ECLI:NL:RBSHE:2003:AF8914

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
13 mei 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
86096 FA RK 02-3930
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.H.M. Hooymans-van Oerle
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en erkenning van buitenlandse echtscheiding

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 13 mei 2003 uitspraak gedaan in een verzoek tot echtscheiding tussen een vrouw en een man, beiden met de Marokkaanse nationaliteit. De vrouw heeft op 27 september 2002 een verzoekschrift ingediend voor echtscheiding met nevenvoorzieningen. De man heeft hierop gereageerd met een verweerschrift en een zelfstandig verzoek, waarin hij stelt dat het huwelijk reeds is ontbonden volgens Marokkaans recht. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse bewijsstukken, waaronder een herroepbare akte van echtscheiding en een verklaring van akte die bevestigt dat de echtscheiding definitief is geworden. Tijdens de zitting op 29 april 2003 zijn beide partijen en hun procureurs verschenen, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming en een tolk voor de vrouw.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en vrouw beiden de Marokkaanse nationaliteit hebben en dat de man ook de Nederlandse nationaliteit bezit. Aangezien zij ten tijde van de indiening van het verzoekschrift hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden, was de Nederlandse rechter bevoegd om over het verzoek tot echtscheiding te oordelen. De rechtbank heeft vervolgens de Marokkaanse echtscheidingsbeschikking erkend, omdat aan alle voorwaarden voor erkenning volgens het Nederlandse recht was voldaan. Gelet op het feit dat het huwelijk al was ontbonden in Marokko, heeft de rechtbank de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot echtscheiding met nevenvoorzieningen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Deze beschikking is gegeven door vice-president mr. R.H.M. Hooymans-van Oerle en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
BESCHIKKING
Zaaknummer : 86096 / FA RK 02-3930
Uitspraak : 13 mei 2003
Beschikking betreffende echtscheiding in de zaak van
[naam verzoekster]
wonende te [woonplaats],
procureur mr. A.A.W.A. Vissers,
tegen:
[naam verweerder]
wonende te [woonp[geboorteplaats],
procureur mr. M.J.L. Schram,
partijen, ook wel aan te duiden als respectievelijk de vrouw en de man.
De procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift van de vrouw, ingekomen ter griffie op 27 september 2002;
- het verweerschrift, tevens zelfstandig verzoek van de man;
- het verweerschrift van de vrouw op het zelfstandig verzoek van de man;
- een verzoek van de vrouw tot wijziging nevenvordering partneralimentatie;
- de correspondentie, waaronder met name:
* een brief (met bijlagen) van mr. Schram, gedateerd 5 februari 2003;
* een brief van mr. Schram, gedateerd 25 februari 2003;
* een brief van de Raad voor de Kinderbescherming, gedateerd 31 maart 2003
* een brief van mr. Vissers, gedateerd 4 april 2003;
* een brief van de Raad voor de Kinderbescherming, gedateerd 10 april 2003;
* een brief (met bijlagen) van mr. Schram, gedateerd 15 april 2003;
* een brief (met bijlagen) van mr. Vissers, gedateerd 18 april 2003;
* een brief (met bijlagen) van mr. Schram, gedateerd 24 april 2003.
De vrouw verzoekt echtscheiding met nevenvoorzieningen.
De zaak is behandeld ter zitting van 29 april 2003. Verschenen zijn partijen en de procureurs alsmede de heer [naam raadsvertegenwoordiger] namens de Raad voor de Kinderbescherming. Voorts is verschenen de heer [naam tolk], tolk voor de vrouw.
Van het verhandelde ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.
De beoordeling
Bewijsstukken
Uit de overgelegde bewijsstukken blijkt de nationaliteit en de woonplaats van partijen, alsmede waar en wanneer zij met elkaar zijn gehuwd. Tevens blijkt daaruit de geboorte van hun minderjarige kind: [naam minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op
[geboortedatum]
De rechtsmacht
Blijkens de overgelegde bescheiden hebben partijen beiden de Marokkaanse nationaliteit. De man heeft tevens de Nederlandse nationaliteit. Omdat partijen ten tijde van de indiening van het verzoekschrift hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden, komt aan de Nederlandse rechter rechtsmacht toe om over het verzoek tot echtscheiding te oordelen (artikel 2 lid 1 sub a "Brussel II"-Verordening, nr. 1347/2000).
Echtscheiding
De vrouw verzoekt de rechtbank tussen partijen de echtscheiding uit te spreken en een aantal nevenvoorzieningen te treffen.
De man verzoekt de rechtbank primair het verzoek van de vrouw tot echtscheiding met nevenvoorzieningen niet-ontvankelijk te verklaren en als zodanig af te wijzen.
De man stelt dat het huwelijk van partijen, dat zij hebben gesloten op [datum] [jaar] te [plaats], Marokko, en waarop Marokkaans recht van toepassing is, reeds geëindigd is door middel van echtscheiding naar Marokkaans recht door partijen verkregen in Marokko. De man heeft hiervan ondermeer de volgende bewijsstukken overgelegd;
- een herroepbare akte van echtscheiding dd [datum in 2001] te [plaats] Marokko;
- een verklaring van akte dd 15 maart 2002, waaruit blijkt dat de echtscheiding definitief is geworden na het verstrijken van de zogenaamde Idda-periode;
- een kopie van het proces-verbaaal van de verschillende zittingen die hebben plaatsgevonden als bewijs van het feit dat de vrouw van deze echtscheiding op de hoogte is geweest, erbij aanwezig was en dat zij heeft ingestemd met deze echtscheiding.
De rechtbank overweegt als volgt.
Op grond van artikel 2 Wet Conflictenrecht Echtscheiding wordt een buiten Nederland na een behoorlijke rechtspleging verkregen ontbinding van het huwelijk in Nederland erkend indien zij tot stand is gekomen door de beslissing van een rechter of een andere autoriteit wie daartoe rechtsmacht toekwam. Op basis van de overgelegde stukken is de rechtbank van oordeel dat aan alle voorwaarden is voldaan en derhalve de Marokkaanse echt-scheidingsbeschikking voor erkenning vatbaar is. Gelet op het feit dat het huwelijk van partijen al ontbonden is in Marokko kan de vrouw niet worden ontvangen in haar verzoek tot echtscheiding met nevenvoorzieningen. De rechtbank zal beslissen als na te melden
Proceskosten
De proceskosten zullen worden gecompenseerd als na te melden.
De beslissing
De rechtbank:
verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in haar verzoek tot echtscheiding met nevenvoorzieningen;
compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.H.M. Hooymans-van Oerle, vice-president,
en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2003 in aanwezigheid van de griffier.
- 3 -