ECLI:NL:RBSHE:2004:AQ8691

Rechtbank 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
15 juli 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
AWB 03/3330 ZW
Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.W. Govers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van Ziektewetuitkering na controle huisbezoek

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 15 juli 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een Ziektewetuitkering ontving, en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had zich op 11 augustus 2003 ziek gemeld en ontving vanaf die datum een uitkering. De rapporteur F. Valentijn heeft op 13 augustus 2003 geprobeerd een controlebezoek af te leggen, maar dit zou zijn mislukt omdat eiseres afwezig was. Als gevolg hiervan heeft het Uwv op 2 september 2003 besloten om het ziekengeld van eiseres met 5% te korten over een periode van vier weken. Dit besluit werd later door het Uwv bevestigd, maar eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt en beroep ingesteld.

Tijdens de zitting op 13 juli 2004 heeft de rechtbank vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de claim dat eiseres de controlevoorschriften had overtreden. Er ontbraken essentiële gegevens in het dossier, zoals een verslag van het controlebezoek en details over de pogingen van de rapporteur om toegang te krijgen tot de woning van eiseres. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit in strijd met de wet was en heeft het vernietigd. De rechtbank heeft het primaire besluit van 2 september 2003 herroepen en het Uwv gelast om het griffierecht van € 31,00 aan eiseres te vergoeden.

De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en bewijsvoering bij besluiten die de rechten van burgers raken, vooral in het kader van sociale zekerheidswetgeving. Belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ’S-HERTOGENBOSCH
sector bestuursrecht
enkelvoudige kamer
UITSPRAAK
AWB 03/3330 ZW
Uitspraak van de rechtbank ingevolge de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geschil tussen
[eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, gevestigd te Amsterdam, verweerder,
gemachtigde H.B. Verhappen, werkzaam bij het Uwv-kantoor te Eindhoven.
I. PROCESVERLOOP
Eiseres, destijds woonachtig op het adres [adres] te [plaats], heeft zich op maandag 11 augustus 2003 ziek gemeld voor haar werk via een uitzendbureau. Met ingang van die datum heeft zij uitkering krachtens de Ziektewet ontvangen. Volgens verweerder heeft de rapporteur F. Valentijn op woensdag 13 augustus 2003 getracht een controle-bezoek op genoemd adres af te leggen. Die controle zou zijn mislukt omdat eiseres afwezig zou zijn geweest. In verband hiermee heeft verweerder bij besluit van 2 september 2003 het ziekengeld van eiseres wegens overtreding van de controlevoorschriften gekort met 5% over vier weken. Het hiertegen gemaakte bezwaar is ongegrond verklaard bij besluit van 28 november 2003. Tegen dit laatste besluit heeft eiseres beroep ingesteld.
Het geding is behandeld ter zitting van 13 juli 2004, waar van partijen verweerder bij zijn gemachtigde is verscheen.
II. OVERWEGINGEN
De rechtbank wijst er op dat zich in het dossier - behoudens een formulier d.d. 15 augustus 2003 waarop naast vele andere, voor dit geding niet rechtstreeks van belang zijnde, gegevens de woorden “huisbezoek rb”, “Door: F. Valentijn” en “verzekerde afwezig” staan vermeld – geen (eventueel kort) verslag bevindt van de volgens verweerder op 13 augustus 2003 gedane poging tot een controle-bezoek. Aldus zijn diverse voor dit geding relevante gegevens niet bekend – laat staan bekrachtigd door een handtekening of paraaf van de rapporteur - , zoals het tijdstip waarop de rapporteur bij de woning van eiseres zou zijn geweest, welke pogingen hij zou hebben ondernomen om toegang tot die woning te verkrijgen, of en zo ja welk bericht hij zou hebben achtergelaten en welke zijn eventuele overige bevindingen bij dat bezoek zouden zijn geweest. Verweerders gemachtigde heeft ter zitting medegedeeld dat de desbetreffende rapporteur dat bezoek en die gegevens zich ook niet meer kan herinneren.
Gezien het vorenstaande is er onvoldoende feitelijke grondslag voor het oordeel dat eiseres de controlevoorschriften zou hebben overtreden. Het bestreden besluit komt daarom wegens strijd met de wet voor vernietiging in aanmerking. De rechtbank zal zelf in de zaak voorzien door het primaire besluit van 2 september 2003 te herroepen.
Mitsdien wordt beslist als volgt.
III. BESLISSING
De rechtbank,
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit van 2 september 2003;
- gelast het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan eiseres te vergoeden het door haar gestorte griffierecht ad € 31,00.
Aldus gedaan door mr. A.W. Govers als rechter en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. N. Hofman als griffier op 15 juli 2004.
Belanghebbenden kunnen tegen deze uitspraak binnen zes weken na de datum van toezending hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep, postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Afschrift verzonden: