ECLI:NL:RBSHE:2005:AT7299
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.A. van der Reijt
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor intelligentieonderzoek bij minderjarige in geschil tussen ouders
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Hertogenbosch op 9 juni 2005 een beschikking gegeven in een geschil tussen ouders over de toestemming voor een intelligentieonderzoek bij hun minderjarige zoon. Het verzoekschrift, ingediend door de moeder op 19 april 2005, was gericht op het verkrijgen van vervangende toestemming voor het uitvoeren van dit onderzoek, omdat de vader weigerde zijn medewerking te verlenen. De moeder stelde dat het in het belang van de minderjarige was om duidelijkheid te krijgen over de oorzaak van zijn leerachterstand, en dat een intelligentieonderzoek hierbij zou helpen.
De vader voerde aan dat hij eerst een spellings- en taalonderzoek wilde laten uitvoeren voordat hij akkoord ging met een intelligentieonderzoek. Hij uitte zijn bezorgdheid over de ondersteuning die de minderjarige van de moeder zou krijgen in zijn taalontwikkeling en wilde voorkomen dat het kind nodeloos gestigmatiseerd zou worden. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er al geruime tijd logopedische hulp werd geboden, maar dat er geen verbetering zichtbaar was. De rechtbank oordeelde dat het noodzakelijk was om nader onderzoek te doen naar de oorzaak van de achteruitgang in de ontwikkeling van de minderjarige.
De rechtbank oordeelde dat, hoewel er discussie was over de noodzaak van toestemming van beide ouders, het in het belang van het kind was om het onderzoek te laten plaatsvinden. De rechtbank verleende daarom vervangende toestemming aan de moeder voor het uitvoeren van het intelligentieonderzoek. Tevens werd de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard en werden de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. Deze beschikking is van belang voor de betrokken ouders en kan door hen of andere belanghebbenden worden aangevochten bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch binnen drie maanden na de uitspraak.