ECLI:NL:RBSGR:2012:BY6809
Rechtbank 's-Gravenhage
- Wraking
- E. Timmermans
- J. Mendlik
- A.M.H. van der Poort-Schoenmakers
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechter mr. R.J. Paris in civiele procedure
In deze zaak heeft verzoekster een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. R.J. Paris, rechter in de rechtbank 's-Gravenhage. Het verzoekschrift is ingediend naar aanleiding van een beslissing van mr. R.J. Paris van 2 maart 2012, die verzoekster als onjuist beschouwde. Daarnaast maakte verzoekster bezwaar tegen de benoeming van mr. R.J. Paris tot rechter-commissaris op 14 mei 2012. Volgens artikel 37 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dient een verzoek tot wraking te worden ingediend zodra de feiten of omstandigheden die de rechterlijke onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen, bekend zijn geworden. De wrakingskamer heeft geoordeeld dat het verzoek tot wraking niet tijdig is ingediend, aangezien er meer dan vijf maanden zijn verstreken sinds de beschikking van mr. R.J. Paris en meer dan zeven maanden sinds zijn benoeming tot rechter-commissaris. Dit leidde tot de conclusie dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek.
De wrakingskamer heeft op 19 november 2012 de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek gehouden, waarbij verzoekster niet aanwezig was. Wel was mr. R.M.I. Cornelissen, de advocaat van de belanghebbenden, aanwezig. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoekster onvoldoende feiten heeft aangevoerd die zouden wijzen op (de schijn van) vooringenomenheid van de rechter. De beslissing van de wrakingskamer was dat verzoekster niet-ontvankelijk werd verklaard in haar verzoek tot wraking en dat het proces in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 26 november 2012 door de meervoudige wrakingskamer, bestaande uit de rechters E. Timmermans, J. Mendlik en A.M.H. van der Poort-Schoenmakers, in aanwezigheid van griffier mr. F.X. Cozijn.