ECLI:NL:RBSGR:2012:BY1942
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.R. van Kerkwijk
- R.A. Sipkens
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beklag van een getuige-aangever in een vreemdelingenzaak met betrekking tot mensenhandel
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 29 augustus 2012 uitspraak gedaan in een beklagprocedure van eiseres, een getuige-aangever in een mensenhandelzaak. Eiseres had een beklag ingediend op grond van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering (WvSv) tegen de niet-vervolging van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat een getuige-aangever, behoudens bijzondere omstandigheden, niet als rechtstreeks belanghebbende kan worden aangemerkt en dat haar beklag daarom niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Dit oordeel is gebaseerd op de artikelen 3.48 en 3.88 van het Vreemdelingenbesluit 2000 en de Vreemdelingencirculaire 2000, die de wetgever niet de bedoeling hebben gegeven om getuige-aangevers een inhoudelijk oordeel van het Gerechtshof te laten verkrijgen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen inhoudelijk oordeel heeft kunnen verkrijgen van het Gerechtshof op haar beklag, maar dat de beklagprocedure van haar moeder nog loopt. Er wordt nader onderzoek verricht en er worden getuigen gehoord. De rechtbank heeft in overweging genomen dat het in dit geval redelijk is om de door eiseres gevraagde verlenging van haar verblijfsvergunning te koppelen aan de datum van de beslissing van het Gerechtshof op de klacht van haar moeder.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres en is het door eiseres betaalde griffierecht vergoed. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met een termijn van vier weken na verzending van een afschrift van de uitspraak.