ECLI:NL:RBSHE:2002:AE8598
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Kort geding
- J.H.W. Rullmann
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over ontruiming van woning en uitvoerbaarheid bij voorraad
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch op 10 oktober 2002 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en de Stichting Woonpartners. [Eiseres] vorderde een verbod voor Woonpartners om over te gaan tot tenuitvoerlegging van een eerder vonnis van 14 augustus 2002, waarin zij was veroordeeld tot ontruiming van haar woning. [Eiseres] stelde dat het vonnis ten onrechte uitvoerbaar bij voorraad was verklaard, omdat dit in strijd zou zijn met artikel 7A:1623c lid 1 BW, dat verbiedt om ontruimingen uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat het vonnis van 14 augustus 2002 betrekking had op een andere juridische basis, namelijk artikel 7A:1623n BW, waardoor de regel van artikel 7A:1623c lid 1 niet van toepassing was. Hierdoor was er geen sprake van een juridische misslag in het eerdere vonnis.
De rechter kwam tot de conclusie dat de vordering van [eiseres] niet kon worden toegewezen, omdat deze niet werd ondersteund door de aangevoerde argumenten. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van [eiseres] af en veroordeelde haar in de proceskosten, die op dat moment waren begroot op € 896,00. Dit bedrag bestond uit € 703,00 aan salaris voor de procureur en € 193,00 aan verschotten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Woonpartners het recht had om de ontruiming door te zetten, ondanks het hoger beroep dat [eiseres] had aangekondigd.