ECLI:NL:RBSHE:2003:AF7720

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 april 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
93442 - KG ZA 03-231
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.F.M. Strijbos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op auteursrecht en persoonlijkheidsrechten in kort geding tussen lingerieontwerpster en gedaagde

In deze zaak, die op 24 april 2003 door de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Hertogenbosch werd behandeld, vorderden de eiseressen, waaronder de lingerieontwerpster [eiseres sub 2], in kort geding een verbod op de verkoop van een specifieke string genaamd 'vlechtwerk achter' door de gedaagde, die actief is in de ambulante handel in ondergoed. De eiseressen stelden dat de gedaagde inbreuk maakte op hun auteursrecht door producten te verkopen die inbreuk maakten op de ontwerpen van [eiseres sub 2]. De gedaagde voerde verweer en betwistte de claims van inbreuk, onder andere door te stellen dat hij geen rechthebbende was op het merk 'Funderwear' en dat zijn producten niet aan winkelketens werden geleverd.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de ontwerpen van [eiseres sub 2] voldoende creatief en oorspronkelijk waren om in aanmerking te komen voor bescherming onder de Auteurswet. De rechter concludeerde dat de string 'vlechtwerk achter' wel degelijk een verveelvoudiging was van het ontwerp van [eiseres sub 2], terwijl de andere producten van de gedaagde niet als inbreukmakend konden worden aangemerkt. De rechter wees de vorderingen van de eiseressen toe voor zover deze betrekking hadden op de string 'vlechtwerk achter', en verbood de gedaagde om deze string te verkopen of openbaar te maken. De rechter compenseerde de proceskosten, waarbij elke partij de eigen kosten droeg.

De uitspraak benadrukt de bescherming van auteursrechten in de mode-industrie en de noodzaak voor ontwerpers om hun creaties te beschermen tegen inbreuk door concurrenten. De rechter weegt de belangen van beide partijen af en komt tot een gematigde beslissing, waarbij de gedaagde wordt verplicht om de inbreukmakende string te vernietigen en de eiseressen te informeren over de leverancier van de string.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
VONNIS IN KORT GEDING
Zaaknummer : 93442 / KG ZA 03-231
Datum uitspraak: 24 april 2003
Vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch in de zaak van:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UNDRESSED INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. [eiseres sub 2],
wonende te [woonplaats],
eiseressen bij exploot van dagvaarding van 31 maart 2003,
procureur mr. H. Nieuwenhuizen,
advocaat mr. I. van der Winden en mr. Y.M.L. van Eck te Rotterdam,
tegen:
[gedaagde], h.o.d.n.
[handelsnaam],
wonende te [woonplaats],
gedaagde bij gemeld exploot,
procureur mr. M.A. van den Hazenkamp.
Eiseressen zullen hierna gezamenlijk ook "[eiseres sub 2 cs]" worden genoemd.
1. De procedure
1.1. [Eiseres sub 2 cs] hebben in kort geding gesteld en gevorderd zoals hierna verkort is weergegeven.
1.2. De advocaten van [eiseres sub 2 cs] hebben de vordering ter terechtzitting toegelicht, mede aan de hand van de door hen overgelegde pleitnotities met producties.
1.3. De procureur van [gedaagde] heeft verweer gevoerd, mede aan de hand van de door haar overgelegde pleitnotities met producties.
1.4. Na gevoerd debat hebben partijen vonnis gevraagd.
2. Inleiding
2.1. [Eiseres sub 2] is ontwerpster van lingerie en badmode. Haar ontwerpen worden sinds 1993 op basis van exclusiviteit op de markt gebracht door Undressed International BV onder de merknaam '[eiseres sub 2] Undressed'. De collectie bevat onder meer 'strings'.
2.2. [Gedaagde] is bedrijfsmatig actief in de ambulante handel in ondergoed. Via een website biedt hij diverse soorten ondergoed aan, waaronder 'strings' voorzien van het merk 'Funderwear'.
3. Het geschil
3.1. [Eiseres sub 2 cs] vorderen in dit kort geding, kort weergegeven:
a) [Gedaagde] te verbieden inbreuk te maken op het aan [eiseres sub 2] toekomende auteursrecht, en meer in het bijzonder de onder punt 5 van de dagvaarding genoemde strings te verkopen of ter verkoop aan te bieden, dan wel anderszins openbaar te maken en/of te verveelvoudigen;
b) [Gedaagde] te bevelen om binnen acht dagen na betekening al zijn afnemers, agenten en verkooppunten bij aangetekende brief mede te delen dat de strings inbreuk maken op het auteursrecht van [eiseres sub 2 cs] en hen te verzoeken alle inbreukmakende lingerie aan [eiseres sub 2 cs] te retourneren, onder toezending van een kopie van iedere brief aan [eiseres sub 2 cs];
c) [Gedaagde] te bevelen binnen 14 dagen na betekening aan [eiseres sub 2 cs] ter vernietiging af te geven alle inbreukmakende lingerie die hij in voorraad heeft en/of bij zijn afnemers, agenten en verkooppunten heeft teruggehaald;
d) [Gedaagde] te bevelen [eiseres sub 2 cs] volledige inzage te geven in de collectie van de door [gedaagde] verkochte lingerie, te informeren over de datum sinds wanneer hij de inbreukmakende lingerie verkoopt en over de totale hoeveelheid door hem bestelde, ingekochte, geproduceerde of anderszins in het verkeer gebrachte en/of bij hem en zijn verkooppunten in voorraad zijnde en verkochte inbreukmakende lingerie;
e) [Gedaagde] te bevelen [eiseres sub 2 cs] te voorzien van een lijst met de volledige namen en adressen van alle bij de productie en/of verhandeling van de inbreukmakende lingerie betrokken personen en/of bedrijven, in ieder geval bestaande uit de producent van de inbreukmakende lingerie indien gedaagde dit niet zelf is, en een lijst van alle verkooppunten waar de inbreukmakende lingerie is en wordt verkocht, waaronder verkooppunten buiten Nederland;
f) [Gedaagde] te bevelen [eiseres sub 2 cs] volledig te informeren over de door hem betaalde inkoop- en/of verkoopprijs, alsmede de door hem gehanteerde verkoopprijs van de inbreukmakende lingerie, en over het totaalbedrag van de winst die gedaagde heeft genoten als gevolg van het verveelvoudigen en openbaar maken van de inbreukmakende lingerie;
g) alles op straffe van dwangsommen;
h) [Gedaagde] te veroordelen tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding van € 10.000,--;
i) [Gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
3.2. [Eiseres sub 2 cs] leggen daaraan ten grondslag dat [gedaagde] door het op de markt brengen van klakkeloze kopieën van de door [eiseres sub 2] ontworpen strings dan wel nabootsingen daarvan in gewijzigde vorm in de zin van artikel 13 Auteurswet, inbreuk maakt op het ingevolge artikel 1 jo. 10 Auteurswet aan [eiseres sub 2] toekomende auteursrecht.
Voorts maakt [gedaagde] inbreuk op de persoonlijkheidsrechten van [eiseres sub 2], met name het persoonlijkheidsrecht als bedoeld in artikel 25 lid 1 sub d Auteurswet, nu [gedaagde] de bewuste strings (mede) verkoopt op erotische beurzen als de Erotica- en Kamasutrabeurs, zulks terwijl [eiseres sub 2] niet geassocieerd wenst te worden met dergelijke beurzen wegens haar (ook aan haar ontwerpen ten grondslag liggende) feministische vrouwbeeld.
Tenslotte handelt [gedaagde] onrechtmatig jegens [eiseres sub 2 cs], nu hij aanhaakt bij de bekendheid van de ontwerpen van [eiseres sub 2] en deze tegen een aanzienlijk lagere prijs verkoopt. Door de gelijkenis met de ontwerpen van [eiseres sub 2] ontstaat bij het publiek verwarringsgevaar. Bovendien heeft [gedaagde] bij het op de markt brengen geen rekening gehouden met de eer en goede naam van [eiseres sub 2], nu de kopieën van slechte kwaliteit zijn en de verkoop op erotische beurzen haar reputatie aantast.
3.3. Het verweer van [gedaagde] tegen de vordering komt zakelijk weergegeven op het volgende neer.
a) [Gedaagde] is niet aan te merken als leverancier van de strings of rechthebbende op het merk "Funderwear". Hij neemt zijn producten af van zijn leverancier en verkoopt deze via zijn website aan veelal anonieme eindgebruikers, doch niet aan winkelketens als Livera en Jambelle, zoals [eiseres sub 2 cs] stellen;
b) [Eiseres sub 2 cs] hebben geen bescheiden overgelegd waaruit blijkt dat zij als 'maker' van de bewuste strings dient te worden beschouwd;
c) De strings van het merk '[eiseres sub 2] Undressed" komen niet voor auteursrechtelijke bescherming in de zin van de Auteurswet in aanmerking;
d) De strings welke [gedaagde] aanbiedt op zijn website zijn niet te beschouwen als verveelvoudigingen van de (beweerdelijk) door [eiseres sub 2] ontworpen strings;
e) Van een inbreuk op de persoonlijkheidsrechten van [eiseres sub 2] kan geen sprake zijn, nu haar lingerie onmiskenbaar verbonden is met erotiek en ook zijzelf deze connectie blijkens haar uitspraken in de media en de inschrijving van Undressed International in de merkregistratie legt;
f) [Gedaagde] handelt niet onrechtmatig jegens [eiseres sub 2 cs].
3.4. Op hetgeen partijen overigens over en weer hebben aangevoerd, zal voor zoveel nodig bij de beoordeling worden ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Dat [gedaagde] geen rechthebbende is op het merk "Funderwear" en zijn producten niet levert aan winkelketens, doet niet af aan het gegeven dat hij de strings middels zijn website in het verkeer brengt door ze aan te bieden aan eindgebruikers. Het verweer onder a) faalt voorzover het zelfstandig is bedoeld.
4.2. Ook het verweer onder b) wordt verworpen. [Gedaagde] heeft zijn betwisting dat [eiseres sub 2] de maker is van de bewuste strings op geen enkele wijze onderbouwd, terwijl [eiseres sub 2 cs] ter zitting ontwerptekeningen hebben getoond waaruit voorshands genoegzaam blijkt van het makerschap van [eiseres sub 2].
4.3. Anders dan [gedaagde] is de rechter voorshands van oordeel dat de strings van [eiseres sub 2] voldoende creatief en oorspronkelijk zijn om in aanmerking te komen voor bescherming ingevolge de Auteurswet. Daarbij is niet van belang de omstandigheid dat volgens [gedaagde] het fenomeen 'string' als bedekking van de schaamstreek reeds sinds eeuwen bestaat; het gaat erom, dat de maker een eigen (subjectieve) invulling geeft aan het idee, dat aan het uiteindelijke werk ten grondslag ligt. Naar de mening van de rechter is hiervan in het geval van de strings van [eiseres sub 2] sprake. Bepaalde karakteristieke elementen welke [eiseres sub 2] hanteert in haar ontwerpen (met name het gebruik van zwarte, dunne bandjes die telkens via een lijnenspel strakke vormen creëren, waardoor een spinnenwebachtig effect ontstaat) duiden op de door de Auteurswet vereiste oorspronkelijkheid.
Overigens strekt de bescherming ingevolge de Auteurswet zich uitsluitend uit over de door [eiseres sub 2] vervaardigde ontwerpen c.q. werken, en reikt deze niet zo ver dat ook de gehanteerde stijl als zodanig beschermd wordt. Het verweer onder c) treft daarom in zijn algemeenheid geen doel.
4.4. Vervolgens is aan de orde de vraag of de door [gedaagde] verkochte strings inbreuk maken op het auteursrecht van [eiseres sub 2]. De bewuste, volgens [eiseres sub 2 cs] inbreukmakende strings zullen hieronder puntsgewijs worden behandeld, waarbij de naamgeving van [eiseres sub 2 cs] zal worden gevolgd.
- 'Vlechtwerk achter', overgelegd door [eiseres sub 2 cs] als productie 13: deze string dient te worden aangemerkt als een verveelvoudiging van [eiseres sub 2]' string met artikelnummer 53959 (productie 5 [eiseres sub 2 cs]). De 'gevlochten' achterzijde alsmede het gebruik van dubbele bandjes aan de zijkanten is geheel hetzelfde als bij de string van [eiseres sub 2]. Overigens heeft [gedaagde] erkend dat verdedigbaar is dat deze string als een verveelvoudiging is te beschouwen;
- 'Steentjes voor', overgelegd door [eiseres sub 2 cs] als productie 14: niet in te zien valt waar de gelijkenis met de strings van [eiseres sub 2] is gelegen. [Eiseres sub 2 cs] hebben aangevoerd dat de string onder meer overeenkomt met hun strings met artikelnummers 48196 en 9764 (producties 6 en 7 [eiseres sub 2 cs]), doch daarvan is de rechter voorshands niets gebleken. Evenmin vertoont de string gelijkenis met enig ander door [eiseres sub 2 cs] overgelegd origineel ontwerp;
- '3 Bandjes opzij en 2 in het midden', overgelegd door [eiseres sub 2 cs] als productie 15: hoewel deze string enige gelijkenis vertoont met de string met artikelnummer 9703/53826 (productie 8 [eiseres sub 2 cs]), is de uitvoering geheel anders. Er is geen gebruik gemaakt van geschulpte bandjes, de bandjes zijn dunner en het verticale bandje loopt bij de string van [eiseres sub 2] over in de twee onderste horizontale bandjes, terwijl zulks bij de string van [gedaagde] niet het geval is. De string vertoont ook geen gelijkenis met andere door [eiseres sub 2 cs] overgelegde originelen;
- 'Steentjes achter', overgelegd door [eiseres sub 2 cs] als productie 16: ook hier is geen sprake van een verveelvoudiging van de strings van [eiseres sub 2]. Het gebruik van strassteentjes is bij de strings van [gedaagde] op andere wijze (en op een andere plaats) toegepast dan bij die van [eiseres sub 2]. De opening aan de bovenzijde is ook bepaald anders te noemen: bij [eiseres sub 2] betreft het een verticale ovaal, terwijl bij [gedaagde] sprake is van een liggende halve cirkel. Dat er gebruik wordt gemaakt van smalle bandjes, is geen aanwijzing voor een inbreuk; smalle bandjes worden bij iedere string wel in enige vorm toegepast. De string vertoont ook geen gelijkenis met andere door [eiseres sub 2 cs] overgelegde originelen;
- 'Gesp achter', door [eiseres sub 2 cs] overgelegd als productie 17: deze string is evenmin aan te merken als een verveelvoudiging van [eiseres sub 2]' strings. De kenmerkende gesp is bij geen van [eiseres sub 2]' ontwerpen terug te vinden en ook overigens vertoont de string geen gelijkenissen met die van [eiseres sub 2]. Er is ook geen sprake van gelijkenis met andere door [eiseres sub 2 cs] overgelegde originelen;
- 'Artikelnummer 73076': het gebruik van ringetjes als bevestigingsmiddel is bij [gedaagde] op geheel andere wijze toegepast dan bij de strings van [gedaagde]. De ringetjes zijn van een andere kleur en andere grootte en bij [gedaagde] is sprake van telkens één ringetje, waaraan de bandjes zijn bevestigd, terwijl bij [eiseres sub 2] gewerkt is met een aantal kleine schakels, achter elkaar bevestigd. Bovendien bevinden de ringetjes zich op andere plaatsen dan bij de string van [eiseres sub 2]. Ook hier heeft te gelden dat het gebruik van smalle bandjes te gebruikelijk is om op een inbreuk te kunnen duiden. De string vertoont ook geen gelijkenis met andere door [eiseres sub 2 cs] overgelegde originelen;
- 'Artikelnummer 73082': weliswaar wordt bij zowel deze string als bij de string van [eiseres sub 2] met artikelnummer 65321 gebruik gemaakt van strassteentjes, niet gezegd kan worden dat er sprake is van een kopie van [eiseres sub 2]' exemplaar. Niet alleen is de vorm van de zetting met de steentjes anders, ook is de bevestiging van de bandjes vanaf die zetting verschillend. Bovendien heeft [eiseres sub 2] gebruik gemaakt van drie horizontale bandjes aan de achterzijde, terwijl bij het exemplaar van [gedaagde] twee horizontale bandjes zijn bevestigd. De string vertoont ook geen gelijkenis met andere door [eiseres sub 2 cs] overgelegde originelen.
4.5. Resumerend kan worden gesteld dat de strings 'steentjes voor', '3 bandjes opzij en 2 in het midden', 'steentjes achter', 'gesp achter', 'artikelnummer 73076' en 'artikelnummer 73082' geen inbreuk maken op het auteursrecht van [eiseres sub 2], ook niet wanneer daarbij op de totaalindruk wordt gelet. Die totaalindruk levert immers niet meer op dan een stijl van vormgeven. Van een auteursrechtelijke inbreuk is wel sprake in het geval van de string 'vlechtwerk achter'. Behoudens laatstgenoemde string slaagt het verweer onder d).
4.6. Ten aanzien van de gestelde inbreuk op de persoonlijkheidsrechten van [eiseres sub 2] wordt het volgende overwogen.
Hoewel [gedaagde] met de verkoop van de string 'vlechtwerk achter' zoals hierboven overwogen inbreuk maakt op de auteursrechten van [eiseres sub 2], is de rechter voorshands niet van mening dat daarmee ook een inbreuk op haar persoonlijkheidsrechten kan worden aangenomen, ook niet als in aanmerking wordt genomen dat de bewuste string op erotische beurzen is of wordt verkocht. Dergelijke beurzen zijn niet per definitie aan te merken als 'een omgeving van minder allooi' in de zin van de door [eiseres sub 2 cs] aangehaalde Memorie van Antwoord bij de Wijzigingswet uit 1972, terwijl de rechter voorts van mening is dat -objectief bezien-, de ontwerpen van [eiseres sub 2] niet gespeend zijn van enige erotische lading. Het verweer onder e) slaagt mitsdien.
4.7. Voorts dient te worden beoordeeld of [gedaagde] door de verkoop van de strings 'steentjes voor', '3 bandjes opzij en 2 in het midden', 'steentjes achter', 'gesp achter', 'artikelnummer 73076' en 'artikelnummer 73082' nog anderszins onrechtmatig handelt jegens [eiseres sub 2 cs]. Vooropgesteld zij dat het aanhaken op een bepaalde stijl op zichzelf geen onrechtmatig handelen oplevert; het is ook een gegeven dat in de mode een stijl die succesvol blijkt snel navolging pleegt te krijgen. Daarenboven heeft [eiseres sub 2] zelf aangegeven zich te beschouwen als 'één van de meest trendsettende lingerieontwerpers van de laatste jaren' (pagina 3 pleitnota [eiseres sub 2 cs]), waarmee zij zelf al te kennen geeft zich bewust te zijn van de navolging die haar ontwerpen hebben gekregen.
[eiseres sub 2 cs] hebben voorts als bijkomende omstandigheid nog gewezen op het gevaar van verwarring bij het publiek, maar dit gevaar is gelet op de hierboven in r.o. 4.4 geconstateerde verschillen naar de mening van de rechter verwaarloosbaar te achten. Er is geen sprake van slaafse nabootsing of exacte kopieën, doch hooguit van op de stijl van [eiseres sub 2] geïnspireerde ontwerpen. Ook wanneer de totaalindruk van de door [gedaagde] verkochte collectie wordt bezien, blijft dit oordeel overeind.
Dat de strings van [gedaagde] volgens [eiseres sub 2 cs] kwalitatief slecht zijn en tegen een lagere prijs worden verkocht vormt evenmin een omstandigheid die onrechtmatig handelen oplevert. Het staat [gedaagde] vrij om op een bepaalde stijl geïnspireerde strings te verkopen van welke kwaliteit dan ook tegen iedere prijs. Het verkopen van de bewuste strings op erotische beurzen kan evenmin als onrechtmatig worden aangemerkt, nu het niet gaat om verveelvoudigingen en bovendien niet valt in te zien hoe de reputatie van [eiseres sub 2] wordt aangetast doordat op haar ontwerpen geïnspireerde strings op dergelijke beurzen worden verkocht. De verkoop van de strings van [gedaagde] bij winkelketens als Livera en Jambelle tenslotte is evenmin onrechtmatig; de rechter vermag niet in te zien dat de exclusiviteitsreputatie van [eiseres sub 2] wordt geschonden door die verkoop, nu het zoals gezegd gaat om inspiraties op haar ontwerpen en niet om kopieën. Overigens heeft [gedaagde] ter zitting onbetwist naar voren gebracht dat hij zijn producten niet aan Livera of Jambelle of enige andere winkelketen levert.
Het verweer onder f) slaagt eveneens.
4.8. Het vorenstaande leidt tot toewijzing van de vorderingen onder a), c) en e) voor zover deze de string 'vlechtwerk achter' van [gedaagde] betreffen. De vordering onder b) zal worden afgewezen, nu [gedaagde] onbetwist heeft gesteld geen agenten of verkooppunten te hebben doch zijn producten via het internet aan voor hem veelal onbekende eindgebruikers te verkopen. Gezien de beperkingen uit hoofde van artikel 29 Auteurswet is het niet mogelijk om het verbod toe te wijzen ten aanzien van de consumenten waaraan [gedaagde] heeft geleverd. De vordering onder d) wordt eveneens afgewezen, nu toewijzing daarvan gezien de geringe omvang van de inbreuk (één string) niet proportioneel moet worden geacht. Zulks heeft evenzeer te gelden voor de vordering onder f).
Gelet op de geringe inbreuk zal de vordering tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding (h) eveneens worden afgewezen. Voorts zal de gevorderde dwangsom worden gematigd en wordt daaraan een rechterlijke matigingsbevoegdheid van de hierna te melden inhoud verbonden.
4.9. Nu partijen over en weer op enige punten in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd als na te melden.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
verbiedt [gedaagde] om de string 'vlechtwerk achter' (productie 13 [eiseres sub 2 cs]) te verkopen of ter verkoop aan te bieden, dan wel anderszins openbaar te maken en/of te verveelvoudigen;
beveelt [gedaagde] om binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis alle bij hem in voorraad zijnde exemplaren van de string 'vlechtwerk achter' aan [eiseres sub 2 cs] ter vernietiging af te geven;
beveelt [gedaagde] om [eiseres sub 2 cs] te voorzien van een schrijven met de volledige naam en het adres van de leverancier van de string 'vlechtwerk achter';
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres sub 2 cs] van een dwangsom ten bedrage van € 250,-- voor elke dag en iedere keer, dat [gedaagde] in strijd zal handelen met voornoemde verboden en geboden of enig gedeelte daarvan, met dien verstande:
- dat deze dwangsomsanctie vatbaar zal zijn voor matiging door de rechter, voorzover handhaving daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, in aanmerking genomen de mate waarin aan het vonnis is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid van de overtreding;
- dat deze dwangsomsanctie slechts zal gelden na betekening van dit vonnis aan [gedaagde];
compenseert de proceskosten aldus, dat elke partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F.M. Strijbos, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 april 2003 in tegenwoordigheid van de griffier.