ECLI:NL:RBSHE:2004:AO4207
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Kort geding
- J.F.M. Strijbos
- Rechtspraak.nl
Caféverbod en de grenzen van toegang ontzeggen in horecagelegenheden
In deze zaak vorderde eiser de opheffing van een caféverbod dat hem voor de duur van een jaar was opgelegd door verschillende horecagelegenheden, waaronder De Vlinder B.V. en Plaza Café B.V. Eiser stelde dat hij onterecht was uitgesloten van toegang tot deze etablissementen, omdat hij geen overlast zou hebben veroorzaakt. De voorzieningenrechter oordeelde dat in beginsel iedereen het recht heeft om toegang tot zijn etablissement te ontzeggen, maar dat dit recht in bepaalde omstandigheden beperkt is, vooral wanneer het gaat om openbare en voor het publiek toegankelijke ruimten. De rechter benadrukte dat de ontzegging niet alleen een incidentele maatregel betreft, maar een langdurige impact heeft op de betrokken persoon, wat de noodzaak van zorgvuldigheid bij het opleggen van een dergelijk verbod onderstreept.
De rechter concludeerde dat de motivering voor de caféverboden, namelijk 'overlast in mijn bedrijf', niet voldoende was onderbouwd voor alle gedaagden. Voor de meeste gedaagden was er onvoldoende bewijs dat eiser daadwerkelijk overlast had veroorzaakt, waardoor de vordering ten aanzien van hen werd toegewezen. Echter, voor drie specifieke horecagelegenheden was er wel bewijs van overlast, waardoor de vordering voor deze bedrijven werd afgewezen. De rechter besloot dat de ontzeggingen voor de horecagelegenheden 'Plaza Café B.V.', 'De Bascule' en 'Entre les Deux' in stand blijven, terwijl de overige ontzeggingen ongedaan moesten worden gemaakt. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid en goede gronden bij het opleggen van toegang ontzeggingen in de horeca.