ECLI:NL:RBSHE:2005:AU9267
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- O.T. Brouwer
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van een omgangsregeling tussen een vader en zijn dochter
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 13 september 2005 een beschikking gegeven over de omgangsregeling tussen een vader en zijn dochter, hier aangeduid als [naam minderjarige]. De vrouw, de moeder van [naam minderjarige], heeft verzocht om beëindiging van de omgangsregeling die eerder was vastgesteld door de rechtbank te Breda. De man had recht op omgang met [naam minderjarige] gedurende twee uren per veertien dagen, maar had sinds de vaststelling van deze regeling geen contact meer gehad met zijn dochter. De vrouw heeft ernstige zorgen geuit over het welzijn van [naam minderjarige], die sinds haar zesde jaar geen contact meer heeft gehad met haar vader. De gezinsvoogd van Bureau Jeugdzorg heeft ter zitting verklaard dat het in het belang van [naam minderjarige] is om geen omgang te hebben met de man, totdat zij beter functioneert.
De rechtbank heeft de argumenten van de vrouw en de gezinsvoogd overwogen en geconcludeerd dat de omgang met de man op dit moment schadelijk zou zijn voor de geestelijke ontwikkeling van [naam minderjarige]. De rechtbank heeft daarbij de rapportage van een psycholoog in aanmerking genomen, die de zorgelijke ontwikkeling van [naam minderjarige] heeft vastgesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het recht op omgang van de man met [naam minderjarige] kan worden ontzegd op grond van artikel 1:377a BW, dat bepaalt dat het recht op omgang kan worden ontzegd indien dit in strijd is met de belangen van het kind.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de man met onmiddellijke ingang het recht op omgang met [naam minderjarige] te ontzeggen. Deze beslissing is genomen in het belang van de geestelijke en emotionele ontwikkeling van het kind, waarbij de rechtbank de zorgen van de moeder en de gezinsvoogd serieus heeft genomen. De beschikking is gegeven door mr. O.T. Brouwer, vice-president en tevens kinderrechter, en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.