ECLI:NL:RBSHE:2006:AX9129
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.M. Callemeijn
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het getalscriterium voor medewerkers in faillissementszaken
In deze zaak, die voorlag bij de Rechtbank 's-Hertogenbosch, ging het om de beoordeling van het getalscriterium zoals vastgelegd in artikel 6:235 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek. De zaak werd aangespannen door [P], in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap Armada Imagement B.V., tegen Hesta Standbouw B.V. De centrale vraag was of Hesta, een dochteronderneming, kon worden uitgesloten van een beroep op artikel 6:233 BW, op basis van het aantal medewerkers. Hesta stelde dat bij de beoordeling van het aantal werkzame personen ook haar moedermaatschappij en dochtermaatschappijen meegeteld moesten worden, terwijl [P] betoogde dat ook de medewerkers van zusterbedrijven meegeteld dienden te worden.
De rechtbank oordeelde dat voor de beoordeling van het aantal medewerkers alleen gekeken moest worden naar het bedrijf zelf, de moedermaatschappij en de dochtermaatschappijen, en dat zusterbedrijven buiten beschouwing moesten blijven. Dit leidde tot de conclusie dat Hesta niet voldeed aan het getalscriterium, aangezien het totaal aantal medewerkers onder de 50 lag. Hierdoor werd het beroep van Hesta op artikel 6:233 BW toegestaan, wat betekende dat de algemene voorwaarden vernietigd werden.
De rechtbank verklaarde zich onbevoegd om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen en verwees de zaak naar de rechtbank Zutphen. Tevens werd [P] veroordeeld in de proceskosten van het incident, die aan de zijde van Hesta tot dat moment waren begroot op EUR 678,00. Het vonnis werd uitgesproken op 1 maart 2006 door mr. W.M. Callemeijn.