ECLI:NL:RBSHE:2003:AF4337
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Kort geding
- J.H.W. Rullmann
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over onrechtmatige elektriciteitsafname door hennepkwekerijen
In deze zaak, die op 11 februari 2003 door de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Hertogenbosch werd behandeld, vorderden de eisers, die allen in een woonwagencentrum wonen, dat de elektriciteitsleverancier NRE Netwerk BV hen weer elektriciteit zou leveren. NRE had de levering van elektriciteit op 3 februari 2003 stopgezet, omdat zij vermoedde dat de eisers elektriciteit hadden afgenomen zonder daarvoor te betalen, in verband met de aanwezigheid van hennepkwekerijen in hun woningen. De eisers betwistten de beschuldigingen en stelden dat NRE misbruik maakte van haar monopoliepositie door hen te dwingen om een substantieel bedrag te betalen voordat de elektriciteit weer zou worden geleverd.
De rechter oordeelde dat NRE op grond van artikel 6:52 BW het recht had om de levering van elektriciteit op te schorten zolang betaling uitbleef, vooral in het geval van bedrieglijke afname. De rechter stelde vast dat de eisers, ondanks hun bijstandsstatus, voldoende inkomsten uit hun hennepkwekerijen hadden om de kosten van elektriciteit te dekken. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eisers sub 3, 4 en 9 in het gelijk werden gesteld en recht hadden op een kostenveroordeling, terwijl de overige eisers in het ongelijk werden gesteld en in de kosten van NRE werden veroordeeld.
De rechter beval NRE om de elektriciteitslevering aan de eisers die niet betrokken waren bij de illegale afname onmiddellijk te hervatten en legde een dwangsombepaling op voor het geval NRE in gebreke zou blijven. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel de elektriciteitsleverancier als de afnemers in gevallen van onrechtmatige afname en de juridische mogelijkheden voor het herstellen van de elektriciteitslevering.