ECLI:NL:RBSGR:2012:BY3364
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongerechtvaardigde verrijking van woningeigenaar door werkzaamheden van aannemer
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 21 november 2012 uitspraak gedaan in een civiele procedure over ongerechtvaardigde verrijking. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.J.H. Somers, vorderde betaling van een bedrag van € 35.259,90 van gedaagde, die eigenaar is van een woning waar werkzaamheden aan zijn verricht door eiser op verzoek van een derde, de heer [A]. Eiser had de werkzaamheden uitgevoerd in het kader van een aannemingsovereenkomst met [A], die later in betalingsproblemen kwam en failliet ging. Gedaagde heeft geen betaling verricht voor de werkzaamheden, waardoor zij ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van eiser.
De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde zonder tegenprestatie heeft geprofiteerd van de werkzaamheden van eiser, wat leidt tot de conclusie dat gedaagde gehouden is om de schade van eiser te vergoeden. De rechtbank heeft de vordering van eiser tot een bedrag van € 20.850,46 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 juli 2012. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 3.112,24, te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank heeft het verweer van gedaagde, dat de schade beperkt zou zijn tot een lager bedrag, verworpen en geoordeeld dat de door eiser gemaakte executiekosten niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat deze kosten onredelijk zouden zijn om ten laste van gedaagde te brengen.
De rechtbank heeft de zaak beoordeeld op basis van de ingediende processtukken en de verklaringen van partijen tijdens de comparitie. De uitspraak benadrukt het belang van de ongerechtvaardigde verrijking als zelfstandige rechtsgrond en de verplichting van gedaagde om de schade van eiser te vergoeden, ondanks het faillissement van de derde partij.