ECLI:NL:RBSHE:2002:AD9804
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Claassens
- mr. Winfield
- mr. Valckx
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van seksuele handelingen met minderjarigen
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 5 maart 2002 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het plegen van seksuele handelingen met drie minderjarige slachtoffers. De zaak kwam aanhangig na een dagvaarding op 21 juni 2001, en de rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 26 februari 2002 gehouden. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vier jaar geëist, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank overwoog dat de herkenning van de verdachte door de slachtoffers niet overtuigend was en dat de modus operandi van de dader niet specifiek genoeg was om de verdachte te kunnen identificeren. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat er te weinig rechtstreeks bewijs was om tot een veroordeling te komen. De benadeelde partij werd niet ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de verdachte van de volledige tenlastelegging werd vrijgesproken. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding voldeed aan de wettelijke eisen en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee leden, in aanwezigheid van de griffier.