te 's-Gravenhage;
- 12.49 uur: paal/camera op de Neherkade richting Hildebrandplein te 's-Gravenhage.
Volgens de open bron Google Maps bedraagt de afstand tussen laatstgenoemde paal/camera op de Neherkade en het adres van [aangever] ([adres]) ongeveer 2,2 kilometer.
Voorts is gebleken dat de auto zich op 10 februari 2012 na de overval op de volgende tijdstippen bij de volgende ARS palen/camera's bevond:
- 13.54 uur: paal/camera op de Zoetermeerse Rijweg / kruising Donau richting Loire te 's-Gravenhage;
- 13.59 uur: paal/camera op de Zoetermeerse Rijweg / Leidschendamseweg te ´s-Gravenhage richting [woonplaats verdachte];
- 15.50 uur: paal/camera op de N470 tussen Berkel en Rodenrijs en [woonplaats verdachte];
- 15.59 uur: paal/camera op de N471 nabij Schiebroek;
- 23.11 uur: paal/camera op de N210 in Capelle aan den IJssel;
- 23.14 uur: paal/camera op de A16 te Rotterdam/Capelle aan den IJssel.
De relaterende verbalisant heeft geconcludeerd dat het gelet op bovenstaande zeer aannemelijk is dat de Volkswagen vóór de overval in de richting van de locatie [adres aangever] reed en na de overval zich juist verwijderde van deze locatie.67
Een verbalisant heeft met behulp van de open bron Google Maps nader onderzoek verricht naar het tijdstip van de melding van de overval en het tijdstip van de aankomst van de verdachten in de flat aan de [adres verdachte]. Aangever [aangever] heeft de overval om 13.45 uur telefonisch gemeld bij de politie. Voordat hij deze melding heeft kunnen maken, moest hij zichzelf eerst bevrijden en op zoek gaan naar een telefoon, welke hij uiteindelijk verkreeg via een buurvrouw. Uit de camerabeelden blijkt dat de verdachten om 14.07 uur bij de flat aan de [adres verdachte] aan zijn komen rijden in de Volkswagen Golf. De totale reistijd, lopend vanaf de woning van [aangever] naar de auto in de buurt van de kruising [kruising] en rijdend vanaf daar naar de [adres verdachte], zou volgens Google Maps 23 minuten bedragen.68
Uit de historische verkeersgegeven van het telefoonnummer [nummer 2], waarvan verdachte [verdachte 3] ten tijde van de overval de gebruiker was, is gebleken dat deze tussen 12.04 uur en 14.54 uur gebruik maakte van de zendmast aan de [straat] te [woonplaats verdachte].69
3.4.8 Verkoop goederen
Getuige [getuige 5] heeft verklaard dat hij half februari samen met een vriend, [vriend], naar [voornaam verdachte] in [woonplaats] is gegaan, omdat die vriend een machine van [verdachte] wilde kopen. Tevens is hij een paar dagen later, op 19 februari 2012, in zijn eentje naar de woning van [verdachte] gegaan om onderdelen op te halen bij [verdachte]. Ongeveer drie dagen voordat hij met [vriend] in [woonplaats verdachte] is geweest, is [verdachte] in de winkel van [getuige 5] geweest. [verdachte] kwam toen samen met een andere jongen in zijn zaak om machines te laten zien en te verkopen. De andere jongen had een tatoeage in zijn gezicht. Het was een grote en donkere jongen met een breed postuur.70 Aan [getuige 5] is een foto getoond (opmerking rechtbank: het betreft een afbeelding van de camerabeelden van de [adres verdachte] met tijdstip 12.02.06 uur, waarop, zoals hiervoor onder 3.4.4 is geconcludeerd, onder meer de verdachte [verdachte 2] is te zien). Hij heeft verklaard dat de grote man met de bontkraag de man is die hij omschreef als de man die samen met [verdachte] bij hem in de winkel is geweest. Aan [getuige 5] is nog een foto getoond (opmerking rechtbank: het betreft een afbeelding van de camerabeelden van de [adres verdachte] met tijdstip 13.59.34 waarop, zoals hiervoor onder 3.4.4 is geconcludeerd, onder meer de verdachte [verdachte] is te zien). Hij heeft verklaard dat links boven op de grote foto [verdachte] staat.71
De rechtbank concludeert op grond van het vorenstaande dat de verdachten [verdachte] en [verdachte 2] de bij [aangever] weggenomen tatoeagebenodigdheden deels hebben verkocht.
3.4.9 Verklaring verdachte
Verdachte heeft ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan het ten laste gelegde feit. Hij heeft - zoals hierboven weergegeven - op enkele vragen van de politie antwoord gegeven, maar zich voor het overige op zijn zwijgrecht beroepen. Ter terechtzitting van 13 augustus 2012 heeft verdachte zich op alle vragen van de rechtbank met betrekking tot de overval op [aangever] op zijn zwijgrecht beroepen en geen enkel inzicht gegeven in de gang van zaken.
3.4.10 Conclusie rechtbank
De rechtbank acht op grond van de hierboven vermelde bewijsmiddelen, alles in onderlinge samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte], [verdachte 2] en [verdachte 3] de drie personen zijn die de overval op [aangever] hebben gepleegd. De rechtbank acht het onder 1, eerste alternatief ten laste gelegde feit bewezen zoals hierna, onder 3.5, weergegeven.
De rechtbank gaat voorbij aan het door de raadsvrouw geschetste alternatieve scenario. Anders dan de raadsvrouw in haar pleitnota vermeld heeft staan, heeft verdachte ter terechtzitting geen enkele verklaring afgelegd over het alternatieve scenario. Ook heeft verdachte hierover eerder - bij de politie en/of de rechter-commissaris - niet verklaard. De raadsvrouw heeft het verweer ook overigens niet onderbouwd.
3.5 De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat verdachte:
op 10 februari 2012 te [woonplaats aangever], tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen tatoeageapparaten met toebehoren en een portemonnee met inhoud en een mobiele telefoon (merk Nokia, kleur zwart) en sleutels en sieraden en een laptop (Sony) en een fotocamera (Nikon), geheel of ten dele toebehorende aan [aangever], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [aangever], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het:
- richten van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [aangever] en daarbij dreigend toevoegen van de woorden: "Meewerken anders schiet ik je neer" en "Als je niet luistert dan blijft de kleine alleen over" en "Jij kunt doen wat je wilt, maar hier zit een demper op, dus niemand hoort het" en "Waar is het geld?" en
- in een wurggreep houden van die [aangever] en daarbij dreigend toevoegen van de woorden: "meewerken" en
- slaan met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in het gezicht, althans op het hoofd, van die [aangever] en
- vastbinden van armen en benen van die [aangever] en
- trekken van een tas over het hoofd van die [aangever] en
- schoppen tegen het hoofd van die [aangever] en
- losrukken van sieraden van nek en vingers van die [aangever] en
- wegnemen van een portemonnee van die [aangever].
4. De strafbaarheid van het feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
5. De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.
6. De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren zal worden opgelegd, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht bij het bepalen van de strafmaat rekening te houden met het feit dat artikel 63 van toepassing is, dat geen sprake is van recidive nu het vorige feit langer dan vijf jaar geleden is, dat verdachte twee kinderen heeft en dat verdachte na zijn vorige detentie meteen is gaan werken en dat ook na deze detentie weer wil doen.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich samen met twee mededaders schuldig gemaakt aan een brute roofoverval op [aangever] in diens eigen woning, waarbij onder meer sieraden en tatoeageapparatuur zijn weggenomen. De daders hebben aan het slachtoffer een vuurwapen getoond, zijn handen en zijn voeten vastgebonden, een plastic tas over zijn hoofd getrokken en hem geslagen en geschopt. De sieraden zijn met geweld van de hals en vingers van het slachtoffers getrokken. Een dergelijke roofoverval is een zeer ernstig feit. Niet alleen hebben de daders de nodige materiële schade veroorzaakt, het is bovendien een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van een overval nog gedurende langere tijd lichamelijke en/of psychische gevolgen van het gebeurde kunnen ondervinden. Zulks blijkt ook uit de ter zitting voorgelezen schriftelijke slachtofferverklaring van [aangever]. Daarnaast maakt een dergelijk feit een ernstige inbreuk op de rechtsorde en nemen de gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving hierdoor toe.
De rechtbank laat bij de bepaling van de strafmaat voorts zwaar meewegen dat dit alles is gebeurd terwijl de 14 maanden oude dochter van het slachtoffer zich in een box in dezelfde kamer bevond en dat de daders dit kind als pressiemiddel hebben gebruikt.
De rechtbank heeft acht geslagen op het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 29 februari 2012, waaruit blijkt dat verdachte reeds eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, waaronder diefstal met geweld.
Gelet op al het vorenstaande acht de rechtbank een gevangenisstraf conform de eis van de officier van justitie passend en geboden.
7. De vordering van de benadeelde partij / de schadevergoedingsmaatregel
7.1 Inleiding
De vordering van de benadeelde partij.
[aangever] heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 23.707,54.
De vordering bestaat uit vier posten:
1. schade aan goederen: € 27.226,98;
2. tandartskosten: € 2.752,54;
3. eigen risico: € 220,-;
4. immateriële schade: € 5.000,-.
De benadeelde partij heeft aangegeven dat van de opgegeven schade een bedrag van € 11.491,98 is/wordt vergoed door de verzekering.
7.2 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot (hoofdelijke) toewijzing van de vordering van de benadeelde partij met betrekking tot de posten tandartskosten, eigen risico en immateriële schade. Met betrekking tot de post schade aan goederen heeft de officier van justitie een onderscheid gemaakt tussen de sieraden en de tatoeageapparatuur. Zij heeft ten aanzien van de sieraden geconcludeerd tot toewijzing van het verschil tussen de opgegeven schade en het reeds door de verzekering vergoede deel daarvan. Ten aanzien van de tatoeageapparatuur heeft de officier van justitie geconcludeerd tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij, omdat zich bij de inbeslaggenomen goederen tatoeageapparatuur bevindt die te zijner tijd mogelijk nog zal worden teruggegeven aan de benadeelde partij.
De officier van justitie heeft derhalve gevorderd dat de vordering zal worden toegewezen tot een totaalbedrag van € 13.387,54.
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank aan verdachte de verplichting zal opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 13.387,54, subsidiair 101 dagen hechtenis ten behoeve van het slachtoffer genaamd [aangever].
7.3 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, omdat verdachte dient te worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde feit.
Subsidiair heeft de raadsvrouw de rechtbank verzocht de benadeelde partij met betrekking tot de materiële schade niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering omdat deze niet eenvoudig van aard is dan wel omdat onvoldoende causaal verband aanwezig is tussen de schade en het ten laste gelegde feit. Meer subsidiair heeft zij de rechtbank verzocht de vordering tot immateriële schadevergoeding te matigen.
7.4 Het oordeel van de rechtbank
Met betrekking tot de materiële schade zoals opgevoerd door de benadeelde partij [aangever] overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank zal de benadeelde partij met betrekking tot de post schade aan goederen niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. De benadeelde partij heeft aangegeven dat een deel van de goederen reeds is vergoed door de verzekering. Uit de door de benadeelde partij overgelegde stukken wordt de rechtbank niet duidelijk op grond waarvan het overige deel van de goederen niet is vergoed en ook overigens is de rechtbank van oordeel dat deze post onvoldoende is onderbouwd.
De rechtbank zal de benadeelde partij met betrekking tot de posten tandartskosten en eigen risico eveneens niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. Gelet op het feit dat de benadeelde partij in zijn aangifte noch in zijn nadere verhoren melding heeft gemaakt van opgelopen schade aan zijn gebit, kan de rechtbank het causaal verband tussen deze schade en het bewezenverklaarde feit niet vaststellen.
De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De gevorderde immateriële schade zal de rechtbank, gelet op de toelichting van de benadeelde partij en gelet op de bedragen die in soortgelijke zaken plegen te worden toegekend, naar billijkheid en hoofdelijk toewijzen tot een bedrag van € 3.000,-. Voor het overige wordt dit deel van de vordering afgewezen.
De rechtbank zal derhalve de vordering van de benadeelde partij hoofdelijk toewijzen tot een bedrag van € 3.000,-.
Dit brengt mee, dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met zijn vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Nu verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 3.000,-, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [aangever].
8. De inbeslaggenomen goederen
8.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (beslaglijst, die als bijlage A aan dit vonnis is gehecht) onder 9 en 19 genummerde voorwerpen zullen worden onttrokken aan het verkeer. De officier van justitie is er daarbij vanuit gegaan dat het onder 9 genummerde voorwerp een boksbeugel betreft.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de op de beslaglijst onder 8, 11, 12 en 16 genummerde voorwerpen zullen worden teruggegeven aan verdachte, maar niet voordat een eventueel hoger beroep is afgehandeld.
De officier van justitie heeft ten slotte gevorderd dat de op de beslaglijst onder 1 tot en met 7, 10, 13, 14, 15, 17 en 18 genummerde voorwerpen zullen worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
8.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft met betrekking tot het beslag geen standpunt ingenomen.
8.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal het op de beslaglijst onder 19 genummerde voorwerp onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien dit aan verdachte toebehorende voorwerp bij gelegenheid van het onderzoek naar het feit waarvan hij wordt verdacht, is aangetroffen, terwijl het voorwerp kan dienen tot het begaan van soortgelijke feiten en dit voorwerp van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Nu het belang van de strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave aan verdachte gelasten van de op de beslaglijst onder 11, 12 en 16 genummerde voorwerpen.
Nu het belang van de strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave aan [aangever] gelasten van het op de beslaglijst onder 8 genummerde voorwerp.
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting kan met betrekking tot de op de beslaglijst onder 1 tot en met 7, 9, 10, 13, 14, 15, 17 en 18 genummerde voorwerpen geen persoon als rechthebbende worden aangemerkt. De rechtbank zal daarom de bewaring van deze voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende gelasten.
Ten aanzien van de onder 9 vermelde voorwerpen overweegt de rechtbank daartoe dat blijkens de beslaglijst sprake is van '35 apparaten, waarvan 1 boksbeugel'. Nu blijkens de inhoud van het dossier een tatoeageapparaat bestaat met de vorm van een boksbeugel (de zgn. knuckle duster), gaat de rechtbank er - anders dan de officier van justitie - van uit dat één van de 35 apparaten een dergelijk apparaat betreft en dat geen sprake is van een feitelijke boksbeugel.
9. De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
36b, 36c, 36f, 47, 310, 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
10. De beslissing
De rechtbank,
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte het eerste alternatief tenlastegelegde feit heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
medeplegen van diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken;
verklaart het bewezen verklaarde en verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 7 (ZEVEN) JAREN;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
wijst de vordering tot immateriële schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk en hoofdelijk toe en veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [aangever], een bedrag van € 3.000,-;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst de vordering tot immateriële schadevergoeding van de benadeelde partij voor het overige af;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schadevergoeding en bepaalt dat hij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 3.000,- ten behoeve van het slachtoffer genaamd [aangever];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 40 dagen;
bepaalt dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat voldoening van de gehele of gedeeltelijke betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
met bepaling dat verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door zijn mededader(s) aan de benadeelde partij, dan wel bij gehele of gedeeltelijke voldoening van de, aan de mededader(s) opgelegde, verplichting tot betaling aan de Staat, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
verklaart onttrokken aan het verkeer het op de beslaglijst onder 19 genummerde voorwerp;
gelast de teruggave aan verdachte van de op de beslaglijst onder 11, 12 en 16 genummerde voorwerpen;
gelast de teruggave aan [aangever] van het op de beslaglijst onder 8 genummerde voorwerpen;
gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de op de beslaglijst onder 1 tot en met 7, 9, 10, 13, 14, 15, 17 en 18 genummerde voorwerpen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.H.Th. de Boer, voorzitter,
mrs A.J.J.M. Weijnen en M.L. Harmsen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R. van der Graaff, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 augustus 2012.
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina's, betreft dit de pagina's van het proces-verbaal met het nummer 2012030802, van de regiopolitie Haaglanden, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 1084) en de methodiekendossiers met hetzelfde proces-verbaalnummer (doorgenummerd blz. 1 t/m 1092.
2 Proces-verbaal van aangifte door [aangever], p. 37-40.
3 Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever], p. 52.
4 Proces-verbaal van aangifte door [aangever], p. 39-40.
5 Proces-verbaal van bevindingen, p. 29-30.
6 Proces-verbaal van bevindingen, p. 45.
7 Proces-verbaal van aangifte door [aangever], p. 40.
8 Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever], p. 54.
9 Proces-verbaal van aangifte door [aangever], p. 40-41.
10 Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever], p. 54.
11 Proces-verbaal van verhoor aangever, p. 61 en 63.
12 Proces-verbaal van aangifte door [aangever], p. 41.
13 Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever], p. 53.
14 Proces-verbaal van bevindingen, p. 100.
15 Proces-verbaal van bevindingen, p. 105-106.
16 Proces-verbaal van bevindingen, p. 112.
17 Proces-verbaal van bevindingen, p. 107-108.
18 Proces-verbaal van bevindingen, p. 118-120.
19 Proces-verbaal van bevindingen, p. 170-172.
20 Proces-verbaal van bevindingen, p. 292 en een geschrift, te weten een factuur inzake verhuurovereenkomst, p. 303.
21 Proces-verbaal van relaas, p. 14.
22 Proces-verbaal van bevindingen, p. 136-139.
23 Proces-verbaal van bevindingen, p. 140-147.
24 Proces-verbaal van bevindingen, p. 146 in combinatie met proces-verbaal van bevindingen, p. 176.
25 Proces-verbaal van bevindingen, p. 149.
26 Proces-verbaal van verhoor verdachte bij inbewaringstelling, d.d. 1 maart 2012.
27 Proces-verbaal van bevindingen, p. 151-154.
28 Proces-verbaal van bevindingen, p. 155-156.
29 Proces-verbaal van bevindingen, p. 157-158.
30 Proces-verbaal van bevindingen, p. 164.
31 Proces-verbaal van bevindingen, p. 194 en p. 583-584.
32 Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], p. 205.
33 Proces-verbaal van bevindingen, p. 585-586.
34 Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever], p. 968.
35 Proces-verbaal van bevindingen, p. 165.
36 Proces-verbaal van bevindingen, p. 253-254.
37 Proces-verbaal van bevindingen, p. 382-383 en proces-verbaal van bevindingen, p. 523-524.
38 Proces-verbaal van bevindingen, p. 517-518.
39 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], p. 557.
40 Proces-verbaal van bevindingen, p. 526.
41 Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte 3], p. 261.
42 Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever], p. 966-969.
43 Eigen verklaring verdachte [verdachte] ter terechtzitting van 13 augustus 2012.
44 Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 13 augustus 2012.
45 Kennisgeving van inbeslagneming, p. 196-197.
46 Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], p. 206.
47 Proces-verbaal van bevindingen, p. 343.
48 Proces-verbaal van bevindingen, p. 759.
49 Proces-verbaal van bevindingen, p. 984.
50 Kennisgeving van inbeslagneming, p. 292.
51 Kennisgeving van inbeslagneming, p. 291.
52 Proces-verbaal van bevindingen, p. 835-837.
53 Proces-verbaal van bevindingen, p. 244-245.
54 Proces-verbaal van bevindingen, p.838-840.
55 Proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, p. 64 en 69-78.
56 Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever], met bijlagen, p. 366 en 368.
57 Proces-verbaal van bevindingen, p. 359-360.
58 Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever], inclusief bijlage, p. 364-368.
59 Zie tevens het proces-verbaal van verhoor aangever [aangever], p. 855 e.v.; tonen foto's op 21 maart 2012.
60 Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever], p.767-770.
61 Geschriften, te weten Pay Pal transactiegegevens, p. 786-789, p. 792-795, 798-801.
62 Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever], (p. 770-772), p. 808-809.
63 Een geschrift, te weten Pay Pal transactiegegevens, p. 790-791, 796-797
64 Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever], p. 777.
65 Een geschrift, te weten Pay Pal transactiegegevens, p. 786-789, p. 792-795, 798-801.
66 Proces-verbaal van bevindingen, p. 370-374.
67 Proces-verbaal van bevindingen, p. 822-830.
68 Proces-verbaal van bevindingen, p. 844-845.
69 Proces-verbaal van bevindingen, p. 541-542.
70 Proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 5], p. 686-687.
71 Proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 5], p. 699 en foto's op p. 702 en 705.