ECLI:NL:RBSGR:2012:BY3811
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.M. Brakel
- V. van den Hoed-Koreneef
- Rechtspraak.nl
Gerechtelijke vaststelling van vaderschap en kinderalimentatie met betrekking tot een minderjarige
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 12 juli 2012 een verzoek ontvangen van de moeder van een minderjarige tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap en kinderalimentatie. De moeder stelt dat de man de biologische vader is van het kind, dat is geboren uit een relatie tussen hen. De man heeft echter betwist dat hij in juridische zin als verwekker kan worden aangemerkt, omdat hij het sperma heeft afgestaan met het oogmerk van donorschap. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man niet betwist dat hij de biologische vader is, maar dat hij niet de verwekker is. De rechtbank heeft de moeder toegelaten tot het leveren van bewijs dat de man heeft ingestemd met een daad die de verwekking van de minderjarige tot gevolg kon hebben, anders dan kunstmatige inseminatie. De rechtbank heeft de beslissing over de kinderalimentatie aangehouden in afwachting van de eindbeslissing over het vaderschap.
De zaak is behandeld op 10 oktober 2012, waarbij beide partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de conceptie van de minderjarige heeft plaatsgevonden tussen half november 2010 en half december 2010, en dat de moeder in deze periode kunstmatig is geïnsemineerd met sperma van de man. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de man met de overgelegde donorverklaring is geslaagd in het bewijs dat hij niet de verwekker is van de minderjarige. De rechtbank heeft de moeder in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van haar stelling dat de man heeft ingestemd met een daad die de verwekking van de minderjarige tot gevolg kon hebben, anders dan kunstmatige inseminatie.
De rechtbank heeft de behandeling van de zaak aangehouden tot 1 januari 2013, waarbij de moeder bewijs moet leveren van haar stelling. De beslissing over de kinderalimentatie is eveneens aangehouden tot de eindbeslissing over het vaderschap. De rechtbank heeft de beschikking gegeven door mr. A.M. Brakel, tevens kinderrechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 12 november 2012.