ECLI:NL:RBSHE:2005:AS6171
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom voor permanente bewoning recreatiewoning en verjaring van invorderingsbevoegdheid
In deze zaak gaat het om de last onder dwangsom die aan eisers is opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bladel. De last hield in dat eisers de permanente bewoning van hun recreatiewoning binnen acht weken na verzending van het besluit dienden te staken en gestaakt te houden. De rechtbank heeft op 4 februari 2005 de zaak behandeld, waarbij eisers in persoon verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder was vertegenwoordigd door een ambtenaar van de gemeente.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het besluit tot oplegging van de last onder dwangsom op 26 november 2003 is verzonden. De eisers dienden uiterlijk op 22 januari 2004 de permanente bewoning te beëindigen. De rechtbank overweegt dat de bewoordingen in het besluit duiden op een periode van twintig weken waarin de overtreding beëindigd diende te worden. De rechtbank concludeert dat de laatste termijn voor het verbeuren van de dwangsom op 10 juni 2004 is verstreken. Aangezien er geen verzoek om voorlopige voorziening is ingediend en er geen nieuwe begunstigingstermijn is gesteld, heeft de rechtbank geoordeeld dat eisers geen belang meer hebben bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit.
De rechtbank verklaart het beroep van eisers niet-ontvankelijk, omdat de bevoegdheid tot invordering van de dwangsom inmiddels is verjaard. De rechtbank heeft geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter D.J. de Lange en is openbaar uitgesproken op 7 februari 2005. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.