ECLI:NL:RBSHE:2001:AA9719

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
30 januari 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG ZA 00-0946
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.E. Poerink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende alimentatie en lijfsdwang

In deze zaak heeft de president van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch op 30 januari 2001 uitspraak gedaan in een kort geding. Eiseres, vertegenwoordigd door haar procureur mr. J. de Vries, heeft een vordering ingesteld tegen gedaagde, die niet ter zitting is verschenen. Hierdoor is er verstek verleend tegen gedaagde. Eiseres heeft in haar dagvaarding en ter zitting gemotiveerd aangevoerd dat de tenuitvoerlegging van eerdere beslissingen omtrent levensonderhoud op goederen geen of onvoldoende uitkomst biedt. Gedaagde is langer dan twee maanden nalatig geweest in de betaling van de verschuldigde alimentatie, en hoewel hij in staat is te betalen, weigert hij dit te doen.

De president heeft de vordering van eiseres toegewezen, waarbij gedaagde is veroordeeld tot lijfsdwang tot het bedrag van f. 75.901,39, dat betrekking heeft op de achterstallige alimentatie. De duur van de lijfsdwang is beperkt tot maximaal drie maanden. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Gedaagde is verder veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op f. 1.781,98, inclusief het salaris van de procureur en verschotten. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE 'S-HERTOGENBOSCH
VONNIS IN KORT GEDING
Zaaknummer : 60526 / KG ZA 00-946
Datum uitspraak: 30 januari 2001
Vonnis in kort geding van de president van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch in de zaak van:
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres bij exploot van dagvaarding van 28 december 2000,
procureur mr. J. de Vries,
tegen:
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde bij gemeld exploot,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna worden aangeduid respectievelijk als "eiseres" en "gedaagde".
De procedure
1.1. Gedaagde is niet ter zitting verschenen, waarna tegen hem verstek is verleend.
1.2. Eiseres heeft ter zitting gesteld en gevorderd zoals is weergegeven in de aan dit vonnis gehechte fotokopie van de dagvaarding.
1.3. De procureur van eiseres heeft samen met zijn kantoorgenoot mr. G.H. Hermanides de vordering ter terechtzitting toegelicht, mede aan de hand van de door hem overgelegde pleitnotities met producties.
1.4. De procureur van eiseres heeft de processtukken overgelegd voor vonnis.
De beoordeling van de vordering
2.1 De dagvaarding is op de juiste wijze betekend en tegen de niet verschenen gedaagde is verstek verleend.
2.2. Bij dagvaarding en ter zitting is door eiseres gemotiveerd aangevoerd dat tenuitvoerlegging van de beslissingen, waarbij de uitkeringen tot levensonderhoud zijn bevolen, op goederen redelijkerwijze geen of onvoldoende uitkomst kan bieden, dat het bij het in de vordering genoemde bedrag gaat om termijnen in de voldoening waarvan gedaagde langer dan twee maanden nalatig is en dat gedaagde het verschuldigde wel kan maar niet wil betalen.
Dit een en ander mede in aanmerking nemende komt de vordering de president niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze kan worden toegewezen, met dien verstande
a. dat de lijfsdwang slechts kan zien op de aan eiseres pro se verschuldigde (partner-) alimentatie (waarvan de achterstand gesteld wordt op f. 75.901,39 per 30-11-2000) nu eiseres in deze slechts pro se optreedt.
b. dat gelet op het bepaalde in artikel 598f aanhef en onder 2 het gevorderde voorzover dit ziet op na het tijdstip van twee maanden vòòr de uitspraak van dit vonnis vervallen of nog te vervallen termijnen moet worden afgewezen.
2.3. Gedaagde zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
De beslissing
De president:
Verleent eiseres verlof om de beschikking van de arrondissementsrechtbank 's-Hertogenbosch d.d. 3 februari 1999 bekend onder zaaknummer 33340 / FA RK 98-4381 en de beschikking van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch d.d. 10 december 1999 bekend onder zaaknummer 35284 / FA RK 99-568, ten uitvoer te leggen bij lijfsdwang en gedaagde in gijzeling te nemen totdat het bedrag groot f. 75.901,39 (VIJFENZEVENTIG DUIZEND NEGENHONDERD EN EEN GULDEN EN 39 CENT), met bepaling dat de duur van de lijfsdwang wordt beperkt tot ten hoogste drie maanden;
Veroordeelt gedaagde in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van de wederpartij begroot op f. 1.781,98, waarvan f. 860,00 salaris procureur en
f. 921,98 verschotten;
Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Poerink, fungerend-president, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 januari 2001 in tegenwoordigheid van de griffier.