ECLI:NL:RBSGR:2012:BZ2361
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek deelgeschil letselschade door kantonrechter
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage, is op 15 november 2012 een beschikking gegeven in een deelgeschilprocedure tussen [verzoeker] en de naamloze vennootschap Reaal Schadeverzekeringen N.V. [verzoeker] was betrokken bij een verkeersongeval op 29 november 2010, waarbij hij letsel opliep. Reaal erkende de aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval. [verzoeker] had Witlox Juristen gemachtigd om zijn letselzaak te behandelen en had declaraties ingediend voor buitengerechtelijke kosten en persoonlijke schade. Hij verzocht de kantonrechter om te bepalen dat Reaal een restantbedrag aan buitengerechtelijke kosten en persoonlijke schade aan hem diende te voldoen.
De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen op grond van artikel 1019w van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechtbank oordeelde dat het verzoek van [verzoeker] in wezen een verzoek tot beslechting van het gehele geschil tussen hem en Reaal inhield, wat niet de bedoeling is van de deelgeschilprocedure. De rechtbank verwees naar de parlementaire geschiedenis, waarin is gesteld dat als er zoveel deelgeschil is dat het ook het hele geschil is, de deelgeschilprocedure niet de geëigende weg is en de bodemprocedure gevolgd moet worden.
De kosten van de procedure werden ook besproken. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel het verzoek werd afgewezen, de kosten van de procedure moesten worden begroot op grond van artikel 1019aa Rv. Dit zou alleen anders zijn als de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht was ingesteld. De rechtbank concludeerde dat het verzoek volstrekt onterecht was, waardoor de kosten niet voor vergoeding in aanmerking kwamen. De beschikking eindigde met de afwijzing van het verzoek.