ECLI:NL:RBSHE:2002:AE5565
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Bruggink
- mr. Winfield
- mr. Van Kesteren
- Rechtspraak.nl
Strafrechtelijke uitspraak inzake overtreding van de Wet economische mededinging
Op 17 juli 2002 heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch een verkort vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het overtreden van de Wet economische mededinging. De zaak werd behandeld door de meervoudige economische kamer voor de behandeling van strafzaken. Tijdens de zitting op 3 juli 2002 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte gehoord. De rechtbank oordeelde dat het tenlastegelegde feit niet bewezen kon worden, behalve het deel dat de verdachte wel had gepleegd. De verdediging voerde aan dat de wet alleen van toepassing is op ondernemers, maar de rechtbank verwierp deze stelling, omdat de wet ook van toepassing is op 'een ieder'. De rechtbank oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten.
De rechtbank legde een geldboete op van EUR 15.000, waarbij rekening werd gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank had anders een hogere boete van EUR 50.000 opgelegd. De verdachte werd schuldig bevonden aan het medeplegen van overtredingen van de Wet economische mededinging, maar de rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij niet eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten. De uitspraak is gedaan op basis van verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet economische mededinging. De rechtbank concludeerde dat de verdachte strafbaar was voor het bewezenverklaarde feit en legde de geldboete op, met de mogelijkheid van hechtenis bij niet-betaling.