ECLI:NL:RBSHE:2003:AF8091

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 mei 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01/040078-02
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. De Quincey
  • mr. Kobussen
  • mr. Goyaerts
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van seksuele geweldpleging

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 1 mei 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere seksuele geweldplegingen. De zaak kwam ter terechtzitting op 23 januari en 17 april 2003. De officier van justitie had vrijspraak geëist voor de verdachte, die werd beschuldigd van het seksueel binnendringen van het lichaam van een slachtoffer, met gebruik van geweld en bedreiging. De rechtbank heeft de tenlasteleggingen zorgvuldig onderzocht en kwam tot de conclusie dat er onvoldoende wettig bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van het slachtoffer werden als ongeloofwaardig beschouwd, vooral omdat de huisarts van het slachtoffer niet op de hoogte was van de door hem gestelde erectieproblemen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet gedwongen was tot de handelingen die in de tenlastelegging stonden en dat het bewijs niet overtuigend genoeg was om tot een veroordeling te komen. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, en de kosten die door de verdachte in deze strafzaak zijn gemaakt, werden op nihil begroot. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Parketnummer : 01/040078-02
Uitspraakdatum: 01 mei 2003
VONNIS
Vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats] [adres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 23 januari 2003 en 17 april 2003.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie .
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 28 juni 2002.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1. zij op of omstreeks 20 juli 2001 te 's-Hertogenbosch door geweld of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een)
handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte haar vagina
en/of schaamstreek op, althans tegen de mond en/of gezicht van die [slachtoffer] geduwd
en/of haar vagina (schaamlippen) in de mond van die [slachtoffer] geduwd en/of met haar
vagina en/of schaamstreek over de penis van die [slachtoffer] gewreven en/of die penis
van die [slachtoffer] in haar mond genomen en/of aan die penis gelikt en/of die penis
van die [slachtoffer] in haar vagina geduwd en/of over het gezicht van die [slachtoffer]
geurineerd en/of haar tong in de mond van die [slachtoffer] geduwd en bestaande dat
geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of
die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte de woning van die [slachtoffer] is
binnengedrongen en/of boven op die (lichamelijk gehandicapte) [slachtoffer] is gaan
zitten en/of die [slachtoffer] heeft uitgekleed en/of die [slachtoffer] stevig heeft vastgepakt
en/of op bed heeft geduwd/gedrukt en/of die [slachtoffer] op de grond heeft
geduwd/getrokken en/of haar, verdachtes, schaamstreek krachtig op het gezicht
van die [slachtoffer] heeft geduwd (waardoor die [slachtoffer] moeilijk kon ademhalen) en/of
tegen die de [slachtoffer] heeft gezegd dat "ze een pik moest hebben en geneukt moest
worden" en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen
ontstaan;
(artikel 242 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 20 juli 2001 te 's-Hertogenbosch, met [slachtoffer], van wie
zij, verdachte, wist dat die [slachtoffer] in lichamelijke onmacht verkeerde, een of
meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit
het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte
haar vagina en/of schaamstreek op, althans tegen de mond en/of gezicht van die
[slachtoffer] geduwd en/of haar vagina (schaamlippen) in de mond van die [slachtoffer] geduwd
en/of met haar vagina en/of schaamstreek over de penis van die [slachtoffer] gewreven
en/of die penis van die [slachtoffer] in haar mond genomen en/of aan die penis gelikt
en/of die penis van die [slachtoffer] in haar vagina geduwd en/of over het gezicht van
die [slachtoffer] geurineerd en/of haar tong in de mond van die [slachtoffer] geduwd;
(artikel 243 Wetboek van Strafrecht)
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 20 juli 2001 te 's-Hertogenbosch, door geweld of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer]. heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van
een of meer ontuchtige handeling(en), hebbende verdachte haar vagina en/of
schaamstreek op, althans tegen de mond en/of gezicht van die [slachtoffer] geduwd en/of
haar vagina (schaamlippen) in de mond van die [slachtoffer] geduwd en/of met haar
vagina en/of schaamstreek over de penis van die [slachtoffer] gewreven en/of die penis
van die [slachtoffer] in haar mond genomen en/of aan die penis gelikt en/of die penis
van die [slachtoffer] in haar vagina geduwd en/of over het gezicht van die [slachtoffer]
geurineerd en/of haar tong in de mond van die [slachtoffer] geduwd, en bestaande dat
geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of
die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte de woning van die [slachtoffer] is
binnengedrongen en/of boven op die (lichamelijk gehandicapte) [slachtoffer] is gaan
zitten en/of die [slachtoffer] heeft uitgekleed en/of die [slachtoffer] stevig heeft vastgepakt
en/of op bed heeft geduwd/gedrukt en/of die [slachtoffer] op de grond heeft
geduwd/getrokken en/of haar, verdachtes, schaamstreek krachtig op het gezicht
van die [slachtoffer] heeft geduwd (waardoor die [slachtoffer] moeilijk kon ademhalen) en/of
tegen die de [slachtoffer] heeft gezegd dat "ze een pik moest hebben en geneukt moest
worden" en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen
ontstaan;
(artikel 246 Wetboek van Strafrecht)
2. zij op of omstreeks 23 augustus 2001 te 's-Hertogenbosch door geweld of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een)
handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte haar vagina
en/of schaamstreek op, althans tegen de mond en/of gezicht van die [slachtoffer] geduwd
en/of haar vagina (schaamlippen) in de mond van die [slachtoffer] geduwd en/of met haar
vagina en/of schaamstreek over de penis van die [slachtoffer] gewreven en/of die penis
van die [slachtoffer] in haar mond genomen en/of aan die penis gelikt en/of die penis
van die [slachtoffer] in haar vagina geduwd en bestaande dat geweld of die andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere
feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte tegen die [slachtoffer] heeft gezegd "Ik ga je
pakken" en/of de kleding van die [slachtoffer] van diens lichaam heeft
gescheurd/getrokken, in elk geval die [slachtoffer] heeft uitgekleed en/of boven op die
(in een rolstoel zittende lichamelijk gehandicapte) [slachtoffer] is gaan zitten en/of
die [slachtoffer] in zijn rolstoel heeft omgegooid en/of op de grond gegooid/geduwd
en/of die [slachtoffer] heeft geslagen en/of geschopt en/of haar, verdachtes,
schaamstreek krachtig op het gezicht van die [slachtoffer] heeft geduwd (waardoor die
[slachtoffer] moeilijk kon ademhalen) en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende
situatie heeft doen ontstaan;
(artikel 242 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 23 augustus 2001 te 's-Hertogenbosch, met [slachtoffer], van
wie zij, verdachte, wist dat die [slachtoffer] in lichamelijke onmacht verkeerde, een
of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en)
uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende
verdachte haar vagina en/of schaamstreek op, althans tegen de mond en/of
gezicht van die [slachtoffer] geduwd en/of haar vagina (schaamlippen) in de mond van
die [slachtoffer] geduwd en/of met haar vagina en/of schaamstreek over de penis van die
[slachtoffer] gewreven en/of die penis van die [slachtoffer] in haar mond genomen en/of aan die
penis gelikt en/of die penis van die [slachtoffer] in haar vagina geduwd;
(artikel 243 Wetboek van Strafrecht)
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 23 augustus 2001 te 's-Hertogenbosch, door geweld of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van
een of meer ontuchtige handeling(en), hebbende verdachte haar vagina en/of
schaamstreek op, althans tegen de mond en/of gezicht van die [slachtoffer] geduwd en/of
haar vagina (schaamlippen) in de mond van die [slachtoffer] geduwd en/of met haar
vagina en/of schaamstreek over de penis van die [slachtoffer] gewreven en/of die penis
van die [slachtoffer] in haar mond genomen en/of aan die penis gelikt en/of die penis
van die [slachtoffer] in haar vagina geduwd, en bestaande dat geweld of die andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere
feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte tegen die [slachtoffer] heeft gezegd "Ik ga je
pakken" en/of de kleding van die [slachtoffer] van diens lichaam heeft
gescheurd/getrokken, in elk geval die [slachtoffer] heeft uitgekleed en/of boven op die
(in een rolstoel zittende lichamelijk gehandicapte) [slachtoffer] is gaan zitten en/of
die [slachtoffer] in zijn rolstoel heeft omgegooid en/of op de grond gegooid/geduwd
en/of die [slachtoffer] heeft geslagen en/of geschopt en/of haar, verdachtes,
schaamstreek krachtig op het gezicht van die [slachtoffer] heeft geduwd (waardoor die
[slachtoffer] moeilijk kon ademhalen) en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende
situatie heeft doen ontstaan;
(artikel 246 Wetboek van Strafrecht)
De geldigheid van de dagvaarding.
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen.
De bevoegdheid van de rechtbank.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
De eis van de officier van justitie:
Vrijspraak van hetgeen aan verdachte onder 1 primair en subsidiair en onder 2 primair en subsidiair is tenlastegelegd.
Ten aanzien van het onder 1 meer subsidiair en onder 2 meer subsidiair tenlastegelegde een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
Voorts integrale toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
De bewijsbeslissing.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder 1 primair en subsidiair en onder 2 primair, subsidiair en meer subsidiair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Van het onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde behoort verdachte te worden vrijgesproken omdat voor dat feit het overtuigend bewijs ontbreekt.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende:
Voor het eerste, onder meer subsidiair tengelastegelegde feit is weliswaar het wettig bewijs aanwezig (aangifte, verdachte erkent seksuele contacten in juli), maar de rechtbank is er niet van overtuigd [slachtoffer] is gedwongen tot het plegen en/of dulden van de in de tenlastelegging omschreven handelingen.
Anders dan de officier van justitie heeft de rechtbank niet de indruk gekregen dat aangever [slachtof[slachtoffer] een weerloze man is die zich in het geheel niet aan verdachtes handelingen heeft kunnen onttrekken. De rechtbank stelt vast dat verdachte heeft verklaard dat de aangever op een sportschool trainde om zijn armspieren te versterken. Aangever heeft zulks in zijn verklaring als getuige ter zitting bevestigd. Dat hij daar later mee is opgehouden omdat hij fysiek niet meer in staat was te trainen, doet daar niet aan af. Ook een van de door de politie gehoorde getuigen ([getuige 1]) verklaart dat aangever erg sterk is in zijn armen. Ook uit de medische informatie over aangever blijkt dat hij een goede arm/handfunctie heeft.
Voorts is het de rechtbank uit het dossier gebleken dat aangever verhalen vertelde die niet geloofwaardig waren. Hij zou seksueel zijn benaderd door medewerkers van de thuiszorg, zou in Vietnam hebben gevochten en daar verhalen over hebben verteld. Verdachte bevestigde ter zitting ook dat soort verhalen van aangever te hebben vernomen. In zijn verklaring zowel tegenover de politie als als getuige ter zitting zegt aangever inderdaad dergelijke verhalen te hebben verzonnen, en dat hij dat doet voor de kick of voor de fun.
Voorts blijkt uit het nader proces-verbaal van 30 januari 2003 (toegevoegd na 21 januari 2003) dat de huisarts van aangever anders dan aangever ter zitting heeft verklaard, niet bekend was met de door hem gestelde erectieproblemen. Tot slot acht de rechtbank de verklaring van aangever over de door anderen ook op de slaapkamer aangetroffen rode haren van verdachte volstrekt ongeloofwaardig.
Van het onder 1 primair en subsidiair en het onder 2 tenlastegelegde dient verdachte te worden vrijgesproken omdat hier (ook) het wettige bewijs ontbreekt.
De vordering van de benadeelde partij.
Nu verdachte integraal van het haar tenlastegelegde zal worden vrijgesproken, dient de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De benadeelde partij zal worden verwezen in de kosten door de verdachte in deze strafzaak gemaakt als na te melden.
DE UITSPRAAK
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair en onder 2 primair, subsidiair en meer subsidiair is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij.
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij genaamd [slachtoffer] in haar vordering, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten door verdachte in deze strafzaak gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door,
mr. De Quincey, voorzitter,
mr. Kobussen en mr. Goyaerts, leden
in tegenwoordigheid van dhr. de Laat, griffier
en is uitgesproken op 01 mei 2003.