ECLI:NL:RBSGR:2012:BY0208

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
19 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 12/4148
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid zorgverlener tot afronden van zorguren bij zorgkantoor

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 19 september 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en verweerder over de bevoegdheid van de zorgverlener, De Vierstroom, om de bij het zorgkantoor VGZ gedeclareerde zorguren naar boven af te ronden. Eiser, die zorg ontvangt in de vorm van Zorg zonder Verblijf (ZzV), heeft bezwaar gemaakt tegen de invordering van de eigen bijdrage over de jaren 2009, 2010 en 2011, omdat hij meent dat De Vierstroom de geleverde zorguren ten onrechte naar boven afrondt, wat leidt tot een te hoge eigen bijdrage.

De rechtbank heeft vastgesteld dat De Vierstroom de zorguren registreert en deze afrondt op een veelvoud van vijf minuten. Eiser betwist dat er een bestendige gedragslijn bestaat tussen De Vierstroom en het zorgkantoor VGZ met betrekking tot deze afronding. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er wel degelijk sprake is van een bestendige gedragslijn, die al sinds 2003/2004 bestaat, en dat de werkwijze van De Vierstroom in overeenstemming is met de gebruikelijke praktijken in de thuiszorg.

De rechtbank heeft verder overwogen dat de regelgeving omtrent de declaratie van AWBZ-zorg, die per 1 juli 2011 in werking trad, bevestigt dat zorgaanbieders de vrijheid hebben om zorguren naar boven af te ronden, mits er geen expliciete afspraken zijn gemaakt over de afronding. Aangezien er geen bezwaar is gemaakt door het zorgkantoor VGZ tegen de werkwijze van De Vierstroom in de afgelopen jaren, concludeert de rechtbank dat De Vierstroom bevoegd was om de zorguren naar boven af te ronden. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 12/4148
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 september 2012 in de zaak tussen
[eiser], te [plaats],
(gemachtigde: mr. M.L. Groen),
en
het Centraal Administratiekantoor (CAK), verweerder
(gemachtigde: mr. L.T. Verheyen).
Procesverloop
Bij besluit van 11 november 2011 (het primaire besluit) heeft verweerder geweigerd de besluiten betreffende de invordering van de eigen bijdrage Zorg zonder Verblijf (ZzV) over de jaren 2009, 2010 en 2011 te herzien.
Bij besluit van 12 april 2012 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser, met verbetering van de motivering, ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2012. Eiser en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.
Overwegingen
1.1 Eiser ontvangt ZzV. Deze zorguren worden geleverd door De Vierstroom. De Vierstroom registreert per huisbezoek de geleverde zorgtijd en rondt deze naar boven af op een veelvoud van vijf minuten. De Vierstroom declareert deze aldus afgeronde geleverde zorgtijd bij de Zorgkantoren Coöperatie VGZ (hierna: zorgkantoor VGZ). Het CAK berekent vervolgens de eigen bijdrage en int deze bij eiser.
1.2 Eiser heeft om herziening van de invordering van de eigen bijdrage Zzv/Wmo verzocht, omdat hij van mening is dat De Vierstroom de geleverde zorguren ten onrechte naar boven afrondt met als gevolg dat de door hem betaalde eigen bijdrage te hoog is vastgesteld.
2. Het bestreden besluit berust op de grondslag dat sprake is van een toegestane bestendige gedragslijn tussen De Vierstroom en het zorgkantoor VGZ, waarbij de verleende zorguren naar boven op een veelvoud van vijf minuten worden afgerond. Dat betekent dat de door De Vierstroom aan verweerder doorgegeven zorguren juist zijn met als gevolg dat de facturen niet worden herzien.
3. Eiser stelt in beroep dat zowel vóór als na 1 juli 2011 geen sprake is geweest van afspraken of een bestendige gedragslijn tussen De Vierstroom en het zorgkantoor VGZ met betrekking tot de wijze van afronden van de geleverde prestatie. De Vierstroom heeft niet de bevoegdheid de verleende zorguren enkel naar boven af te ronden.
4.1 Tot 1 juli 2011 stond er in de regeling Declaratie AWBZ-zorg van de Nederlandse Zorgautoriteit het volgende over wat declaratie inhoudt: “De tussen zorgaanbieder en zorgkantoor overeengekomen wijze waarop de door de zorgaanbieder verrichte of te verrichten zorgprestatie bij het zorgkantoor in rekening wordt gebracht”.
4.2 Sinds 1 juli 2011 staat in artikel 4, derde lid, van de regeling Declaratie AWBZ-zorg van de Nederlandse Zorgautoriteit het volgende: “Indien sprake is van extramurale prestaties gedurende een deel van een uur wordt het in rekening te brengen tarief naar evenredigheid berekend. Voor zover zorgkantoren en zorgaanbieders geen bestendige gedragslijn hebben over de afronding van de geleverde prestatie, indien sprake is van zorgverlening gedurende een deel van een uur, wordt de zorg afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van vijf minuten”.
In de toelichting bij dit artikel staat dat voor de afronding van het aantal, naar evenredigheid, in rekening te brengen eenheden uitgegaan wordt van de huidige werkwijze of afspraken tussen zorgaanbieders en zorgkantoren. Indien er nog geen afspraken tussen zorgaanbieder en zorgkantoor zijn over de werkwijze rondom de afronding van de geleverde zorg, schrijft de regeling voor dat wordt afgerond naar het dichtstsbijzinde veelvoud van vijf minuten.
5.1 Blijkens de brief van 26 maart 2012 stelt De Vierstroom dat zij de door haar geleverde prestaties al jaren afrondt op maximaal vijf minuten naar boven en dat deze werkwijze met volledige instemming van de zorgkantoren geschiedt. Er zijn geen expliciete afspraken met het zorgkantoor VGZ ter zake gemaakt, maar er is sprake van een sinds 2003/2004 bestaande bestendige gedragslijn, die altijd zo tussen De Vierstroom en het zorgkantoor VGZ is gevolgd en nimmer tot uitvoeringsproblemen heeft geleid. Deze werkwijze sluit aan bij de gebruikelijke werkwijze in de thuiszorg (in lijn met een landelijk registratievoorschrift uit 2000).
5.2 Het zorgkantoor VGZ stelt dat zij er altijd – ook voor de inwerkingtreding van artikel 4, derde lid, van de regeling Declaratie AWBZ-zorg per 1 juli 2011 – vanuit is gegaan dat de zorguren door De Vierstroom werden afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van vijf minuten.
6.1 De vraag die partijen verdeeld houdt is of het naar boven afronden van de zorguren door De Vierstroom is toegestaan. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
6.2 Blijkens de tekst en toelichting van artikel 4, derde lid, van de regeling Declaratie AWBZ-zorg is voor de wijze van afronden van de verleende zorguren na 1 juli 2011 van belang op welke wijze de afronding van de geleverde zorg in de aan 1 juli 2011 voorafgaande jaren heeft plaatsgevonden.
6.3 Bij gebreke van expliciete afspraken tussen De Vierstroom en het zorgkantoor VGZ dient daarbij gekeken te worden naar de wijze waarop de zorguren door De Vierstroom bij het zorgkantoor VGZ daadwerkelijk in rekening werden gebracht. De Vierstroom heeft daarbij aangevoerd dat zij al sinds 2003/2004 de door haar geleverde prestaties afrondt op maximaal vijf minuten naar boven en dat deze werkwijze met volledige instemming van de zorgkantoren en in overeenstemming met de gebruikelijke werkwijze in de thuiszorg plaatsvindt. Deze gebruikelijke werkwijze betreft de in 2000 door de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg vastgestelde registratierichtlijn. Blijkens de brief van 15 juni 2009 van de toenmalige staatssecretaris van VWS geldt deze richtlijn nog altijd en biedt deze een standaard voor de zorgaanbieders tot registratie van zorg voor onder andere de bekostiging en de vaststelling van de eigen bijdrage, waarbij de zorgaanbieder de vrijheid heeft om de richtlijn op zijn eigen wijze toe te passen. Blijkens de door verweerder overgelegde beslissing van 24 november 2010 van de Nederlandse Zorgautoriteit in de zaak van Stichting Savant is de Nederlandse Zorgautoriteit – met instemming van CAK en het College voor Zorgverzekeringen – van oordeel dat de zorgverlener op grond van deze richtlijn de vrijheid heeft de geleverde zorg naar boven af te ronden op vijf minuten per contact. Naar het oordeel van de rechtbank volgt hieruit dat De Vierstroom door de zorguren naar boven af te ronden in overeenstemming handelt met een in de branche kennelijk niet onredelijk geachte en vaker voorkomende werkwijze. Het is daarbij bovendien moeilijk voorstelbaar dat het zorgkantoor VGZ deze in de branche voorkomende praktijk niet kent en in al die jaren nooit gecontroleerd heeft op welke wijze De Vierstroom de geleverde zorgtijd registreert en vervolgens bij haar in rekening heeft gebracht. In ieder geval staat vast dat het zorgkantoor VGZ in al die jaren nooit tegen de werkwijze van De Vierstroom heeft geprotesteerd, terwijl zij toch ten minste op de hoogte had kunnen zijn van de wijze waarop De Vierstroom de zorguren bij haar declareerde. Naar het oordeel van de rechtbank was De Vierstroom dan ook bevoegd de geleverde zorguren naar boven op een veelvoud van vijf minuten af te ronden.
6.4 Het voorgaande betekent dat naar het oordeel van de rechtbank in de periode vóór 1 juli 2011 sprake was van een tussen de Vierstroom en het zorgkantoor bestaande bestendige gedragslijn over de afronding naar boven van de verleende zorguren. Nu het per 1 juli 2011 ingevoerde artikel 4, derde lid, van de regeling Declaratie AWBZ-zorg voor de wijze van afronding de bestaande bestendige gedragslijn voorop stelt, brengt het voorgaande met zich mee dat De Vierstroom ook na 1 juli 2011 de bevoegdheid had de geleverde zorgtijd naar boven af te ronden op een veelvoud van vijf minuten. Verweerder heeft dan ook op goede gronden geweigerd de invordering van de eigen bijdrage ZzV/Wmo over de jaren 2009, 2010 en 2011 te herzien.
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Verbeek, rechter, in aanwezigheid van F.E. van de Putte, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 19 september 2012.
De griffier is verhinderd te tekenen. rechter
Afschrift verzonden naar partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.