ECLI:NL:RBSHE:2005:AU5728
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.M. Callemeijn
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in verband met arbitrage en vrijwaringsincident
In deze zaak, die voor de Rechtbank 's-Hertogenbosch diende, ging het om een incident van onbevoegdheid in verband met een arbitrageclausule en een vrijwaringsincident. De eiseres, Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO), had vorderingen ingesteld tegen Wema Bladel B.V. en Wema Bladel Holding B.V. op basis van een onderzoeksovereenkomst die op 17 augustus 1992 was gesloten. DLO vorderde onder andere betaling van contractueel verschuldigde royalties en schadevergoeding wegens de vervreemding van octrooirechten. Wema c.s. voerde in het incident aan dat de rechtbank zich onbevoegd diende te verklaren, omdat de partijen een arbitrageclausule hadden opgenomen in hun overeenkomst. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een tekortkoming van Wema c.s. die de ontbinding van het arbitragebeding rechtvaardigde. DLO had zelf bijgedragen aan het gebrek aan goed overleg door geen vertrouwelijke stukken te delen met Wema c.s., die zij als contractspartij beschouwde. De rechtbank concludeerde dat DLO niet in haar recht stond om de arbitrage te ontbinden en dat Wema c.s. zich in redelijkheid op het arbitragebeding kon beroepen. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd om van de vorderingen in de hoofdzaak kennis te nemen en veroordeelde DLO in de proceskosten van het incident. Tevens werd Wema c.s. veroordeeld in de kosten van het eerder aanhangig gemaakte vrijwaringsincident. Het vonnis werd uitgesproken door mr. W.M. Callemeijn op 9 november 2005.