ECLI:NL:RBSHE:2005:AS9127
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bouwvergunning voor woning naast monument en de interpretatie van verstoren onder de Monumentenwet 1988
In deze zaak gaat het om de verlening van een bouwvergunning voor de bouw van een woning met garage aan de [adres] te Soerendonk, nabij een rijksmonument, de woonboerderij van eiser. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende vergunning, stellende dat de bouw in strijd is met de Monumentenwet 1988, omdat het bouwplan de monumentale waarde van zijn woning zou verstoren. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 7 januari 2005, waarbij eiser in persoon verscheen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De gemeente, als verweerder, heeft de vergunninghouder vertegenwoordigd door een gemachtigde.
De rechtbank overweegt dat de bouwvergunning in twee fasen wordt verleend volgens artikel 56a van de Woningwet (Ww). Eiser heeft diverse gronden aangevoerd tegen de vergunning, waaronder de ontvankelijkheid van de bouwaanvraag, strijdigheid met de bouwverordening en het bestemmingsplan, en de noodzaak van een monumentenvergunning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bouwaanvraag voldoende gegevens bevatte voor een adequate beoordeling en dat de vergunning niet geweigerd kon worden op basis van de aangevoerde gronden.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat het begrip 'verstoren' in de Monumentenwet eng moet worden geïnterpreteerd. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van verstoring in de zin van de wet, omdat de bouwactiviteiten niet direct aan het monument plaatsvinden. De rechtbank heeft het bestreden besluit van de gemeente vernietigd, omdat deze niet met de vereiste zorgvuldigheid tot stand is gekomen, en heeft verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 644,--, en dient de gemeente het griffierecht van € 136,-- te vergoeden.