ECLI:NL:RBSGR:2012:BX6253
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verlenging alimentatieverplichting na twaalfjaarstermijn
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 30 augustus 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de alimentatieverplichting van de man jegens de vrouw. De vrouw had verzocht om een maandelijkse alimentatie van € 4.000,- voor de periode van 28 december 2011 tot 4 december 2016. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat de twaalfjaarstermijn voor alimentatie, zoals vastgelegd in artikel 1:157, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek, was verstreken. De rechtbank oordeelde dat de beëindiging van de alimentatieverplichting weliswaar ingrijpend is voor de vrouw, maar niet zo ingrijpend dat het redelijkerwijs niet van haar gevergd kan worden. De rechtbank overwoog dat de vrouw vanaf het sluiten van het echtscheidingsconvenant in 1999 rekening had kunnen houden met de duur van de alimentatiebetaling en dat zij voldoende tijd had gehad om zich voor te bereiden op de beëindiging van de alimentatie. De rechtbank ging voorbij aan het betoog van de vrouw dat haar gezondheidstoestand haar zou hebben belet om te werken, omdat dit niet voldoende was onderbouwd. De rechtbank concludeerde dat de vrouw de kans had gehad om haar leven aan te passen aan de beëindiging van de alimentatieverplichting en dat de financiële keuzes die zij had gemaakt voor haar eigen rekening kwamen. De beschikking is gegeven door mr. D.R. van der Meer, in tegenwoordigheid van mr. I.M. Talstra - Touwen als griffier.