ECLI:NL:RBSHE:2004:AR4406
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.W.E.C. Pulles
- K. Visser
- C.P.C. Kuijs
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor uitlokking en medeplegen van vals proces-verbaal door politiefunctionaris
Op 25 oktober 2004 heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die was beschuldigd van uitlokking en medeplegen van het opmaken van een vals proces-verbaal. De tenlastelegging was gebaseerd op artikelen 207 en 225 van het Wetboek van Strafrecht. Tijdens de zitting op 18 oktober 2004 werd de dagvaarding gewijzigd op vordering van de officier van justitie. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging voldoende feitelijk en duidelijk was omschreven en dat de dagvaarding voldeed aan de wettelijke eisen.
De rechtbank heeft de bewijsbeslissing uitvoerig besproken. Hoewel er voldoende wettig bewijs was voor de tenlastegelegde uitlokking, ontbrak de overtuiging dat de verdachte opzet had om de medeverdachte aan te zetten tot het strafbare feit. Ook was er onvoldoende bewijs voor het medeplegen van het misdrijf. De rechtbank concludeerde dat de verdachte vrijgesproken moest worden van alle tenlastegelegde feiten.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is op tegenspraak gewezen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte. De zaak was aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 27 september 2004, en de verdachte was op de hoogte van de beschuldigingen tegen hem. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de officier van justitie en de bevoegdheid van de rechtbank bevestigd, en er zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging aangetroffen. De uitspraak is gedaan in het kader van de strafrechtelijke procedure.