NB: De dagvaarding in deze zaak luidde, voor zover van belang:
1. Bij kennisgeving van 5 april 2006 (productie 1) is door de officier van justitie aan eiser [veroordeelde] medegedeeld dat zijn resterende werkstraf zal worden omgezet in 71 dagen vervangende hechtenis.
2. Door eiser is tijdig (binnen twee weken) bezwaar gemaakt tegen deze omzettingskennisgeving, te weten op 14 april 2006 (productie 2). De akte van indiening van het bezwaarschrift d.d. 14 april 2006 is tevens bijgevoegd (productie 3).
3. Bij schrijven van 14 april 2006 is de officier van justitie gevraagd om hangende de bezwaarschriftprocedure opschortende werking toe te kennen aan de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis (productie 4).
4. Bij schrijven van 27 april 2006 heeft de officier van justitie laten weten geen opschortende werking aan het indienen van het bezwaarschrift te verbinden (productie 5), zonder gemotiveerde opgaaf van reden.
5. Na telefonisch contact te hebben gehad met de afdeling Landelijk Coördinatiepunt Arrestatiebevelen van het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden (telefoonnummer 058-2342040) blijkt dat de zaak daar gereed staat voor het doen uitgaan van een arrestatiebevel d.d. vrijdag 5 mei 2006.
6. Er is van deze zijde telefonisch contact geweest met mw. [B] van de reclassering, regio 's-Hertogenbosch (telefoonnummer 040-2651180). Zij acht het wenselijk dat eiser een tweede kans krijgt de resterende werkstraf alsnog uit te voeren. Haar advies is (nog) niet in handen van eiser. Mw. [B] is op vakantie t/m 15 mei 2006. Via haar collega's wordt nu getracht een schriftelijk stuk uitgaande van de reclassering (Afdeling Toezicht) te verkrijgen.
7. Eiser grondt zijn vordering op:
Een onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW), bestaande uit een doen of nalaten van gedaagde in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betamelijk is.
(...)
12. Eiser heeft gezien het bovenstaande een spoedeisend belang om gedaagde langs deze weg in rechte te betrekken en te vorderen zoals hieronder wordt gedaan. Het arrestatiebevel staat gereed uit te gaan op vrijdag 5 mei a.s. (zie onder punt 5).
MITSDIEN:
het u edelachtbare vrouwe/heer voorzieningenrechter moge behagen bij (mondeling) vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, uitvoerbaar op de minuut en op alle dagen en uren, bij wijze van voorlopige voorziening, de Staat der Nederlanden te veroordelen:
om de tenuitvoerlegging van de beslissing van de officier van justitie d.d. 5 april 2006 tot omzetting van de resterende werkstraf in 71 dagen vervangende hechtenis op te schorten tot op de door eiser daartegen gerichte bezwaren door uw rechtbank zal zijn beslist, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2500,- per dag, althans een door u edelachtbare voorzieningenrechter te bepalen redelijk geachte dwangsom, door gedaagde te betalen aan eiser voor elke dag of deel daarvan dat gedaagde in gebreke blijft aan uw veroordeling te voldoen.
(...)