ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2049
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van verblijfsvergunning in Malta
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 1 november 2012 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Somalische nationaliteit hebbende, heeft in 2008 asiel aangevraagd in Nederland, maar zijn aanvraag werd afgewezen op basis van een Dublinclaim. Eiser heeft in 2011 opnieuw een asielaanvraag ingediend, die door de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel werd afgewezen, omdat eiser een verblijfsvergunning in Malta had. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 16 augustus 2012, waarbij eiser werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en de minister door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn verblijfsvergunning in Malta niet meer geldig is en dat hij daar niet veilig kan verblijven. Eiser heeft aangevoerd dat hij vreest dat Malta de geldigheid van zijn vergunning zal laten aflopen, waardoor hij teruggestuurd kan worden naar Somalië. De rechtbank oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de aanvraag van eiser is afgewezen en dat de afwijzing op basis van artikel 31 van de Vreemdelingenwet 2000 niet in stand kan blijven. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand. Tevens wordt de minister veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 874,- worden vastgesteld.