RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Zaaknummer : 90116 / HA ZA 03-119 en 97225 / HA ZA 03-1323
Datum uitspraak : 22 september 2004
Vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken,
in de hoofdzaak, aanhangig tussen:
de besloten vennootschap GREVENBROEK INTERNATIONAL LOGISTIC
SOLUTIONS (G.I.L.S.) BV
gevestigd te Ridderkerk,
eiseres,
procureur mr. C.J.A. Boskamp,
de besloten vennootschap KAPPA PAPER RECYCLING B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
gedaagde,
procureur mr. S.H.F. Hoppenbrouwers,
en in de vrijwaringszaak, aanhangig tussen:
de besloten vennootschap KAPPA PAPER RECYCLING B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
eiseres in vrijwaring,
procureur mr. S.H.F. Hoppenbrouwers,
de besloten vennootschap LINEX SHIPPING & FORWARDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in vrijwaring,
niet verschenen.
Partijen worden hierna aangeduid als Gils, Kappa en Linex.
Nadat de rechtbank bij incidenteel vonnis van 4 juni 2003 de incidentele vordering van Kappa tot oproeping in vrijwaring van Linex had toegewezen, hebben partijen de volgende stukken gewisseld:
- een conclusie van antwoord van de zijde van Kappa;
- een conclusie van repliek van de zijde van Gils;
- een conclusie van dupliek van de zijde van Kappa.
Tenslotte is op verzoek van partijen op het griffiedossier vonnis bepaald.
De zaak is bij op 24 juni 2003 uitgebrachte dagvaarding aanhangig gemaakt. Tegen Linex, die niet is verschenen, werd verstek verleend.
Vervolgens is op verzoek van Kappa op het griffiedossier vonnis bepaald.
De vordering van Gils strekt ertoe dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Kappa zal veroordelen om aan Gils tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen:
- EURO 729,00 te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 maart 2001 tot aan de dag der voldoening;
- EURO 364,50 te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 maart 2001 tot aan de dag der voldoening;
- EURO 1.107,00 te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 maart 2001 tot aan de dag der voldoening;
- EURO 918,00 te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 maart 2001 tot aan de dag der voldoening;
- EURO 378,78 te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 maart 2001 tot aan de dag der voldoening;
- EURO 924,61 te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 maart 2001 tot aan de dag der voldoening;
- EURO 312,51 te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 maart 2001 tot aan de dag der voldoening;
- EURO 1.107,00 te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 maart 2001 tot aan de dag der voldoening;
- EURO 537,30 te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 maart 2001 tot aan de dag der voldoening;
- EURO 428,35 te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 30 maart 2001 tot aan de dag der voldoening;
- EURO 513,00 te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 30 maart 2001 tot aan de dag der voldoening;
- EURO 361,29 te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 april 2001 tot aan de dag der voldoening;
- EURO 768,10 buitengerechtelijke kosten,
met veroordeling van Kappa in de kosten van deze procedure.
Daartegen is door Kappa verweer gevoerd met conclusie dat de rechtbank Gils niet ontvankelijk zal verklaren in haar vorderingen, danwel deze zal afwijzen, met veroordeling van Gils in de kosten van het geding.
De vordering van Kappa strekt ertoe dat de rechtbank bij het in de hoofdzaak te wijzen eindvonnis Linex gelijktijdig zal veroordelen om, uitvoerbaar bij voorraad, aan Kappa in vrijwaring tegen kwijting te betalen al datgene waartoe Kappa in de hoofdzaak ten behoeve van Gils mocht worden veroordeeld, met veroordeling van Linex in de kosten van het geding in de hoofdzaak alsmede in de vrijwaringsprocedure.
Daartegen is door Linex geen verweer gevoerd.
In de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak
Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds niet althans onvoldoende gemotiveerd weersproken, dan wel op grond van de onbetwiste inhoud van de overgelegde produkties het navolgende vast.
1.1. Linex heeft tot 2001 regelmatig expediteurswerkzaamheden voor Kappa verricht. Sedert 2001 worden deze werkzaamheden verricht door Gils.
1.2. Bij schrijven van 17 januari 2001 heeft Gils Kappa, voor zover hier van belang, het navolgende bericht:
"Betreft: Linex Shipping & Forwarding B.V. onderdeel van G.I.L.S. Worldwide per 1 Januari 2001
Met groot genoegen delen wij u mede dat per 1 januari 2001 Linex Shipping & Forwarding B.V. te Amsterdam zal gaan samenwerken met de G.I.L.S. Worldwide organisatie.
(..)
Eén van de belangrijkste consequenties is dat de naam van Linex Shipping & Forwarding B.V. zal verdwijnen en dat per 1 januari alle activiteiten zullen worden ondergebracht bij:
Grevenbroek International Logistic Solutions Wolrdwide Airfreight B.V.
Westhavenweg 54, 1042 AL Amsterdam
Telefoon 020-6134822 Fax 020-6149897
(..)
Wij hopen dan ook als G.I.L.S. op een prettige samenwerking met Kappa Paper Recycling B.V."
1.3. De contactpersonen waarmee Kappa zaken deed bleven aanvankelijk onveranderd.
1.4. De verrichte werkzaamheden werden vanaf februari 2001 door Gils aan Kappa gefactureerd. Op de facturen stonden de naam en het bankrekeningnummer van Gils vermeld, een verwijzing naar Linex kwam op de nota's niet voor.
1.5. De facturen waar Gils thans betaling van vordert werden door Kappa aan Linex voldaan.
1.6. Het aan Linex betaalde bedrag is niet bij Gils terechtgekomen en evenmin aan Kappa terugbetaald.
Kappa dient de openstaande facturen alsnog te voldoen.
Kappa heeft niet bevrijdend aan Linex betaald; gelet op de brief van 17 januari 2001 en de opmaak van de litigieuze facturen kon er voor Kappa geen misverstand bestaan aan wie betaald moest worden. Kappa geeft er ook blijk van zich hiervan bewust te zijn geweest: op zeker moment heeft zij de naam Linex in haar administratie gewijzigd in Gils.
3.1. Kappa heeft bevrijdend betaald. Uit de brief van 17 januari 2001 heeft Kappa afgeleid (en ook mogen afleiden) dat van een volledige overname of fusie sprake was. Zij mocht er dus vanuit gaan dat haar betalingen, ook als deze op de rekening van Linex werden gestort, op de juiste plaats terecht zouden komen. Het is immers bepaald niet ongebruikelijk dat bedrijven verschillende bankrekeningnummers hanteren. Niet zonder belang is voorts dat er geen verandering optrad in de personen waar Kappa zaken mee deed.
Kappa was te goeder trouw en had redelijke grond om te denken dat aan Linex kon worden betaald; zij voldoet hiermee aan de eisen die artikel 6:34 BW voor bevrijdend betalen stelt.
Gils had de verwarring kunnen voorkomen door haar brief duidelijker te redigeren.
3.2. Indien Kappa niet bevrijdend heeft betaald, heeft zij onverschuldigd aan Linex betaald. Noch Linex, noch Gils hebben haar daar tijdig op gewezen. Linex dient Kappa te vrijwaren voor hetgeen waartoe Kappa in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld.
4. Beoordeling van het geschil
4.1. Artikel 6:34 BW gaat niet zover dat een ieder die zich oprecht vergist in degene aan wie betaling kan plaatsvinden wordt beschermd. Er moet sprake zijn van een redelijke veronderstelling dat aan de pseudo-crediteur moet worden betaald.
Hoewel Kappa toegegeven kan worden dat uit de brief van 17 januari 2001 niet blijkt dat van een partiële overname sprake is, had Kappa uit de brief wel moeten begrijpen dat er een substantiële verandering had plaatsgevonden, die gevolgen zou kunnen hebben voor de wijze van betaling. Van dat laatste had Kappa zich moeten vergewissen op het moment dat haar vervolgens facturen van de nieuwe organisatie bereikten. Het feit dat haar contactpersonen intussen niet waren veranderd, doet daaraan onvoldoende af. Uit de facturen blijkt voldoende duidelijk op welk rekeningnummer betalingen dienden te worden voldaan; Kappa, als professioneel speler in de markt, had hier opmerkzaam op moeten zijn. Door daarentegen klakkeloos aan het haar bekende, intussen verouderde, rekeningnummer te betalen, heeft Kappa het risico op zich geladen dat haar betalingen niet ter bestemde plaatse terecht zouden komen. Het feit dat Linex Kappa niet op haar fout heeft gewezen, moge onzorgvuldig zijn van Linex, maar dit regardeert Gils niet.
Kappa heeft mitsdien naar het oordeel van de rechtbank niet bevrijdend betaald.
4.2. Gelet op het voorgaande dient Kappa de facturen nog aan Gils te voldoen; de vordering in de hoofdzaak zal in dier voege worden toegewezen. Nu Kappa op het punt van de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten geen verweer heeft gevoerd, is ook dat onderdeel van de vordering van Gils toewijsbaar.
4.3. Kappa zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van de hoofdzaak worden verwezen.
De rechtbank ziet aanleiding de kosten van het incident te compenseren, in dier voege dat elke partij de eigen kosten draagt.
4.4. Uit het voorgaande vloeit voort dat Kappa onverschuldigd heeft betaald aan Linex. Nu Linex tegen Kappa's vordering in de vrijwaringszaak geen verweer heeft gevoerd en deze vordering de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal zij worden toegewezen, met dien verstande, dat een afzonderlijk dictum terzake de proceskosten van de hoofdzaak achterwege blijft, nu die kosten deel uitmaken van "hetgeen waartoe Kappa in de hoofdzaak wordt veroordeeld".
4.5. Linex dient als verliezende partij de kosten van de vrijwaringszaak te dragen.
Kappa wordt veroordeeld om aan Gils te voldoen de bedragen van:
- EURO 729,00 vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 7 maart 2001 tot aan de dag van betaling;
- EURO 364,50 vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 9 maart 2001 tot aan de dag van betaling;
- EURO 1.107,00 vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 14 maart 2001 tot aan de dag van betaling;
- EURO 918,00 vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 15 maart 2001 tot aan de dag van betaling;
- EURO 378,78 vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 20 maart 2001 tot aan de dag van betaling;
- EURO 924,61 vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 26 maart 2001 tot aan de dag van betaling;
- EURO 312,51 vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 26 maart 2001 tot aan de dag van betaling;
- EURO 1.107,00 vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 26 maart 2001 tot aan de dag van betaling;
- EURO 537,30 vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 26 maart 2001 tot aan de dag van betaling;
- EURO 428,35 vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 30 maart 2001 tot aan de dag van betaling;
- EURO 513,00 vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 30 maart 2001 tot aan de dag van betaling;
- EURO 361,29 vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 10 april 2001 tot aan de dag van betaling; en
- EURO 768,10.
Kappa wordt veroordeeld in de kosten van dit geding. Deze worden, voor zover tot op heden aan de zijde van Gils gevallen, bepaald op EURO 960,20.
De kosten van het incident worden aldus gecompenseerd dat elke partij belast blijft met de aan haar zijde gevallen kosten.
Linex wordt veroordeeld om aan Kappa te voldoen al hetgeen waartoe zij, Kappa, in de hoofdzaak jegens Gils is veroordeeld.
Linex wordt veroordeeld in de kosten van het (vrijwarings)geding. Deze worden, voor zover tot op heden aan de zijde van Kappa gevallen, bepaald op EURO 399,20.
In de hoofdzaak, het incident en de vrijwaringszaak
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.
Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Koene en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 september 2004, in tegenwoordigheid van de griffier.