ECLI:NL:RBSHE:2002:AE0794
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Kobussen
- mr. Van Eldonk
- mr. Kooijmans-De Kort
- Rechtspraak.nl
Doodslag met voorbedachten rade in Eindhoven
Op 28 maart 2002 heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch een verkort vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte die op 5 april 2000 in Eindhoven het leven heeft beroofd van een slachtoffer. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte. De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie gewijzigd tijdens de zitting op 14 maart 2002. De verdachte heeft opzettelijk met een mes in de keel/hals van het slachtoffer gestoken, wat heeft geleid tot de dood van het slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bewijs voor de primair tenlastegelegde doodslag niet wettig en overtuigend is, en heeft de verdachte daarvan vrijgesproken. Echter, het subsidiair tenlastegelegde feit is bewezen verklaard. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en getuigen als betrouwbaar beoordeeld, ondanks de achtergrond van de getuigen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit en heeft een gevangenisstraf van 9 jaar opgelegd. De rechtbank heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde straf. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 10, 27 en 287 van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.