ECLI:NL:RBSHE:2005:AT2734
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.A.F.M. Wouter
- E.M.C. Carmiggelt
- Rechtspraak.nl
Vervoer van AI-gevoelige dieren tijdens vervoersverbod in verband met vogelpestcrisis
In deze zaak, behandeld door de economische politierechter van de Rechtbank 's-Hertogenbosch, is op 29 maart 2005 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het vervoeren van AI-gevoelige dieren tijdens een vervoersverbod. De tenlastelegging betrof het vervoeren van ganzen, emoes en een kalkoen binnen het vervoersbeperkingsgebied Nederweert op of omstreeks 23 mei en 3 juni 2003. De verdachte zou dit hebben gedaan in samenwerking met anderen, maar de rechter heeft vastgesteld dat er geen overtuigend bewijs was voor een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en de mededaders. De verdachte verbleef op het moment van de feiten in de Verenigde Staten en er was geen bewijs dat hij opdracht had gegeven voor het vervoer van de dieren.
De economische politierechter heeft de vordering van de officier van justitie gehoord, die een geldboete van €2900,- had geëist, subsidiair 58 dagen vervangende hechtenis. Na het horen van de argumenten van beide partijen, concludeerde de rechter dat de bewijsvoering niet voldoende was om de verdachte te veroordelen. De rechter sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachte betrokken was bij het strafbare feit. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is een belangrijke uitspraak in het kader van de handhaving van de regelgeving rondom het vervoer van dieren tijdens een gezondheidscrisis.