ECLI:NL:RBSHE:2000:AA6259
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Biesbergen
- A. Kobussen
- P. de Vries - Leemans
- Rechtspraak.nl
Vonnis van de Rechtbank 's-Hertogenbosch inzake doodslag en diefstal met geweld
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 7 juni 2000. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht. De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben. Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank heeft de eis van de officier van justitie in overweging genomen, die een gevangenisstraf van acht jaren heeft geëist, met aftrek van voorarrest, en toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van fl. 12.464,25. De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur als hierna te melden. De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 3 is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij. Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven doodslag en diefstal met geweld. De rechtbank legt een gevangenisstraf op van acht jaren en beveelt dat de tijd die door de veroordeelde in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, in mindering zal worden gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij toegewezen, die schade heeft geleden als gevolg van de bewezenverklaarde feiten. De rechtbank heeft de beslissing gegrond op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft de conclusie van het Pieter Baan Centrum over de verdachte overgenomen, waarin wordt gesteld dat de verdachte lijdt aan een ernstige stoornis van de persoonlijkheid, wat van invloed is op de strafoplegging. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij toegewezen en de verdachte veroordeeld tot betaling van het schadebedrag.